Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp

3. Het beslisproces

Aanbevelingen

De werkgroep doet de volgende aanbevelingen:

  • Beoordeel samen met ouders en jeugdige wat de aard en ernst van hun vraag of probleem is en beslis samen met hen over de best passende hulp. Doorloop de volgende kernstappen:

    1. vraagverheldering;
    2. probleem- en krachtenanalyse maken (indien nodig);
    3. doelen opstellen;
    4. beslissen over passende hulp & het netwerk verkennen en mobiliseren;
    5. de hulp uitvoeren (niet uitgewerkt in deze richtlijn);
    6. de resultaten van de hulp evalueren en beslissen over vervolg of beëindiging.
  • Als een gecertificeerde instelling start met de uitvoering van een jeugdbeschermingsmaatregel zijn de stappen van vraagverheldering en probleem- en krachtenanalyse vaak al gezet. Bespreek in dat geval het raadsrapport en de beschikking, en onderzoek waar de vragen en behoeften van het gezin liggen.

  • In het raadsrapport en de beschikking zijn vaak hulpdoelen beschreven, maar deze vragen om uitwerking en prioritering. Benut de ruimte in het beslisproces om samen met gezinnen keuzes te maken en invulling te geven aan de keuze voor hulp. Het raadsrapport en de beschikking van de kinderrechter stellen randvoorwaarden aan de hulp.

  • Wees je ervan bewust dat beslissen moeilijk is en dat mensen er vaak moeite mee hebben om veel informatie te verwerken. Maak daarom een helder onderscheid tussen de informatie die je verzamelt, de gedachten en ideeën die je daarover hebt, de conclusies die je trekt en de beslissingen die je op basis daarvan neemt. Gebruik hulpmiddelen om valkuilen in besluitvorming te vermijden en reflecteer samen met een gedragswetenschapper regelmatig op de lopende zaken.

  • Verzamel alleen die informatie die nodig is om de vraag van de cliënt te verhelderen, diens doelen te bereiken en beslissingen over passende hulp te nemen. Waak echter voor een kokervisie en houd rekening met meerdere mogelijke verklaringen voor symptomen of signalen van problemen.

  • Houd gedurende het hele besluitvormingsproces aandacht voor de veiligheid van de jeugdige, de motivatie van ouders en jeugdige en de (mogelijke) betrokkenheid van het sociale netwerk.

  • Beslis weloverwogen welke instrumenten en middelen (vragenlijst, observatie, interview, bestaande dossiers en/of informatie van derden) het beste ingezet kunnen worden om de problemen en krachten verder in kaart te brengen en te beslissen over passende hulp.
    Schakel indien nodig een specialist of expert in voor verdere diagnostiek.

  • Maak gebruik van gestandaardiseerde en gevalideerde instrumenten en breed gewaardeerde hulpmiddelen om de aard en ernst van de problemen en de krachten in kaart te brengen. Interpreteer als gedragswetenschapper zorgvuldig de meetresultaten en breng ze in perspectief met andere informatie die verzameld is.

  • Spreek cruciale beslissingen van tevoren door met de gedragswetenschapper. Zoals: conclusies van de probleem- en krachtenanalyse, beslissing over de koers die uitgezet is of moet worden, beslissing over een aanbod voor hulp.

    Bevraag als gedragswetenschapper de jeugdprofessionals zorgvuldig. Vraag wat de verzamelde feiten zijn, welke mening en beleving ouders, jeugdige en jeugdprofessional daarbij hebben en trek een heldere conclusie over wat er aan de hand is. Help de uitvoerende professional om te reflecteren op de zaak en helder uit te leggen waarom hij tot bepaalde conclusies is gekomen.

  • Zorg dat je kennis hebt van ontwikkelings- en opvoedingstaken. Raadpleeg bij onvoldoende kennis over ontwikkelings- en gedragsproblematiek een gedragswetenschapper.

  • Zorg dat je weet wat belangrijke aandachtspunten zijn in het beoordelen van de aard en ernst van de problemen, inclusief risico- en beschermende factoren, veroorzakende en instandhoudende factoren en sterke kanten van ouders en

  • Zorg dat je beschikt over de analytische vaardigheden en schrijfvaardigheden die nodig zijn om het beslisproces verantwoord te kunnen uitvoeren. Dit geldt ook voor gespreksvaardigheden, die beschreven zijn in hoofdstuk 2.7.

  • Bespreek altijd met ouders en jeugdige of en hoe de informatie-uitwisseling en afstemming van hulp plaats gaat vinden (denk aan huisarts, school, vrijetijdsbesteding).

    Laat ouders en jeugdige deze informatie-uitwisseling zo veel mogelijk zelf doen, of doe het samen met ouders en jeugdige. Vraag toestemming om informatie bij andere professionals op te vragen. Toestemming hoeft niet te worden gevraagd als de veiligheid van de jeugdige in gevaar is. Ouders dienen wel op de hoogte gebracht te worden wanneer informatie zonder hun toestemming bij andere partijen wordt opgevraagd. In uitzonderlijke gevallen kan dit ook achteraf.

  • Wees alert op de valkuilen die besluitvorming door een team heeft, en maak gebruik van de kwaliteiten die het in zich heeft. Een interdisciplinair team, goede voorbereiding, wisseling van perspectief, een sterke voorzitter, gestructureerde bespreking van de casus, monitoring en reflectie, en een sfeer gericht op leren bevorderen de kwaliteit van de belsuitvorming.

… Meer

Advisering door het team
Reageer!