Middelengebruik

1. Inleiding

Doel

Deze richtlijn gaat over het omgaan met het gebruik van alcohol, drugs en tabak bij jongeren. Jeugdprofessionals, onder meer werkzaam in de jeugdhulp (inclusief wijkteams, jeugd-GGZ en jeugd-LVB) en/of jeugdbescherming, ervaren knelpunten rond herkenning en diagnostiek van problematisch middelengebruik bij jongeren. Dat blijkt onder meer uit de knelpuntenanalyse die de basis vormt voor de ontwikkeling van deze richtlijn. Middelengebruik onder jongeren wordt vaak beschouwd als onschuldig experimenteergedrag; er heerst onduidelijkheid over de vraag wanneer het gebruik risicovol wordt. Ook is onduidelijk wat mogelijke interventies zijn, door wie deze kunnen worden ingezet en hoe dit kan worden georganiseerd, in samenwerking met andere organisaties. Deze richtlijn gaat in op deze vraagstukken.

De richtlijn geeft jeugdprofessionals aanbevelingen voor het screenen en diagnosticeren van (problematisch) middelengebruik, voor hoe je hier als professional mee omgaat en voor de toeleiding naar passende hulp en ondersteuning. De aanbevelingen zijn gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten, actuele praktijkkennis van professionals en ervaringskennis van jongeren en ouders. De aanbevelingen geven richting aan de professionele afwegingen die jeugdprofessionals maken.

Doelgroep

De richtlijn Middelengebruik voor jeugdhulp en jeugdbescherming (inclusief onderbouwing en werkkaarten) is primair bedoeld voor jeugdprofessionals. Onder ‘jeugdprofessionals’ worden zowel gedragswetenschappers (psychologen, orthopedagogen of anderen met een gedragswetenschappelijke opleiding) als hbo-opgeleide professionals verstaan. De richtlijn richt zich in de eerste plaats op beroepsgeregistreerde jeugdprofessionals. Zij staan geregistreerd in het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) als ‘jeugd- en gezinsprofessional’, ‘pedagoog’ of ‘psycholoog’ en/of zijn BIG-geregistreerd (bijvoorbeeld als GZ-psycholoog). Verder kunnen ook andere professionals die met jongeren en hun ouders werken gebruik maken van de aanbevelingen uit de richtlijn. Met sommige aanbevelingen kunnen alle jeugdprofessionals hun voordeel doen, andere aanbevelingen zijn vooral van toepassing op een geregistreerd beroep. Waar dit onderscheid van belang is, wordt bijvoorbeeld specifiek over ‘gedragswetenschappers’ (psychologen en pedagogen) dan wel over ‘jeugd- en gezinsprofessionals’ gesproken.

De richtlijn kan gebruikt worden bij de hulp aan jongeren en ouders die voor het eerst in contact komen met hulpverlening of die een aanvraag doen voor jeugdhulp bij de gemeente, en bij jongeren en ouders die al vaker in contact met de hulpverlening zijn geweest of (ook elders) in behandeling zijn (geweest) en waarbij sprake is van middelengebruik. Daarnaast biedt de richtlijn ook handvatten voor gebruik door jeugdprofessionals bij jongeren en ouders in andere werkvelden (bijv. de jeugdgezondheidszorg, het (speciaal) onderwijs, ervaringsdeskundigen of het jongerenwerk). Over deze richtlijn is ook het document informatie voor ouders samengesteld.

Uitgangsvragen

Deze richtlijn geeft antwoord op de volgende uitgangsvragen:

Vroegsignalering en diagnostiek

  • Wat is er nodig om middelengebruik, -misbruik en –afhankelijkheid bespreekbaar te maken met een jongere en diens ouders? Wat is de functie van het gebruik?

  • Welke instrumenten en methodieken zijn beschikbaar en binnen de jeugdhulp en jeugdbescherming toepasbaar, om vast te stellen of er sprake is van middelengebruik, -misbruik of -afhankelijkheid?

