Problematische gehechtheid

5. Preventie en interventie

Inleiding

Jeugdigen met een problematische gehechtheidsrelatie zijn geholpen met positieve, correctieve  gehechtheidservaringen met die gehechtheidspersoon. Als een kind of jongere een problematische gehechtheidsrelatie heeft met zijn ouder, zou het goed zijn wanneer die ouder zijn gedrag zodanig ombuigt of bijstelt dat hij op een sensitieve en voorspelbare manier op zijn kind gaat reageren.

In de regel zal het nodig zijn om de ouders, aan wie de jeugdige problematisch gehecht is, te ondersteunen en te begeleiden zodat ze zich een sensitieve gedragsstijl eigen kunnen maken. Als het niet mogelijk is om het gedrag van de ouder bij te sturen, of als deze ouder niet (meer) beschikbaar is, zou het kind of de jongere de kans moeten krijgen om een nieuwe gehechtheidsrelatie op te bouwen met een andere verzorger. Bij voorkeur is dat een verzorger met wie de jeugdige een band heeft en die voor langere tijd beschikbaar kan zijn.  Ook deze verzorgers verdienen het om te leren hoe ze met het kind of de jongere een gehechtheidsrelatie kunnen opbouwen.

Wanneer een kind (tijdelijk) niet bij zijn of haar ouders verblijft, blijft het van groot belang dat het kind contact houdt met de ouders, tenzij dit niet in het belang van het kind is. Het verbreken van het contact tussen ouder en kind is een ingrijpende maatregel en mag slechts genomen worden indien de belangen van het kind dit eisen.

Voor veel jeugdigen met een problematische gehechtheidsrelatie zal niet direct duidelijk zijn of de band met de eigen ouders weer hersteld kan worden, of dat ze een nieuwe gehechtheidsrelatie kunnen opbouwen met een andere volwassene. De jeugdige is sowieso gebaat bij verzorgers die sensitief en voorspelbaar reageren.

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de diverse interventies en behandelingen voor jeugdigen met een problematische gehechtheidsrelatie.

In Preventieve interventies voor jonge kinderen komen erkende interventies aan bod die gericht zijn op het verbeteren van de sensitiviteit van de ouder/verzorger. Deze preventieve interventies zijn geschikt voor ouders van kinderen tot ongeveer zeven jaar, en maken gebruik van begeleiding door middel van videofeedback. Door de video-opnames krijgen ouders in de gaten op welke momenten zij sensitief en voorspelbaar gedrag laten zien. Videofeedback kan worden ingezet door een ambulant begeleider of een gedragswetenschapper, nadat deze hiervoor specifiek getraind is. Doorgaans zal het nodig zijn om specialistische jeugdhulp hiervoor in te schakelen.

In Preventieve interventies voor specifieke risicogroepen wordt een beknopt overzicht gegeven van preventieve interventies die bedoeld zijn voor ouders en jonge kinderen die tot specifieke risicogroepen behoren, zoals ouders van adoptie- of pleegkinderen, moeders met een depressie, of tienermoeders.

In Interventies voor behandeling jeugdigen vanaf 7 jaar tenslotte komen interventies aan bod die gehechtheidsproblemen bij jeugdigen ouder dan zeven jaar behandelen. Zij hebben in de regel ernstiger problemen op het gebied van gehechtheid dan jonge kinderen. De behandelingen kunnen aangeboden of geïndiceerd worden door een gedragswetenschapper die gespecialiseerd is in diagnostiek en behandeling. Dat is meestal een GZ-psycholoog, kinder- en jeugdpsycholoog NIP, of een orthopedagoog-generalist.

In onze bespreking van interventies gaan we voorbij aan methoden waarbij dwang gebruikt wordt. Denk aan holding-therapieën waarbij de jeugdige tegen zijn wil in wordt vastgehouden door de ouder of therapeut. Het gebruik van dwang is het tegenovergestelde van sensitiviteit, en kan daarmee nooit een veilige gehechtheidsrelatie bevorderen. Gehechtheid draait om nabijheid en intimiteit, in de betekenis van verbondenheid. Zoiets kun je niet afdwingen, het ontstaat spontaan in een relatie waarin kind en ouders zich geborgen weten. Ook van regressietherapieën is inmiddels bekend dat deze eerder kwaad dan goed doen.

We sluiten dit hoofdstuk af met enkele overwegingen bij de behandeling van problematische gehechtheid in de praktijk. De inventarisatie van de verschillende interventies geeft aan dat er nog niet veel behandelingen beschikbaar zijn in Nederland op dit moment voor kinderen vanaf 7 jaar met gehechtheidsproblemen. In de laatste paragraaf formuleren we, op basis van de mening van de professionals zelf, enkele handvatten voor preventie en behandeling van problematische gehechtheidsrelaties bij jeugdigen.

Preventieve interventies voor jonge kinderen
Inleiding
Reageer!