Gezinnen met meervoudige en complexe problemen

De richtlijn Gezinnen met meervoudige en complexe problemen kiest voor een positieve benadering. Hoe kun je als hulpverlener het gezin benaderen vanuit zijn kracht en mogelijkheden in plaats vanuit problemen? Hoe definieer je samen met het gezin wat de problemen zijn en waaraan gewerkt moet worden? En hoe betrek je de omgeving erbij? Op deze en andere vragen geeft de richtlijn een antwoord.

Informatie voor ouders

Inleiding

In elk gezin gebeurt wel eens wat. Er is ruzie, een van de gezinsleden is ziek, of er zijn geldzorgen. Dat is voor iedereen vervelend. Gelukkig gaan de meeste problemen weer over en komen gezinnen er zelf weer bovenop.

Maar dat geldt niet voor alle gezinnen. In sommige gezinnen spelen veel problemen tegelijkertijd, en lukt het ouders en kinderen niet om deze de baas te worden. De problemen vormen dan een kluwen: ze hebben allemaal met elkaar te maken en zijn lastig te ontwarren. Deze gezinnen krijgen meestal hulp van allerlei instanties, en hebben vaak ook al veel hulp gehad. Toch levert die hulp
niet altijd voldoende op. Dat leidt tot teleurstellingen. Vaak zijn deze ouders en kinderen daarom terughoudend om weer een nieuwe hulpverlener in hun gezin toe te laten.

Om de ouders en kinderen in deze gezinnen goed te kunnen helpen, is er een richtlijn ontwikkeld. Deze richtlijn beschrijft wat hulpverleners in de jeugdhulp en jeugdbescherming samen met de ouders kunnen doen om hun leven en dat van hun kind(eren) weer op de rit te krijgen. We vinden het allemaal belangrijk dat kinderen zich goed kunnen ontwikkelen. Zo kunnen ze later hun weg in de maatschappij vinden. Als er problemen zijn, lukt dat niet altijd of niet gemakkelijk. Daarom willen we samen de problemen thuis aanpakken.

Op deze pagina vatten we de richtlijn kort samen. Het is handig als u van deze richtlijn op de hoogte bent. Zo weet u wat u van hulpverleners in de jeugdhulp en de jeugdbescherming kunt verwachten. Ook kunt u deze informatie gebruiken als hulpmiddel bij het overleg met de hulpverlener.

Aanmelding… en dan?

U krijgt één vaste hulpverlener toegewezen. Die gaat samen met u aan de slag om de problemen thuis aan te pakken. U overlegt samen wat er moet gebeuren en bespreekt regelmatig met elkaar hoe het gaat en hoe de situatie verder kan worden verbeterd. De hulpverlener helpt u bij de dingen waar u niet uitkomt. Hij doet dus geen dingen op eigen houtje, maar bespreekt ze eerst met u.

De hulpverlener wil graag weten hoe u tegen de problemen in uw gezin aankijkt, hoe het met uw kind gaat en hoe uw kind zich ontwikkelt. Misschien heeft uw kind meer ondersteuning nodig dan u op dit moment kunt bieden. De hulpverlener bespreekt dan samen met u wat u nodig heeft om uw kind beter te kunnen ondersteunen.

Als uw kind oud genoeg is om zelf een gesprek te voeren, wil de hulpverlener ook graag met uw kind praten. Zo wil hij graag weten hoe het gaat op school, of uw kind contact heeft met andere kinderen, en wat uw kind van de situatie vindt. Deze dingen zijn van belang om goed te kunnen bepalen wat er verder moet gebeuren.

Vaak vinden mensen het vervelend als ze voor de zoveelste keer hun verhaal moeten vertellen. Met uw toestemming neemt de hulpverlener daarom contact op met de instanties die al bij uw gezin betrokken zijn. Om u goed te kunnen helpen, moet de hulpverlener weten welke problemen er spelen, hoe het met u en uw kind gaat, en welke hulp u al krijgt of heeft gekregen.

Ook wil hij weten wat er goed gaat en wat u in het verleden goed heeft geholpen. Verder wil hij weten of u mensen om u heen hebt (vrienden, familie, kennissen, buren) die u (kunnen) helpen. Ook met hen zoekt hij contact, samen met u of in overleg met u.

Doelen vormen samen een gezinsplan

Als er geen sprake is van een kinderbeschermingsmaatregel heeft u het recht om zelf een plan te maken om de situatie te verbeteren. Dat plan heet een familiegroepsplan. Het is niet verplicht om zelf een plan te maken. Als u zelf geen plan mag of wilt maken, maakt de hulpverlener samen met u een gezinsplan.

