Middelengebruik

5. Effectieve preventieprogramma’s

Selectie van preventieprogramma’s

Dit hoofdstuk bevat een overzicht van aanbevolen programma’s en interventies. De keuze voor programma’s en interventies is hoofdzakelijk gebaseerd op de Databank Effectieve Jeugdinterventies (DEJ) van het Nederlands Jeugdinstituut en betreft:

  • selectieve preventie. Het gaat hierbij dus om programma’s ter voorkoming en uitstel van middelengebruik bij jongeren die een grotere kans lopen problemen met middelengebruik te ontwikkelen dan anderen. Deze programma’s worden meestal op groepsniveau aangeboden, veelal door of in samenwerking met de jeugdhulp en jeugdbescherming. Onder deze categorie vallen ook programma’s op organisatieniveau, waarbij het gaat om beleid, regels, kennis en houding van medewerkers;
  • geïndiceerde preventie oftewel vroeginterventie. Dit zijn dus interventies bij individuele jongeren om een toename in het middelengebruik dan wel het ontstaan van problematisch middelengebruik te voorkomen.

De interventies zijn door de onafhankelijke Erkenningscommissie (Jeugd)interventies beoordeeld op effectiviteit. Deze beoordeling is onderverdeeld in vier niveaus, volgens de criteria van de Erkenningscommissie (Jeugd)interventies:

  • goed onderbouwd;
  • effectief volgens
    • eerste aanwijzingen voor effectiviteit;
    • goede aanwijzingen voor effectiviteit;
    • sterke aanwijzingen voor effectiviteit.

Alle erkende interventies zijn goed uitvoerbaar.

Daarnaast zijn interventies opgenomen die afkomstig zijn uit de databank (I-database) van het Centrum Gezond Leven van het RIVM (Loketgezondleven.nl) en het overzicht van erkende gedragsinterventies van de Erkenningscommissie Justitiële Gedragsinterventies.

Er is weinig onderzoek gedaan naar het effect van interventies op jongeren als specifieke doelgroep. De meeste interventies halen daardoor hooguit niveau 1 van effectiviteit (goed onderbouwd). De keuze voor het opnemen van interventies in deze richtlijn wordt daardoor in grote mate bepaald door praktijkkennis over bijvoorbeeld de uitvoerbaarheid, het succes waarmee interventies zijn geïmplementeerd en de mate waarin interventies passen bij de verschillende settings van de jeugdhulp en de jeugdbescherming. Wanneer voor een specifieke setting maar één interventie beschikbaar is, dan zal deze worden aanbevolen mits de interventie op minimaal niveau 1 effectief is.

Zie het overzicht van selectieve en geïndiceerde preventieprogramma’s op pagina 41 en 42 van de complete richtlijn. 

Aanbevelingen
Effectieve verslavingspreventie
Reageer!