In de literatuur is een groot aantal risico-, in stand houdende en beschermende factoren met betrekking tot stemmingsproblemen beschreven. Deze factoren betreffen de leefomgeving of school, de ouders of het gezin, en het kind zelf. Ze omvatten ook levensgebeurtenissen (zie het overzicht onderaan deze pagina). Risico- en in stand houdende factoren zijn factoren die een bedreiging vormen voor de ontwikkeling van de jeugdige. Beschermende factoren kunnen de invloed van risicofactoren beperken. Bekend is dat het risico op een stemmingsstoornis voornamelijk wordt gevormd door een interactie van erfelijke en omgevingsfactoren (zoals psychosociale omstandigheden of levensgebeurtenissen), maar dat dit interactie-effect door beschermende factoren kan worden afgezwakt.
Meestal zijn het twee of drie psychosociale risicofactoren die leiden tot een eerste depressieve episode. Levensgebeurtenissen, zoals het verlies van een ouder of ander familielid, echtscheiding van de ouders, verhuizing of wisseling van school, ernstige ziekte en mishandeling of seksueel misbruik, zijn belangrijke ontwrichtende factoren. Bij jeugdigen met een hoog risico op een depressie is een levensgebeurtenis in vijftig tot zeventig procent van de gevallen de directe aanleiding voor een acute depressie.
Een aantal van deze risicofactoren komt voor bij kwetsbare groepen met recht op bijzondere zorg die zijn aangewezen in het internationale jeugdrecht: kinderen met een handicap, kinderen die slachtoffer zijn van geweld, vluchtelingenkinderen en kinderen die in Nederland verblijven zonder verblijfsvergunning (ongedocumenteerde kinderen).
Het is belangrijk te weten welke risico-, in stand houdende en beschermende factoren een rol spelen in het ontstaan en in stand houden van stemmingsproblemen. Veel factoren zijn niet direct zichtbaar waardoor het voor de jeugdprofessional lastig is ze te signaleren. Het is dan ook van belang gericht naar de aanwezigheid van zulke factoren te vragen. De risico-, in stand houdende en beschermende factoren waarop invloed uitgeoefend kan worden, vormen aangrijpingspunten voor tijdige ondersteuning van jeugdigen. Interventies hebben als doel de invloed van risico- en in stand houdende factoren te beperken en de invloed van beschermende factoren te versterken. Dit alles om stemmingsproblemen te voorkomen, dan wel verergering van stemmingsproblemen tegen te gaan.
De volgende richtlijnen kunnen worden geraadpleegd:
Richtlijn KOPP in de jeugdhulp als de jeugdige ouders met psychische problemen heeft of kind van verslaafde ouders is (KOPP/KVO).
Richtlijn Problematische gehechtheid, bij (een vermoeden van) problematische gehechtheid.
Richtlijn Ernstige gedragsproblemen, bij (een vermoeden van) ernstige gedragsproblemen.
Richtlijn Scheiding en problemen van kinderen, bij kinderen van gescheiden ouders of ouders in een (echt)scheiding.
Richtlijn Kindermishandeling, bij (een vermoeden van) kindermishandeling in de vorm van verwaarlozing, lichamelijke, psychische of seksuele mishandeling.
Risico- en in stand houdende factoren
Beschermende factoren
Risico- en in stand houdende factoren
Beschermende factoren
Risico- en in stand houdende factoren
Beschermende factoren