Seksuele ontwikkeling

5. Wettelijke kaders

Beroepsgeheim en gegevensuitwisseling

Iedere professional die zorg biedt aan cliënten heeft een beroepsgeheim op grond van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG; Art. 88) en de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO; Art. 7.457 BW). Deze ‘zwijgplicht’ verplicht de professional om geen informatie over de cliënt aan derden te verstrekken tenzij de cliënt hem daarvoor toestemming geeft.

Met toestemming van de jeugdige en/of ouders (afhankelijk van de leeftijd) mag altijd ter zake overlegd worden door de betrokken professional met relevante andere, externe professionals. Daarbij is het belangrijk dat de jeugdprofessional de jeugdige en de ouders vooraf goed informeert, zodat voor hen duidelijk is waar zij toestemming voor geven. Dat wil niet zeggen dat gegevensuitwisseling met andere professionals alleen maar mogelijk is als de jeugdige en/of ouders (afhankelijk van de leeftijd) expliciet toestemming geven. Bij het beroepsgeheim gaat het om geheimhouding waar mogelijk, en zorgvuldige doorbreking van het geheim waar nodig.

Bij vermoedens van mishandeling spant de beroepskracht zich in om toestemming voor bijvoorbeeld de melding te krijgen. Als dit niet lukt, kan een wettelijke ‘plicht tot spreken’ bestaan of een zogenaamd ‘conflict van plichten’. Als de professional meent de zwijgplicht te moeten doorbreken zal een ander belang zwaarder wegen, bijvoorbeeld het belang van de jeugdige tegenover het belang van de ouder. Overleg met de consulent seksuele gezondheid of aandachtsfunctionaris kindermishandeling/seksualiteit en Veilig Thuis en noteer dit met beargumentering in het dossier.

Bij vermoedens van kindermishandeling (zoals seksueel misbruik) is er bovendien het wettelijke recht van geheimhouders om vermoedens te melden bij Veilig Thuis. Leg ouders en jeugdigen de werking van het beroepsgeheim uit. Beloof jeugdigen nooit een ‘geheim te bewaren’; beloof wel om de jeugdige altijd te zullen informeren en niet iets ‘achter de rug om’ te zullen ondernemen.

Bij de afweging om privacygevoelige informatie zonder toestemming uit te wisselen met andere professionals is het van belang de volgende vragen te beantwoorden:

  • Welk doel moet bereikt worden met het geven van de informatie?
  • Kan dit doel ook bereikt worden zonder de informatie te verstrekken?
  • Is echt al het nodige geprobeerd om toch toestemming te verkrijgen van de gezinsleden?
  • Weegt het gevaar of ernstig nadeel bij een van de gezinsleden (een of meer jeugdigen) wel op tegen het belang dat een ander gezinslid bij geheimhouding heeft?
  • Wie heeft de informatie echt nodig om het gevaar of het ernstige nadeel voor het gezinslid af te wenden? Welke informatie heeft die professional echt nodig?

Op het terrein van seksuele gezondheid zijn in regio’s en gemeenten initiatieven voor structureel overleg (bijvoorbeeld rondom seksueel gedrag, sexting, pornografie, seksuele dwang, loverboys/mensenhandel). Aan dergelijke netwerken doen vaak mensen uit meerdere disciplines mee, zoals leerkrachten, maatschappelijk werkenden, de jeugdgezondheidszorg en andere jeugdprofessionals.

De casuïstiek wordt zoveel mogelijk anoniem of met toestemming van betrokkenen behandeld. Ook hier geldt dat het belang van de jeugdige zwaarder kan wegen dan het belang dat gediend is met de handhaving van de zwijgplicht. Gegevensuitwisseling kan plaatsvinden als daarmee het seksueel riskante gedrag kan worden voorkomen of gestopt. Zie ook de Richtlijn Kindermishandeling voor jeugdhulp en jeugdbescherming.

Overleg met politie en justitie
Toestemming voor behandeling
Reageer!