Wanneer de hulpverlening afgesloten kan worden, is bij gezinnen met meervoudige en complexe problemen moeilijk te zeggen. Veelal blijft een vinger-aan-de-pols-contact nodig. De problematiek bij de gezinnen is dan over het algemeen niet geheel opgelost, maar beheersbaar en kan bijvoorbeeld bij tegenslag gemakkelijk weer de draagkracht van het gezin te boven gaan. Het is dan ook van belang om een terugvalpreventieplan op te stellen. Daarin staan de afspraken die met de gezinsleden zijn gemaakt over de manier waarop ze kunnen handelen als het (weer) wat minder gaat: wat ze dan zelf kunnen doen, wanneer ze hulp in moeten schakelen en wie ze dan kunnen inschakelen.
Maar volgens de klankbordgroep is het bij deze gezinnen juist ook van belang om een bepaalde afhankelijkheid van de hulpverlening te voorkomen. Gezinnen kunnen bijvoorbeeld onzeker zijn over hun eigen kunnen of zijn weinig actief doordat zij blijven leunen op de jeugdprofessional. De klankbordgroep geeft aan dat de hulpverlening soms even op pauze kan en moet worden gezet. Het gezin ervaart dan nogal eens dat zij het eigenlijk ook wel redt zónder hulp en kan een poosje zonder hulp ook als ‘beloning’ ervaren.