Scheiding en problemen van jeugdigen

4. Samenwerking met ouders, jeugdige, het netwerk en de school

Aanbevelingen

Stel je op de hoogte van de complexiteit van een ouderlijke scheiding en eventuele daarop volgende wisselende gezinssituaties door de richtlijn te lezen en kennis te nemen van de verschillende literatuurverwijzingen. Weet dat een veranderende gezinssituatie betekent dat de ouders nieuwe rollen gaan vervullen en dat een jeugdige met stiefouders te maken kan krijgen. Deze volwassenen moeten gezamenlijk goede afspraken maken over de opvoeding; de biologische ouders blijven hierbij verantwoordelijk voor de zorg- en omgangsregeling. Houd in de omgang met jeugdigen in scheidingssituaties rekening met de relatieproblemen die er tussen de beide ouders kunnen spelen.

Stimuleer ouders door hen allebei uit te nodigen voor en/of aan te zetten tot een gezamenlijk gesprek in het belang van hun kind, en door hen te betrekken bij de (keuze voor) hulp.
Dit doe je door:

  • ouders te informeren over de gevolgen die een scheiding of langdurige ruzie voor hun kinderen kan hebben;
  • begrip te tonen voor beide ouders en ‘de opgeheven vinger’ te vermijden;
  • ouders te leren als gezamenlijke ouders te spreken en te handelen;
  • ervan uit te gaan dat ouders het beste voor hun kind willen;
  • oplossingsgericht te werken en de regie zo veel mogelijk bij de ouders te leggen;
  • met ouders en jeugdige samen doelen te stellen en te besluiten hoe de begeleiding het beste aansluit bij wat zij nodig hebben;
  • ouders te wijzen op hulpverlening voor hun eigen (mentale) problemen.

Een gezamenlijk gesprek ligt minder voor hand wanneer huiselijk geweld of trauma, dan wel ernstige psychiatrie bij een ouder is vastgesteld.

Bevraag de jeugdige en overweeg meerdere informanten (de school, familieleden, de huisarts) naar hun perspectief te vragen. Daarmee vergroot je de kans dat de jeugdige en de ouders passende hulp krijgen en vergroot je tegelijk het draagvlak. Houd er rekening mee dat beide ouders met gezag en – afhankelijk van de leeftijd – de jeugdige hiervoor toestemming moeten geven. Verdiep je in het praten met jeugdigen over de scheiding en volg speciale scholing en vaardigheidstrainingen.

Communiceer in je begeleiding aan ouders:

  • de wijze waarop informatie wordt gedeeld en wie welke besluiten mag nemen in de hulpverlening;
  • dat je informatie over de jeugdige met beide ouders deelt en daar transparant over bent, rekening houdend met privacywetgeving in WGBO, Jeugdwet en AVG.

Attendeer ouders op de verschillende interventies, verwijs hen daar eventueel naar, en geef informatie en voorlichting over ouderschap na scheiding. Belangrijk aandachtspunt hierbij is een (eventuele) nieuwe partner, al dan niet met eigen kinderen. Leg daarnaast uit dat de hulpverlening zich primair richt op de jeugdige en dat alle inzet vanuit dat uitgangspunt plaatsvindt. Het verdient aandacht om contactbreuk bij complexe scheiding te bezien vanuit een systemisch perspectief, waarin ieder een rol heeft. Daarbij behoeven alle gezinsleden erkenning en ondersteuning.

Wees bij complexe scheidingssituaties extra alert op signalen en vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld. Doorloop de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling bij vermoedens van deze problematiek. Zorg ervoor dat er eerst feitenonderzoek plaatsvindt, voordat doorverwezen wordt naar hulpverlening. Jeugdprofessionals moeten goed met zulke signalen om kunnen gaan. Bij het feitenonderzoek kan o.a. gebruik worden gemaakt van de MASIC. Passende maatregelen kunnen noodzakelijk zijn, zoals het benoemen van een bijzondere curator, het inschakelen van Veilig Thuis, nader onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming, of in het uiterste geval een ondertoezichtstelling (OTS) of een uithuisplaatsing. Wees tevens alert op omgangsbelemmering.