Een belangrijke vraag voor een plan is welke doelen u hebt. Wat wilt u met de hulp bereiken, op korte en op lange termijn? Het is goed om dit zo concreet mogelijk te formuleren. Wat wilt u aan uw situatie wilt veranderen. En wat er moet gebeuren om dat voor elkaar te krijgen. Welke dingen kunt u zelf doen? Wat kunt u doen met steun van de mensen om u heen? En waarbij heeft u professionele hulp nodig? Hierover praat u met de hulpverlener. Die schrijft alles op, in uw eigen woorden.

Zo komt u samen tot een plan voor alle gezinsleden. Daarbij worden ook zoveel mogelijk de mensen om u heen betrokken, en andere instanties en hulpverleners. Samen met de hulpverlener bepaalt u wat er moet gebeuren om de problemen thuis aan te pakken, en welke professionele hulp u hierbij nodig hebt. Als dat nodig is, maakt u ook samen een veiligheidsplan. Daarin spreekt u met elkaar af wat u moet doen als u, uw kind of andere gezinsleden zich onveilig voelen.

Het is erg belangrijk om duidelijke, concrete afspraken te maken en die in het gezinsplan vast te leggen. Zo kunnen u en uw hulpverlener samen goed in de gaten houden of de hulp (nog steeds) aansluit bij uw doelen, en of de situatie verbetert. Het plan kan onderweg worden aangepast als dat nodig is. Daarom bekijkt u samen met de hulpverlener regelmatig of uw gezinsplan nog voldoet, en of de hulp het gewenste resultaat geeft. Het kan zijn dat de doelen moeten worden bijgesteld, maar ook dat u een andere vorm van hulp nodig heeft. De hulpverlener komt hier in de gesprekken met u regelmatig op terug.

Wat kunt u nog meer van de hulpverlener verwachten?

De hulpverlener staat u op allerlei terreinen bij. Zo helpt hij met praktische zaken, meestal bij u thuis. Hij komt met handige tips en houdt samen met u in de gaten hoe het met uw kind gaat. Daarnaast houdt hij het overzicht over alle hulp die u krijgt. Dat betekent dat hij uw aanspreekpunt is. Als u ergens mee zit, dan kunt u bij hem terecht. Hij probeert u dan te helpen. Lukt dat niet, dan regelt hij andere hulp.

Uw hulpverlener kan ook hulp inschakelen als u of uw kind psychische problemen of een andere beperking heeft. Er zijn speciale methoden om zulke problemen aan te pakken. Samen met u kiest de hulpverlener bij voorkeur voor een manier die bij andere gezinnen goed heeft geholpen.

Verder probeert hij u en uw omgeving steeds meer de regie te geven over uw eigen situatie. Hij blijft zo lang als nodig is betrokken bij uw gezin. Als het niet goed gaat, kan hij ook andere hulpverleners inschakelen of hun om raad vragen.

Tips voor ouders

Als ouder bent u verantwoordelijk voor de opvoeding en ontwikkeling van uw kind. Wanneer u het gezag over uw kind heeft, is het uw recht (en ook uw plicht) om uw minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. Uw kind blijft altijd uw kind, ook als hij of zij (tijdelijk) niet bij u woont of u (tijdelijk) het gezag niet volledig mag uitoefenen omdat er een ondertoezichtstelling is.

Houd zelf zo veel mogelijk de regie. De hulpverlener onderzoekt met u wat uw mogelijkheden zijn: wat kunt u doen om uw zoon of dochter verder te helpen? Laat uw mening blijken. Geef het bijvoorbeeld op tijd aan als een advies niet bij u of uw kind past, en kijk samen met de hulpverlener wat u daaraan kunt doen.

Als ouder hebt u de taak om uw (minderjarige) kind te verzorgen en op te voeden. Dat is een flinke verantwoordelijkheid en vraagt veel betrokkenheid van u als ouder. Ook als uw kind (tijdelijk) niet bij u woont, of als u (tijdelijk) het gezag niet volledig uitoefent na een ondertoezichtstelling is het goed om zelf zoveel mogelijk betrokken te blijven bij de ontwikkeling van uw kind. De hulpverlener onderzoekt samen met u wat u kunt doen om uw kind verder te helpen. Uw mening is daarbij erg belangrijk, ook als u bijvoorbeeld vindt dat een advies niet bij u of uw kind past. Samen met de hulpverlener kijkt u dan wat er veranderd kan worden.

De Richtlijn Gezinnen met meervoudige en complexe problemen is gebaseerd op literatuur en gesprekken met deskundigen en cliënten.

Reageer!