Dyslexie

4. Behandeling en ondersteuning

Langetermijneffecten van behandelmethoden

Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat de meeste effectstudies naar Nederlandse dyslexiebehandelingen uitsluitend gericht zijn op kortetermijneffecten. Alleen de studies van Tijms en collega’s en Vaessen en collega’s gaan in op langetermijneffecten. Beide laatstgenoemde studies rapporteren positieve resultaten. Tijms en collega’s toonden aan dat jeugdigen met dyslexie gedurende de behandeling vooruitgang boekten bij woordlezen, tekstlezen en spelling. Hun gemiddelde prestaties bij tekstlezen en spelling weken na afloop van de behandeling niet meer af van die van leeftijdgenoten zonder dyslexie. Bij woordlezen werd wel vooruitgang geboekt, maar bleef nog wel sprake van een achterstand. Tot vier jaar na de behandeling bleven de jeugdigen in staat de vooruitgang bij woord- en tekstlezen vast te houden. Bij spelling was er sprake van een lichte terugval gedurende het eerste jaar na de behandeling, waarna het niveau zich stabiliseerde. Vaessen en collega’s tonen eveneens vooruitgang gedurende de behandeling. Behandelde jeugdigen haalden hun achterstand in bij woordleessnelheid, nauwkeurigheid en snelheid van spelling en verschillende maten die ten grondslag liggen aan lezen en spelling. Hierbij bleek wel dat, hoewel ruim tweederde (69,1%) na afronding van de behandeling voldoende presteerde op ofwel lezen ofwel spelling, slechts 33,7% op beide taken voldoende presteerde. Bij de twee metingen, een halfjaar en een jaar na afronding van de behandeling, bleven zij bij woordleessnelheid- en nauwkeurigheid en snelheid van spelling hun niveau te behouden. Tijdens het tweede halfjaar na de behandeling was er zelfs sprake van niveauverbetering wat betreft de snelheid van woordlezen en spelling.

Van der Kleij, Segers, Groen en Verhoeven onderzochten de langetermijneffecten van de dyslexiebehandeling van Marant. Eerder onderzoek toonde positieve effecten van deze behandeling op korte termijn. Van der Kleij en collega’s onderzochten de (pseudo)woordleesontwikkeling van bovenbouwleerlingen gedurende de eerste twee jaar na het afronden van een dyslexiebehandeling. Zij vonden dat jeugdigen met dyslexie gedurende beide jaren nog achterliepen op niet-dyslectische leeftijdsgenoten, zowel qua leessnelheid als qua accuratesse. Dit gold voor zowel woordlezen als pseudowoordlezen. Qua leessnelheid nam de achterstand ten opzichte van niet-dyslectische leeftijdsgenoten toe. De achterstand op het gebied van leesnauwkeurigheid bleef constant.

Daarbij was het zo dat de leerlingen zonder dyslexie al zo’n hoge leesnauwkeurigheid hadden dat zij nauwelijks konden groeien, terwijl de kinderen met dyslexie hun plafond nog niet bereikt hadden maar toch hun achterstand niet inliepen.

Ook Frohn vond in haar masterthese-onderzoek tegenvallende langetermijneffecten. Zij onderzocht het niveau van leesnauwkeurigheid, leessnelheid en spelling bij basisschoolleerlingen die een half jaar eerder dyslexiebehandeling bij het RID hadden afgerond. Voor alle lees- en spellingmaten bleken de prestaties na een periode van geen behandeling niet op hetzelfde niveau als waarmee de behandeling werd afgesloten. In dit onderzoek werd echter niet vermeld hoe de deelnemende kinderen presteerden ten opzichte van leeftijdsgenoten zonder dyslexie.

Er is duidelijk nog onvoldoende onderzoek gedaan om conclusies te trekken over de lange­termijneffecten van de Nederlandse behandelingen. Ook internationaal is het onderzoek op dit gebied beperkt. Verschillende studies tonen aan dat positieve effecten van interventies voor jeugdigen met dyslexie of leesproblemen op korte termijn ook een jaar later nog aanwezig zijn. Torgesen en collega’s vinden zelfs dat jeugdigen met dyslexie hun achterstand in woordleesnauwkeurigheid in de periode tot twee jaar na de behandeling nog verder inlopen indien zij in deze periode nog extra leesondersteuning in kleine groepjes krijgen. Zo’n 40% van deze jeugdigen presteert dan op voldoende niveau. Suggate voerde een meta-analyse uit over onderzoek naar de langetermijneffecten (gemiddeld ruim elf maanden na behandeling) van verschillende leesinterventies. Deze analyse toonde een significant, maar matig, langetermijneffect. Dit effect was echter groter voor jeugdigen met een leesstoornis dan voor jeugdigen zonder leesstoornis, en groter voor oudere jeugdigen dan voor kinderen die net leren lezen. De effectiviteit bleek na een jaar minder groot dan direct na de behandeling. Opvallend is wel dat Suggate de minst sterke effecten op zowel korte als lange termijn vond voor behandelingen op basis van het alfabetisch principe. Effecten waren sterker voor behandeling gericht op het fonologisch bewustzijn of leesbegrip. Dit is opvallend aangezien behandelingen op basis van het alfabetisch principe over het algemeen juist als meest effectief worden bevonden.

Concluderend kan voorzichtig gesteld worden dat het op basis van internationaal onderzoek mogelijk lijkt om positieve behandeleffecten te behalen, waarvan jeugdigen ook op langere termijn profiteren. Er is echter ook nog de nodige onduidelijkheid. Met name ten aanzien van de langetermijneffecten van Nederlandse dyslexiebehandelingen, waarvan de resultaten zowel beperkt als sterk uiteenlopend zijn. Zo is er onvoldoende bekend over de mate waarin de behandelde jeugdigen op voldoende niveau kunnen presteren op verschillende lees- en spellingtaken. Ook zijn er vragen over individuele verschillen, oftewel welke factoren beïnvloeden in hoeverre de effectiviteit van de behandeling beklijft. Zo is het de vraag of kinderen de behandeleffecten beter behouden als zij de behandeling afronden in de onderbouw of in de bovenbouw van het basisonderwijs, en of de langetermijneffecten gerelateerd zijn aan de ernst van de lees- en spellingproblemen. Bovendien is onbekend hoe de prestaties zich ontwikkelen in de puberteit. Er is behoefte aan aanvullend wetenschappelijk onderzoek naar de langetermijneffecten van Nederlandse dyslexiebehandelingen.

De rol van de behandelaar, de jeugdige, de ouders en de school in de behandeling
Effectieve behandelmethoden bij dyslexie
Reageer!