Richtlijn Traumagerelateerde problemen
Wat bedoelen we in de jeugdhulp en jeugdbescherming precies met ‘trauma’? Hoe zien normale én afwijkende reacties van kinderen en jongeren op ingrijpende gebeurtenissen eruit? Hoe ondersteunen jeugdprofessionals daarbij? Wanneer zet je een signaleringsinstrument in? Welke interventies zijn er? Deze richtlijn geeft aanbevelingen voor traumagerelateerde klachten en het toeleiden naar passende zorg.
Heb oog voor de impact die ingrijpende gebeurtenissen kunnen hebben op het psychisch welbevinden van jeugdigen en hun naasten. Traumagerelateerde problemen komen vaak voor na een ingrijpende gebeurtenis maar worden lang niet altijd herkend.
Vraag aan elke jeugdige binnen de jeugdhulp en jeugdbescherming of hij of zij ingrijpende gebeurtenissen heeft meegemaakt en welke dit zijn. Bevraag dit actief en met enige regelmaat, jeugdigen praten hier niet makkelijk uit zichzelf over. Laat dit onderwerp bijvoorbeeld halfjaarlijks of jaarlijks terugkomen. Breng daarnaast eventuele normale of zorgwekkende stressreacties in kaart.
Wanneer een jeugdige of diens naasten je in vertrouwen vertelt dat hij of zij een ingrijpende gebeurtenis heeft meegemaakt en je toestemming geeft om dit nader in kaart te brengen, gebruik dan korte screeningsvragenlijsten. Voor ingrijpende gebeurtenissen wordt de LEC-5 (Life Events Checklist voor de DSM-5) aanbevolen, voor traumagerelateerde symptomen de CRIES-13 (Children’s Revised Impact of Event Scale), voor psychisch functioneren de SDQ (Strengths and Difficulties Questionnaire). Breng met ouders en jeugdige beschermende factoren en risicofactoren in kaart en beoordeel of ondersteunende interventies nodig zijn.
Geef psycho-educatie aan de jeugdige en belangrijke anderen, zoals ouders/opvoeders, broers en zussen, grootouders en leerkrachten. Sluit hierin aan bij de behoefte, de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de jeugdige. Geef uitleg over stressreacties die vaak voorkomen na een ingrijpende gebeurtenis, en over manieren om hiermee om te gaan. Wees bemoedigend en realistisch in je boodschap naar jeugdige en ouders/opvoeders over mogelijkheden tot herstel en eventueel behandeling.
Begeleid ouders/opvoeders bij het herstellen van de veiligheid en structuur in het gezin. Stimuleer hen een dagelijkse routine thuis en op school aan te houden, gezond slaapgedrag te bevorderen, (samen met) de jeugdige plezierige activiteiten te (laten) ondernemen en probleemoplossende vaardigheden aan te leren. Ondersteun het gezin bij het aanwenden van hulp uit het netwerk en ondersteun ouders/opvoeders bij het reguleren van hun eigen reacties, al dan niet met hulp van een jeugdprofessional.
Wacht niet af een jeugdige te verwijzen naar traumabehandeling tot de situatie volledig stabiel en veilig is. Verwijs direct door naar traumabehandeling als de traumagerelateerde problemen zo ernstig zijn dat de jeugdige niet meer kan functioneren, als er een opeenstapeling van risicofactoren is, als de jeugdige nog zeer jong is (jonger dan vier jaar) of als er meerdere problemen spelen (comorbiditeit). Verwijs ook als een jeugdige vier weken na de ingrijpende gebeurtenis nog geen afname in stressreacties laat zien. Doe dit altijd in goed overleg met de jeugdige en zijn of haar ouders/opvoeders.
Informeer jeugdige en ouders/opvoeders goed over de mogelijkheden te verwijzen naar traumabehandeling en beslis gezamenlijk om door te verwijzen naar een eerste-keus-traumabehandeling: Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) of traumagerichte cognitieve gedragstherapie. Voor deze behandelingen bestaat het meeste bewijs dat ze helpen bij traumagerelateerde problemen. De daadwerkelijke keuze tussen deze behandelingen ligt bij de behandelaar, de jeugdige en ouders/opvoeders.
Inventariseer bij de start van een traumabehandeling, maar ook na afloop, de aanwezige klachten. Onderzoek bij aanvang of er sprake zou kunnen zijn van een combinatie van meerdere problemen (comorbiditeit).
Betrek het gezin of andere betrokkenen (zoals pedagogisch medewerkers, gezinshuisouders, etc.) actief bij de behandeling, zorg voor psycho-educatie en ouderbegeleiding en zet indien geïndiceerd systemische interventies in.
Monitor de voortgang van de behandeling door gebruik te maken van gevalideerde traumavragenlijsten (bv. de KJTS) en evalueer de behandeling iedere drie tot zes maanden.
Kies een casus en ga samen met je team aan de slag met de richtlijn. Ontdek wat normale en zorgwekkende reacties zijn na een ingrijpende gebeurtenis en hoe je traumagerelateerde problemen kunt signaleren en aanpakken.
Op 25 oktober 2021 vond het webinar over de richtlijn ‘Signaleren traumagerelateerde problemen’ plaats. Wil je ook meer weten over de richtlijn en wat jij als professional kunt doen om traumagerelateerde problemen bij jeugdigen te signaleren?