De vaste hulpverlener voert de regie over de samenwerking en afstemming tussen de betrokken hulpverleners. Hij zorgt ervoor dat gezinnen de hulp krijgen die ze nodig hebben en voorkomt dat gezinsleden de behoefte en de mogelijkheid krijgen hulpverleners tegen elkaar uit te spelen.
Om de samenwerking op gang te houden organiseert de vaste hulpverlener met de gezinsleden regelmatig overleg met hun netwerk en de betrokken hulpverleners en instanties. De vaste hulpverlener zorgt als voorzitter van zo’n overleg dat er een gemeenschappelijke koers wordt vastgehouden, er goed wordt samengewerkt tussen de gezinsleden, betrokkenen uit het netwerk en instanties en hulpverleners, en er een cultuur ontstaat waarin men elkaar aanspreekt op nalatigheden.
Wanneer de uitvoering van een plan stagneert en één van de betrokken hulpverleners zich niet aan de gemaakte afspraken houdt, ook niet na nadere aansporing door de vaste hulpverlener, is de mogelijkheid om ‘op te schalen’ nodig. Dit kan bijvoorbeeld door de leidinggevende van de nalatige betrokkene in te schakelen of door een specifieke functionaris in te zetten die hiermee belast is (bijvoorbeeld een projectleider of procesmanager op gemeentelijk of stedelijk niveau.) Het opschalen is er dan op gericht de situatie vlot te trekken en de uitvoering van het plan weer doorgang te laten vinden.
Hoe informatie gedeeld kan worden, is vaak een belangrijke vraag in de samenwerking tussen hulpverleners van verschillende instellingen. Hiervoor zijn specifieke voorschriften en wettelijke regels. Eenvoudiger nog is het gesprek met andere hulpverleners altijd te voeren met de gezinsleden erbij. Oftewel: praten met gezinsleden in plaats over hen, ook met collega-hulpverleners erbij. Bij het maken van de afweging om privacygevoelige informatie zonder toestemming uit te wisselen met collega’s, is het van belang de volgende vragen te kunnen beantwoorden:
Welk doel moet bereikt worden met het geven van de informatie?
Kan dit doel ook bereikt worden zonder de informatie te verstrekken?
Is echt al het nodige geprobeerd om toch toestemming te verkrijgen van de gezinsleden?
Weegt het gevaar of ernstig nadeel bij een van de gezinsleden (een of meer jeugdigen) wel op tegen het belang dat een ander gezinslid bij geheimhouding heeft?
Wie heeft de informatie echt nodig om het gevaar of het ernstige nadeel voor het gezinslid af te wenden? Welke informatie heeft die persoon echt nodig?
Van belang is dat de hulpverlener deze overwegingen vastlegt. De meeste instellingen hanteren interne protocollen over het uitwisselen van privacygevoelige informatie. Van belang is dat de hulpverlener dit protocol kent en hanteert. In samenwerkingsverbanden van organisaties die integrale hulp aan gezinnen met meervoudige en complexe problemen bieden, zijn bestuurlijk-organisatorische afspraken nodig rond de omgang met privacy en het onderling delen van informatie over gezinnen.