Begeleiding na terugplaatsing is erop gericht gezinnen te helpen zich aan te passen aan de situatie dat het kind weer thuis woont en te voorkomen dat problemen opnieuw de kop opsteken en dusdanig escaleren dat opnieuw een uithuisplaatsing nodig is. Professionele hulp na een terugplaatsing heeft waarschijnlijk het meest effect als jeugdprofessionals:
investeren in een goede samenwerkingsrelatie met ouders en kind;
intensieve pedagogische thuishulp bieden om gezinnen te helpen de complexe problemen het hoofd te bieden;
ouders en kinderen hulp bieden bij herstel van een verstoorde hechtingsrelatie (zie de richtlijn Problematische gehechtheid voor een overzicht aan interventies);
zorgen voor een gedifferentieerd hulpaanbod en dit afstemmen op de individuele behoeften van de gezinsleden;
ouders trainen in opvoedingsvaardigheden;
multidisciplinaire hulp inzetten;
ondersteuning blijven bieden tot tenminste twaalf maanden na de terugplaatsing. Denk bijvoorbeeld aan terugvalpreventie, ondersteuning op mogelijke crisismomenten (eventueel door het pleeggezin), zorg voor omgangsmomenten met het pleeggezin;
expliciet benadrukken hoe belangrijk het is dat het kind onderwijs kan volgen en kan meedoen aan het maatschappelijk leven.
De jeugdprofessional moet in kaart brengen in hoeverre het sociale netwerk hulp kan bieden bij de terugkeer van het kind naar huis en welke mogelijkheden er zijn voor professionele hulp. Het doel hiervan is om voor stabiliteit te zorgen in de thuissituatie. Kenmerkend voor een effectieve interventie in opvoedingsvaardigheden is dat deze zich richt op sterke kanten van ouders, doelgericht en gezinsgericht is, zowel een individuele als een groepsaanpak heeft en uitgevoerd wordt door gekwalificeerd personeel. De beste resultaten worden bereikt als de hulpverlener voortdurend de effecten evalueert en oefenmogelijkheden biedt voor nieuwe vaardigheden, interactieve trainingstechnieken inzet en ook vaders bij de training betrekt.
Een belangrijk aspect is de noodzaak een gedifferentieerd hulpaanbod te bieden: gezinnen waarvan het kind vanwege verwaarlozing uit huis geplaatst is hebben andere hulp nodig dan gezinnen waarin sprake is geweest van mishandeling of andere problemen. Een meer gefaseerde terugplaatsing is vaker succesvol in gezinnen waarin sprake is van psychische problemen of verslaving. Verder is steun van de omgeving belangrijk, evenals vermindering van stigma.