  • Welke risico- (met daarbij comorbiditeit) en beschermende factoren voor de ontwikkeling van middelenmisbruik en –afhankelijkheid dienen bij jeugdprofessionals bekend te zijn? En hoe kunnen zij deze factoren bij een jongere detecteren?

… Meer

Zorgtoewijzing en behandeling

  • Welke normen, op basis van de resultaten/antwoorden bij uitgangsvraag 1 (vroegsignalering en diagnostiek), kunnen worden vastgesteld om te bepalen of 1) het middelengebruik of -misbruik hanteerbaar is binnen de jeugdhulp en jeugdbescherming, 2) de GGZ/verslavingszorg dient te worden geconsulteerd, of 3) de GGZ/verslavingszorg ingeschakeld moet worden?

  • Welke bewezen effectieve interventies, waar mogelijk gescheiden naar leeftijdsgroepen en toepasbaar binnen de jeugdhulp en jeugdbescherming, zijn beschikbaar om gebruik en misbruik te voorkomen, bij jongeren met een verhoogd risico?

  • Welke bewezen effectieve interventies, waar mogelijk gescheiden naar leeftijdsgroepen en toepasbaar binnen de jeugdhulp en jeugdbescherming, zijn beschikbaar om gebruik en misbruik te verminderen?

… Meer

Competenties en samenwerking

  • Over welke competenties moeten jeugdprofessionals beschikken om de aanbevelingen geformuleerd bij 1 (vroegsignalering en diagnostiek) en 2 (zorgtoewijzing en behandeling) uit te kunnen voeren?

  • Wat is er nodig om multidisciplinair overleg rondom de jongere uit te voeren?

  • Wat is er nodig om in het gehele traject goed samen te werken met de jongere en het systeem (ouders/verzorgers/school)?

… Meer

Bijstelling en herziening van de oorspronkelijke richtlijn

Deze richtlijn is gebaseerd op de kennis die tijdens het schrijven beschikbaar was. Nadat de richtlijn in 2016 is uitgebracht, werd informatie verzameld over het gebruik van de richtlijn. De verzamelde feedback, maar ook nieuwe inzichten waren aanleiding om de richtlijn op een aantal punten aan te vullen en te actualiseren. Hierbij is gebruik gemaakt van wetenschappelijke kennis, praktijkkennis en ervaringskennis.

Leeswijzer

De Richtlijn Middelengebruik voor Jeugdhulp en Jeugdbescherming (met bijbehorende werkkaarten) is bedoeld voor jeugdprofessionals die met het onderwerp van deze richtlijn te maken hebben.
De oorspronkelijke richtlijn vormt de neerslag van een groter document, namelijk de ‘onderbouwing’. Deze onderbouwing is apart te raadplegen, maar bij de herziening in 2023 niet geactualiseerd. Bij de herziening van de richtlijn in 2023 is, als aanvulling op de onderbouwing, een verantwoordingsdocument geschreven. Zie voor een volledig overzicht van de herzieningspunten het verantwoordingsdocument op de website www.richtlijnenjeugdhulp.nl.

Basisteksten

Voor deze richtlijn is een aantal basisteksten van toepassing die voor alle Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming gelden. Deze zijn te vinden op www.richtlijnenjeugdhulp.nl.

Het gaat om de volgende onderwerpen:

  • doelgroep;
  • gedeelde besluitvorming;
  • diversiteit;
  • beschikbaarheid van interventies;
  • juridische betekenis van de richtlijnen.

Op deze website is ook een algemene verantwoording van de werkwijze bij de ontwikkeling en herziening van de Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming te vinden.

Samenhang met andere richtlijnen

Een goede samenwerkingsrelatie tussen de jeugdprofessional en ouders en jongeren is belangrijk. Daarvoor moet het ‘klikken’ tussen beide partijen. Ga hierover het gesprek aan met de jongere en ouders. Benadruk dat zowel de jongere als ouders het aan mogen geven als zij zich in het contact niet prettig voelen. Zie ook de richtlijn Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp en de pagina Beslissen over hulp.

2. Definities, concepten en afbakening
Reageer!