Zorg dat je ouders en jeugdigen in scheidingssituaties goed begeleidt door:

  • zowel vanuit het perspectief van de jeugdige als dat van de ouders te werken;
  • een houding van meerzijdige betrokkenheid aan te nemen, gericht op de belangen van de jeugdige;
  • een oplossingsgerichte aanpak te hanteren;
  • kennis te nemen van de juridische kaders bij een scheiding en de ouders te informeren over (juridische) verplichtingen;
  • de jeugdige centraal te stellen en de ouders te motiveren om hun conflicten aan te pakken;
  • samen met de ouders de nieuwe rollen inhoud en vorm te geven.

Wanneer de ontwikkeling van een kind ernstig wordt bedreigd of diens veiligheid in het geding is, is het de verantwoordelijkheid van de betrokken professional om te kijken hoe deze ontwikkelingsbedreiging kan stoppen. Indien dit niet binnen het vrijwillig kader kan, dan zijn de volgende routes mogelijk: consult bij Veilig Thuis, situatie voorleggen aan de jeugdbeschermingstafel of verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming.

Zorg voor afstemming en samenwerking met verschillende professionals (zoals scholen, hulpverleners van ouders, advocaten, mediators, rechters et cetera). Zo kun je samen (vroegtijdig) scheidingsproblemen signaleren en de juiste begeleiding inzetten. Ook kun je zo kind-gerelateerde en scheiding-gerelateerde problemen onderscheiden. Streef naar
samenwerking waarbij één persoon of instelling duidelijk de regie heeft en ieder vanuit zijn eigen specialisme kan bijdragen.

Zorg voor terugkoppeling van informatie, zodat voor alle betrokkenen helder is wie wat in het gezin doet.

Geef ouders altijd de volgende adviezen:

  • houd je kind altijd buiten je ruzie met de andere ouder; maak geen ruzie in het bijzijn van je kind (let op verbale en non-verbale communicatie);
  • vertel je kind dat het geen schuld heeft aan de scheiding (scheidingsmelding);
  • geef je kind de ruimte om ook van de andere ouder te houden en probeer dit zowel verbaal als non-verbaal uit te dragen;
  • spreek niet negatief over de andere ouder/familie in het bijzijn van je kind;
  • maak wel duidelijk dat de scheiding definitief is;
  • wees alert op parentificatie en loyaliteitsproblemen;
  • stimuleer contact van je kind met andere kinderen die een scheiding hebben doorgemaakt (professionals kunnen eventueel verwijzen naar een van de beschikbare interventies) en/of met een vertrouwenspersoon;
  • zoek een geschikte vorm om informatie over je kind met de andere ouder uit te wisselen (professionals kunnen hierbij helpen door het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) of een mediator in te schakelen);
  • bied je kind voldoende gelegenheid om zijn mening te geven over de scheiding;
  • probeer tot gezamenlijke afspraken te komen.

Raad eventuele stiefouders aan niet te snel de ouderrol op zich te nemen. Realiseer je dat stiefouders erg belangrijk kunnen zijn, maar dat zij geen juridische partij zijn.

Met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) als basis is het van belang de jeugdige centraal te stellen. Iedere jeugdige heeft het recht om zijn mening te geven. Deze mening verdient een passend gewicht en moet worden betrokken bij de te maken overwegingen. Ook heeft de jeugdige recht op voldoende en toegankelijke informatie. Daarbij is het belangrijk om rekening te houden met de leefwereld, ontwikkelingsfase en competenties van de jeugdige. Ook moet rekening worden gehouden met de achtergrond, specifieke situatie, kwetsbaarheid en behoeften van de jeugdige. Respecteer en houd in alle situaties rekening met het recht van de jeugdige op bescherming van zijn privacy.

Deel kennis en ervaring over scheidingsgezinnen met andere jeugdprofessionals en organisaties. Creëer daarvoor ontmoetingsmomenten. Bespreek in casusoverleggen of werkbesprekingen hoe je als professional omgaat met dilemma’s die je in het contact met ouders tegenkomt. Bijvoorbeeld als bij hen de focus nog te veel ligt op het scheiden als partners en minder of niet op de voortgezette uitoefening van het ouderschap. Hoe ga je hiermee om? Ken je eigen expertise en raadpleeg tijdig de expertise van collega’s indien nodig. Denk ook aan goede informatieoverdracht. Houd bij alles rekening met de privacy van de jeugdige en die van de ouders.

Overwegingen
Reageer!