Er is een aantal kaders dat relevante aandachtspunten aanreikt voor het beoordelen van de situatie in gezinnen, namelijk:
Beide modellen zijn van belang voor het besluitvormingsproces. Voor het model van Rispens en collega’s is gekozen omdat dit in Nederland bekendheid heeft. Dit model biedt jeugdprofessionals globaal inzicht in de normale ontwikkeling en opvoeding van jeugdigen. Het Framework for the Assessment of Children in Need and their Families biedt een inhoudelijk kader voor het beslisproces. Dit model is ontwikkeld in Groot-Brittannië, maar wordt ook in andere landen veel gebruikt. Het gaat uit van een systeemgerichte blik, waarbij welzijn en ontwikkeling van de jeugdige centraal staat, maar ook oog is voor de context (opvoedingsvaardigheden van ouders, gezins- en omgevingsfactoren die van invloed zijn op jeugdige, ouders en gezin). Dit sluit aan bij diverse andere modellen die in de praktijk gebruikt worden, zoals de GIZ-methodiek en Gezin Centraal.
Jeugdprofessionals hebben kennis van de ontwikkeling van jeugdigen, ontwikkelingspsychopathologie en opvoeding nodig om te kunnen vaststellen of er (mogelijk) sprake is van een probleem. Het beoordelen van problemen in de opvoeding en ontwikkeling van jeugdigen kan niet los staan van de leeftijd. Rispens et al., beschrijven een model van ontwikkelingsopgaven en opvoedingsopgaven dat helpt om problemen te relateren aan de leeftijd.
Ontwikkelingsopgaven zijn essentieel voor de ontwikkeling. Het leren beheersen ervan draagt bij aan de verdere ontwikkeling en het welbevinden van de jeugdige. In aansluiting op de
ontwikkelingsopgaven hebben ouders en andere opvoeders opvoedingsopgaven. Het is hun taak om een opvoedingsklimaat te creëren dat de ontwikkeling van de jeugdige optimale kansen biedt.
Het Framework for the Assessment of Children in Need and their Families (Department of Health, 2000) helpt om een zorgvuldige afweging te maken met het oog op de veiligheid, het welzijn en de ontwikkeling van jeugdigen. Met dit Framework kunnen jeugdprofessionals jeugdigen zien binnen de context waarin zij opgroeien. Het wordt weergegeven door de volgende driehoek:
Figuur 1: Framework for the Assessment of Children in Need and their Families (Department of Health, 2000)
Het Framework stelt dat het welzijn en de ontwikkeling van de jeugdige worden bepaald door de interactie tussen drie domeinen (de drie zijden van de driehoek):
Deze drie domeinen zijn onderling verbonden. Daarbij is het belangrijk in het oog te houden dat er bij de ouders risicofactoren aanwezig kunnen zijn die hun opvoedingscapaciteiten beïnvloeden. Ook bij jeugdigen kunnen risicofactoren spelen die hun ontwikkelingsbehoeften en –mogelijkheden beïnvloeden. Daarnaast kunnen er natuurlijk ook beschermende factoren
zijn die de aanwezigheid van problemen kunnen compenseren. Ook in het gezin en de omgeving kunnen er risico- en beschermende factoren aanwezig zijn. Informatie per domein kan geordend worden in (1) zorgen, problemen en risicofactoren, en (2) wat goed gaat, sterke punten en beschermende factoren.