Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp

4. Vraagverheldering

Aanbevelingen

  • Laat ouders en jeugdige formuleren wat hun vraag of het probleem is en bouw een constructieve samenwerkingsrelatie op.

  • Wees altijd alert op (alarm)signalen en risicofactoren van kindermishandeling en huiselijk geweld en breng indien nodig hulp op gang. Zie de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (Rijksoverheid, 2013). Zie ook de Richtlijn Kindermishandeling voor jeugdhulp en jeugdbescherming (Vink et al., 2020). Schakel bij (vermoedens van) kindermishandeling of huiselijk geweld een gedragswetenschapper in.
    Heb aandacht voor de ’beladenheid’ van veiligheid/kindermishandeling. Wees je bewust van de schuld- en schaamtegevoelens bij ouders en jeugdigen, die bijdragen aan het verborgen houden. Maak veiligheid en kindermishandeling bespreekbaar en laat merken dat je ouders wilt helpen, zonder hen te veroordelen voor hun gedrag maar ook zonder het gedrag te bagatelliseren.
    NB. Deze aanbeveling is vooral bedoeld voor jeugdprofessionals in het vrijwillige kader. Voor jeugdbeschermers geldt dat ze vooral moeten letten op nieuwe signalen die erop kunnen duiden dat kindermishandeling en huiselijk geweld voortduren of escaleren.

  • Check praktische en formele informatie en inventariseer samen met ouders en jeugdige de hulpvraag (klachten) en positie en rol van de betrokkenen. Vraag toestemming aan ouders en jeugdige om informatie bij derden op te NB. Een jeugdbeschermer mag altijd informatie met andere professionals uitwisselen. Wel moet hij ouders en jeugdige hierover informeren. Daarbij is het handig om te vermelden dat het gaat om informatie die betrekking heeft op de voorwaarden en het risico op onveiligheid.

  • Beoordeel samen met ouders en jeugdige aan de hand van het Framework for the Assessment of Children in Need and their Families:

    • de vraag van ouders en jeugdige, de aard en ernst van het probleem en de krachten;
    • de veiligheid;
    • het probleembesef, de motivatie en balans in de draagkracht en draaglast bij de ouders en/of de jeugdige;
    • de urgentie van het probleem.
  • Neem samen met ouders en jeugdige een besluit over het

    • Als de kern van de problematiek helder wordt, pak dan de specifieke richtlijn passend bij dat probleem erbij.
    • Geef bij een alledaags of licht probleem voorlichting of advies, of zet waar mogelijk het sociaal netwerk van het gezin in en/of een lichte interventie.
    • Overweeg specialistische diagnostiek en/of behandeling als er sprake lijkt van een medisch of psychiatrisch probleem of een licht verstandelijke beperking.
    • Bespreek bij complexe en/of meervoudige problematiek ook met een gedragswetenschapper de conclusies over de aard en ernst van de problemen.
    • Als verder onderzoek nodig is en er geen specialistische expertise voor diagnostiek nodig is, dan volgt de fase van probleem- en
    • Zorg dat verder onderzoek of nadere diagnostiek en/of het op gang brengen van hulp niet te lang duurt. Lange wachttijden en onzekerheid over de wachttijd kunnen de situatie verergeren.
  • Leg schriftelijk de gezamenlijke conclusies, beslissingen en gemaakte vervolgafspraken vast. Maak bij het inschakelen van specialistische hulp afspraken met ouders en jeugdige over het delen van gegevens met de andere hulpverlener.

… Meer

De vraagverhelderingsfase
Reageer!