Uithuisplaatsing en terugplaatsing

4. Begeleiden bij uithuisplaatsing en terugplaatsing

Fase 2: bevorderen van terugplaatsen

De praktijk laat zien dat toewerken naar terugplaatsing niet altijd voldoende aandacht krijgt. Voorafgaand aan de uithuisplaatsing moet in het hulpverleningsplan worden opgenomen hoe en op welke termijn naar terugplaatsing wordt toegewerkt. Om terugplaatsing te bevorderen is het wenselijk dat ouders en kind na de uithuisplaatsing nauw contact met elkaar onderhouden en hierin begeleiding krijgen. In geval van gescheiden ouders moet de professional rekening houden met de manier waarop de zorgverdeling en het contact tussen ouders en kind na de scheiding is geregeld.

Jongeren die een uithuisplaatsing hebben meegemaakt vertellen dat direct werken aan terugkeer naar huis niet altijd gewenst is, dat het belangrijk is dat zij eerst tot rust kunnen komen, en dat er heel zorgvuldig gekeken moet worden naar wat er mogelijk is. Is terugplaatsing mogelijk, dan is het ook zaak er snel mee te beginnen en passende hulp in te zetten gericht op de ouder-kindinteractie, opvoedingsvaardigheden en mogelijk andere problemen die ouders belemmeren om hun kind goed genoeg op te voeden. Het niet tijdig en binnen de voor het kind aanvaardbare termijn kunnen inzetten van passende hulp, door o.a. wachtlijsten en tekorten in het hulpverleningsaanbod, is een belangrijke belemmering om gericht te werken aan terugplaatsing. Dit is iets om rekening mee te houden bij het opstellen van een plan waarbij het belang van het kind voorop blijft staan.

Zoals gezegd is het essentieel om ouders te ondersteunen bij het (verder) ontwikkelen van opvoedingsvaardigheden. De volgende strategieën worden toegepast in interventies die hierop gericht zijn:

  • ouders door uitleg en scholing leren afstemmen op de behoeften van hun kind;

  • sociale steun van ouders en kind vergroten;

  • probleemoplossingsstrategieën aanreiken en hierop reflecteren.

… Meer

Een systeemgerichte aanpak is hierbij effectiever dan individueelgerichte strategieën dat zijn. Het opbouwen van een goede samenwerkingsrelatie met hulpverleners waarin ouders vertrouwen hebben is een belangrijke voorwaarde om resultaten te boeken (lees meer hierover in de richtlijn Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp. Het volgen van onderwijs en deelname aan het maatschappelijk leven (elementen van zingeving) vergroten de kans op een succesvolle terugplaatsing.

De Child Welfare Information Gateway (2020) heeft een overzicht gemaakt van werkzame elementen die terugplaatsing bevorderen:

  • gezinnen betrekken bij de uithuisplaatsing en gericht werken aan goede communicatie en het opbouwen van vertrouwen;

  • een zorgvuldig onderzoek naar de gezinssituatie uitvoeren en een hulpverleningsplan opstellen;

  • steun bieden bij, motiveren voor en vasthouden van verandering;

  • doelgerichte interventies inzetten;

  • een steunend netwerk betrekken bij de na te streven veranderingen;

  • teamwork van ouders, verzorgers, casemanagers en overige professionals stimuleren.

… Meer

Bij het plannen van een terugplaatsing is het noodzakelijk om een plan voor ten minste een jaar op te stellen voor de begeleiding van ouders en kind na terugplaatsing.

Programma’s die zich richten op terugplaatsing en stabiliteit na terugplaatsing hebben over het algemeen met elkaar gemeen dat ze zich richten op verbetering van de ouder-kindinteractie en van de vaardigheid om gedragsproblematiek bij het eigen kind te herkennen en hier op te reageren. De gemeenschappelijke werkzame elementen van deze programma’s zijn:

  • bewustzijn ontwikkelen: ouders bewust maken van en inzicht geven in de reacties van hun kind en de motivatie achter deze reacties. Dit helpt ouders om specifiek probleemgedrag bij hun kind te herkennen en aan te pakken, en om te begrijpen hoe bepaalde opvoedingsgedragingen kunnen ontstaan als gevolg van ervaringen uit het verleden;

  • motiveren: ouders aanmoedigen na te denken over hun opvoedingswaarden en over de mate waarin deze overeenkomen met hun acties;

  • doelen stellen: ouders ondersteunen om met kleine realistische opvoedingsdoelen te komen;

  • coaching: ouders coachen in hun ouder-kindinteracties en ondersteunen nieuwe vaardigheden te oefenen. Dit kan door middel van rollenspellen en videofeedback;

  • training: de reactie van ouders op de gedragsproblemen van hun kind verbeteren door positieve ouder-kindinteracties te versterken. Zo leren ouders effectiever te reageren op gedragsproblemen;

  • rolmodellering: de opvoedingsvaardigheden van ouders verbeteren door positieve ouder-kindinteracties en -gedragingen te laten zien;

  • huiswerk: ouders nieuw gedrag in een vertrouwde omgeving laten toepassen en dit bekrachtigen;

  • ouderpartnerschap: inschakelen van een mentor als hulpmiddel om opvoedingsvaardigheden te ontwikkelen.

… Meer

In Nederland zijn de volgende effectieve programma’s beschikbaar die bovenstaande werkzame elementen benutten:

… Meer

Als een kind weer thuis gaat wonen, is dit opnieuw een grote verandering voor het gezin. In de praktijk verloopt een terugplaatsing niet vanzelfsprekend succesvol. Het komt regelmatig voor (naar schatting in meer dan de helft van de gevallen) dat kinderen na terugplaatsing opnieuw uit huis geplaatst worden. Het is dan ook belangrijk om deze stap goed voor te bereiden en goede nazorg (begeleiding na terugplaatsing) te bieden. Met hulp van een gedeelde verklarende analyse kan met alle betrokkenen de juiste begeleiding worden vastgesteld.

Fase 3: begeleiding na terugplaatsing
Fase 1: begeleiding na uithuisplaatsing
Reageer!