Problematische gehechtheid

1. Definitie

Gehechtheid in de praktijk

Als een kind veilig gehecht is aan zijn ouder(s), merk je dat aan het contact tussen ouder en kind. Het jonge kind vindt het prettig om geknuffeld te worden, een peuter laat zich troosten als hij zich pijn heeft gedaan en laat het de ouder merken als hij boos of verdrietig is. Een basisschoolkind gehoorzaamt de persoon aan wie hij gehecht is en is in staat om rekening te houden met andermans wensen.

Voor kinderen met een problematische gehechtheidsrelatie zijn deze zaken minder vanzelfsprekend. Zulke kinderen maken doorgaans weinig oogcontact met hun ouder en er is minder spontaniteit en gezamenlijk plezier tijdens de interactie tussen ouder en kind. Na een conflict(je) met de ouder hebben deze kinderen meer moeite om de band weer te herstellen. Zij hebben minder inzicht in hun eigen emoties en het kost hen meer moeite om hun emoties te reguleren. Ze kunnen zich doorgaans ook minder goed inleven in anderen en hebben minder zelfvertrouwen dan veilig gehechte kinderen. Jeugdigen met een problematische gehechtheidsrelatie laten altijd ook probleemgedrag zien (want zo hebben we een problematische gehechtheidsrelatie omschreven). Heel jonge kinderen kunnen hun gebrek aan emotionele veiligheid of basisvertrouwen ook uiten in niet willen slapen of niet willen eten.

Jeugdigen met ernstige gehechtheidsproblemen zijn zeer onzeker over de emotionele beschikbaarheid van anderen, hebben een laag zelfbeeld en laten zich volledig overweldigen door hun eigen emoties. Vanuit hun onzekerheid hebben deze jeugdigen soms de neiging alles onder controle te willen houden, wat ‘bemoeizuchtig’ kan overkomen. Sommige jeugdigen met ernstige gehechtheidsproblemen uiten hun gebrek aan basisvertrouwen in agressief, dominant gedrag. De jeugdige manipuleert, heeft honger naar (negatieve) aandacht, vertoont druk, overactief gedrag, en heeft geen inzicht in de gevolgen van zijn gedrag. De jeugdige lijkt constant in verzet, reageert prikkelbaar, dramt zijn zin door. Soms doet de jeugdige zichzelf of anderen (emotioneel) pijn of vernielt het spullen. Beloning of straf werkt bij jeugdigen met ernstige gehechtheidsproblemen vaak niet.

Er zijn ook kinderen met een problematische gehechtheidsrelatie die zich juist te veel aanpassen aan hun omgeving. Zij gedragen zich alsof ze tevreden zijn, en geven geen blijk van hun gevoelens in verschillende situaties. Dit kan voor deze kinderen een zodanige gewoonte worden dat ze zichzelf ook niet meer bewust zijn van de gevoelens die ze ervaren. Deze kinderen leveren voor de omgeving vaak minder (openlijke) gedragsproblemen op, waardoor het gemakkelijke kinderen lijken. Ze kunnen extreem passief overkomen. Er is echter weinig zicht op wat er écht in hen omgaat. In het hoofdstuk Signalering en Diagnostiek wordt uitgebreider ingegaan op het signaleren van een problematische gehechtheidsrelatie.

Zie voor een praktische toelichting van de verschillende gehechtheidsrelaties de infosheet Uitingen van veilige en onveilige gehechtheidsrelaties tussen ouders en jonge kinderen (2 t/m 5 jaar). Hier worden de veilige, vermijdende, afwerende en gedesorganiseerde gehechtheidsrelatie toegelicht aan de hand van alledaagse voorbeelden uit het leven van kinderen van twee tot vijf jaar.

Wat kunnen jeugdprofessionals doen?
Problematische gehechtheid: een definitie
Reageer!