Gezinnen met meervoudige en complexe problemen

6. In te zetten hulp

Een indeling van wensen en behoeften van gezinnen met meervoudige en complexe problemen

Wat de beste aanpak is in de hulpverlening aan gezinnen met meervoudige en complexe problemen, lijkt niet alleen samen te hangen met de mate waarin een combinatie van bepaalde problematiek zich voordoet: ook het hulpzoekgedrag van de gezinnen is van belang. Steketee en Vandenbroucke hebben op basis van praktijkervaringen van hulpverleners een indeling gemaakt van strategieën hoe te handelen bij vijf verschillende soorten gezinnen met meervoudige en complexe problemen:

  • 1. Orde-op-zaken-model. Kwetsbare gezinnen met één of meerdere risicofactoren die buitengesloten kunnen raken en in problemen dreigen te komen, hebben vooral een aanpak nodig waarbij hen geleerd wordt om toegang te krijgen tot voorzieningen. Hierbij moet coördinatie van de voorzieningen en instellingen voorhanden zijn.

  • 2. Vinger-aan-de-pols-model. Bij gezinnen die geen expliciete hulpvraag hebben en daardoor geen actieve bemoeienis van de hulpverlening willen, kan worden gekozen voor een casemanager die regelmatig langskomt om te kijken of een ‘latent’ probleem zich inmiddels heeft ontwikkeld tot een reëel probleem waarop hulp aangeboden kan worden. De aard van de problematiek bepaalt vervolgens welke organisatie een gezinscoach levert.

  • 3. Stut-en-steun-model. Gezinnen waarin sprake is van een chronische, hardnekkige en problematische situatie, waardoor men moeite heeft met het organiseren van het dagelijks leven, hebben langdurige en intensieve begeleiding nodig.

  • 4. Direct (gedwongen) hulpaanbod. Voor gezinnen met een duidelijke, urgente problematiek is een hulpverleningsaanbod op al dan niet vrijwillige basis noodzakelijk. De urgentie van het probleem bepaalt waar de zorgcoördinatie komt te liggen.

  • 5. Refresh-model. Multiprobleemgezinnen waarbij de bestaande hulpverlening is afgesloten, maar waarbij het nuttig en noodzakelijk is om gedurende een bepaalde periode regelmatig langs te gaan om te zien of alles nog goed gaat, moeten nazorg geboden krijgen door de hulpverlener die verantwoordelijk was gedurende het hulpverleningstraject.

… Meer

In aansluiting op deze indeling komt in de werkgroep naar voren dat het van belang is per gezin goed te analyseren hoe de situatie eruitziet, wat eerder wel of niet gewerkt heeft, wat de capaciteiten zijn van de gezinsleden, welke intergenerationele patronen een rol spelen en wat de juiste manier van benaderen is bij elk gezinslid.

Interventies voor gezinnen met meervoudige en complexe problemen
Inleiding
Reageer!