Richtlijn Traumagerelateerde problemen

4. Toeleiden naar passende (trauma)zorg

Aanbevelingen

  • Onderzoek bij de start, maar inventariseer ook ná een traumabehandeling opnieuw de aanwezige klachten en ga na of er sprake kan zijn van comorbiditeit.

  • Verwijs door naar passende psychotraumazorg als een jeugdige vier weken na de ingrijpende gebeurtenis nog geen afname in stressreacties laat zien.

  • Verwijs eerder dan vier weken na de ingrijpende gebeurtenis door als de traumagerelateerde problemen zo ernstig zijn dat de jeugdige niet meer kan functioneren, bij een opeenstapeling van risicofactoren, bij zeer jonge kinderen (nul tot vier jaar) en bij comorbiditeit.

  • Bespreek de verwijzing goed met de jeugdige en ouders, informeer hen over verwijsmogelijkheden en luister goed naar hun ideeën, verwachtingen en wensen. Probeer zoveel mogelijk tot een gezamenlijk besluit tot verwijzing te komen. Zorg daarbij voor toestemming, een goede overdracht en afspraken over samenwerking.

  • Wacht niet met een verwijzing naar traumabehandeling tot de situatie stabiel en veilig is.

  • Kies, samen met jeugdige en ouders, waar mogelijk voor een eerste keus traumabehandeling: Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) of traumagerichte cognitieve gedragstherapie. Voor deze behandelingen bestaat het meeste bewijs dat ze helpen bij trauma.

  • Stem goed af met jeugdige, ouders, de jeugdhulpverlening, de jeugdbescherming en de jeugd-GGZ.

  • Neem contact op met de gemeente wanneer hulp niet (tijdig) beschikbaar is om gezamenlijk te zoeken naar een passende oplossing.

… Meer

Onderbouwing
Reageer!