Op basis van de literatuur en overige overwegingen doet de werkgroep de volgende aanbevelingen aan de jeugdprofessional die met gezinnen met meervoudige en complexe problemen werkt:
Begin in ieder gezin met meervoudige en complexe problemen met een goede analyse van de situatie. Kijk naast de feiten ook naar de mensen om het gezin heen en naar de geschiedenis van het gezin: wat heeft in het verleden wel of juist niet gewerkt? Begin niet opnieuw met het verzamelen van informatie, maar borduur voort op wat er al bekend en gedaan is. Maak deze analyse in dialoog met het gezin.
Zet, om verandering te bewerkstelligen, bij voorkeur een erkende en goed onderbouwde interventie in en pas algemene en specifieke werkzame factoren toe.
Bepaalde problematiek en/of etnische achtergrond van het gezin vragen mogelijk om een andere aanpak. Wees je hiervan bewust, verdiep je in de culturele achtergrond van het betreffende gezin en betrek een deskundige bij vermoedens van een (lichte) verstandelijke beperking of een psychiatrische stoornis.
Pak waar mogelijk eerst factoren aan die goed genoeg opvoederschap van de ouders in de weg staan en werk daarna pas aan het versterken van de opvoedcompetenties van de ouders.
Zorg dat er ook individuele aandacht is voor de problematiek van de jeugdige.
Neem voor het eerste bezoek aan een gezin, als er signalen zijn van onveiligheid en/of geweld, de nodige veiligheidsmaatregelen. Verzamel de beschikbare informatie over het gezin, doe eventueel navraag bij de politie en/of maak een belafspraak met een collega.