Problematische gehechtheid

1. Definitie

Wat is gehechtheid en hoe ontwikkelt zich dat?

Gehechtheid is een duurzame, affectieve band tussen een kind jeugdige en zijn verzorgers, waardoor de jeugdige zich (emotioneel) veilig voelt. Alle jonge kinderen hechten zich aan de personen die voor hen zorgen, dat kan ook een niet-biologische ouder zijn. Op basis van allerlei, dagelijkse interacties tussen kind en ouder komt de gehechtheidsrelatie tot stand in het eerste levensjaar. De ouder reageert op huilen en lachen, geeft het kind te eten, doet het in bad, troost of kalmeert het kind, verschoont zijn luier, en speelt met het kind. Op die manier verschaffen ouders hun kind een gevoel van veiligheid. Naast de ouders hecht een kind zich aan andere volwassenen die een stabiele rol spelen in zijn leven, zoals de grootouders of een crècheleidster.

Zo ontstaat een netwerk van gehechtheidsrelaties, al hebben kinderen vaak wel een voorkeur voor de ene persoon boven de andere.

Aan het einde van het eerste levensjaar zijn kinderen doorgaans gehecht aan hun belangrijkste opvoeders. Jonge kinderen laten in hun gedrag zien dat ze gehecht zijn aan hun ouders: ze zoeken nabijheid, troost en bescherming bij die ouder als ze bang, moe of verdrietig zijn. Naarmate een kind ouder wordt verandert dat gehechtheidsgedrag: het kind raakt niet direct van streek als de ouder uit beeld is, en heeft niet altijd de fysieke nabijheid van de ouder nodig. Maar ook voor kinderen in de basisschoolleeftijd geldt dat de gehechtheidsfiguur (de ouder) de voornaamste bron van emotionele en sociale steun is.

De basis van een gehechtheidsrelatie wordt gevormd door het intern werkmodel. In dit cognitieve model worden alle verwachtingen ten aanzien van de gehechtheidspersoon opgeslagen op basis van de opgedane ervaringen. Dit werkmodel van gehechtheid is ‘veranderbaar’: positieve ervaringen met de ouders kunnen een onveilig werkmodel doen veranderen in een veilig model.

Een veilige gehechtheidsrelatie legt een belangrijk fundament voor de optimale ontwikkeling van een kind. Kinderen die emotionele veiligheid ervaren in het contact met hun ouders, leren met de hulp van hun ouders hun emoties te reguleren. De gehechtheidsrelatie is verder ook bepalend voor het zelfvertrouwen van een jeugdige en de sociale relaties die hij met anderen aangaat.

Ook jeugdigen die verwaarloosd of mishandeld worden hechten zich aan hun ouders, maar zij ontlenen geen emotionele veiligheid aan deze relatie. De ene keer biedt de ouder steun, maar een andere keer roept dezelfde ouder angst op, bijvoorbeeld omdat de ouder onvoorspelbaar of boos gedrag laat zien. Dergelijke ervaringen kunnen ertoe leiden dat een jeugdige een verstoorde gehechtheidsrelatie ontwikkelt, een relatie die schadelijk is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de jeugdige.

Voor het ontstaan van een veilige gehechtheidsrelatie kunnen we drie basale ‘voorwaarden’ benoemen: sensitief reageren op het jonge kind, continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon, en het vermogen van de ouder om te ‘mentaliseren’. We bespreken deze voorwaarden hieronder in kort bestek.

Ten eerste, voor het ontstaan van een veilige relatie is het belangrijk dat dat de ouder sensitief en voorspelbaar reageert op signalen van het jonge kind. Dat wil zeggen: de ouder staat open voor de signalen van het kind, begrijpt die signalen goed en kan daarop snel en adequaat reageren. Zo leert het kind dat zijn ouder beschikbaar is als hij zich pijn gedaan heeft of verdrietig of bang is (veilige haven). Ouders bieden een veilige uitvalsbasis doordat ze het zelfvertrouwen van hun kind stimuleren met complimentjes, door samen plezier te maken, maar ook door structuur te bieden en grenzen te stellen, afgestemd op de leeftijd van het kind. Sensitief reageren wil overigens niet zeggen dat het kind altijd zijn zin moet krijgen of dat de zaken altijd gaan zoals het kind dat wil. Vaak zal het nodig zijn om een compromis te zoeken, of moet de ouder tegen de wensen of verlangens van het kind ingaan. Maar ook dat kan op een sensitieve en invoelende manier. Als je uitlegt waarom je iets doet, en laat zien dat je de gevoelens van het kind serieus neemt, is dat ook sensitief reageren. Sensitief en voorspelbaar reageren is iets wat de meeste volwassenen intuïtief doen, maar dit gedrag kan ook getraind worden, bijvoorbeeld met behulp van een interventieprogramma waarbij ouders feedback krijgen op hun eigen gedrag (zie verder hoofdstuk Preventie en interventies).

Een tweede voorwaarde om een veilige gehechtheidsrelatie te kunnen opbouwen is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon. Verondersteld wordt dat kinderen zich aan een beperkt aantal volwassenen kunnen hechten, en dat die volwassenen met enige regelmaat met het kind omgaan, zodat het vertrouwen kan groeien. Het aantal volwassenen dat voor het kind zorgt, is daarom bij voorkeur niet te groot en wisselt niet te vaak. Geschat wordt dat het maximum aantal volwassenen aan wie kinderen zich kunnen hechten ongeveer zes is.

In de derde plaats blijkt uit recent onderzoek dat het vermogen om te ‘mentaliseren’ door de ouder van groot belang is voor het ontstaan van een veilige gehechtheidsrelatie. Mentaliseren houdt in dat de ouder gevoelens en gedachten van de baby ziet en (h)erkent, en daar in zijn gedrag rekening mee houdt. De ouder benoemt wat de baby doet, denkt of voelt. Wanneer de baby bijvoorbeeld huilt, verwoordt de ouder de gevoelens van de baby, bijvoorbeeld: ’Je voelt je niet fijn, je bent erg moe’. Een ouder die mentaliseert verplaatst zich duidelijk in het perspectief van de baby, en verwoordt dat ook. Zo helpt de ouder het kind een veilige gehechtheidsrelatie te ontwikkelen. In hoofdstuk Oorzaken en kenmerken gaan we uitgebreider in op de vraag welke factoren van belang zijn in de ontwikkeling van een gehechtsheidsrelatie.

Verschillende vormen van onveilige gehechtheid
Inleiding
Reageer!