Residentiële jeugdhulp

Samenwerken met ouders

Ondersteunen bij het invullen van de ouderlijke verantwoordelijkheid

Pedagogisch medewerkers kunnen ouders ondersteunen bij het invullen van ouderlijke verantwoordelijkheid. Hierbij is zowel de houding van pedagogisch medewerkers ten opzichte van de ouders belangrijk, als het aanbieden van begeleiding, ondersteuning en training van vaardigheden.

Houding van pedagogisch medewerkers

De uitgangspunten voor het samenwerken met ouders zoals in Samenwerken met ouders geformuleerd, vormen een basis voor de houding van de pedagogisch medewerker. Ouders zijn partners in de hulpverlening en ouders en jeugdigen houden zo veel mogelijk de regie.

Bij het invullen van de ouderlijke verantwoordelijkheden ondersteunen pedagogisch medewerkers door effectief met ouders te communiceren en ouders als gesprekspartner serieus te nemen. Ouders wordt gevraagd naar hun visie, wensen, ideeën en mogelijkheden.

De pedagogisch medewerker kan hierbij twee stijlen inzetten: engageren en positioneren. Engageren is het motiveren van ouders om mee te werken en het aansluiten bij hun wensen en verwachtingen. Positioneren is alles wat de pedagogisch medewerker doet om het belang van de ontwikkeling en de veiligheid van de jeugdige te benadrukken, en om te verduidelijken wat daarin de verantwoordelijkheden zijn van ouders en pedagogisch medewerkers of anderen.

Bij effectieve communicatie gaat de pedagogisch medewerker op zoek naar de sterke kanten van de ouders met als doel de ouders te versterken in hun ouderrol. Hiervoor kan de pedagogisch medewerker onder andere gebruik maken van de oplossingsgerichte benadering, motiverende gesprekstechnieken en de empowermenttheorie.

Onderzoek naar de wijze waarop ouders de samenwerking met pedagogisch medewerkers ervaren laat zien dat voor ouders de volgende punten belangrijk zijn:

  • Er wordt naar hen geluisterd.

  • Zij worden met respect behandeld.

  • Er wordt van uitgegaan dat zij een belangrijke bijdrage leveren om de jeugdige te helpen.

  • Zij ontvangen alle benodigde en gewenste informatie.

  • Er worden geen beslissingen genomen zonder overleg.

… Meer

Uit onderzoek blijkt dat er een verschil is tussen wat ouders willen en wat pedagogisch medewerkers doen. Ouders en pedagogisch medewerkers blijken met name van mening te verschillen over de mate van samenwerking met ouders in het hulpverleningsproces. Volgens ouders gebeurt dit veel minder vaak dan pedagogisch medewerkers aangeven.

Het onderzoek maakt duidelijk hoe belangrijk het is dat pedagogisch medewerkers expliciteren wat ze doen en dat de samenwerking tussentijds geëvalueerd wordt. Dit vraagt om een transparante houding, waarbij de pedagogisch medewerkers informatie delen, helder zijn over informatie en besluitvorming, afspraken maken over verantwoordelijkheden van ouders, jeugdige en pedagogisch medewerkers, bespreken welke inspanning van alle betrokkenen wordt verwacht en een gemeenschappelijke zienswijze van de (aanpak van de) problematiek creëren

Werkwijze en activiteiten

Ouders worden gestimuleerd hun ouderverantwoordelijkheid vorm te geven. Zij bepalen in overleg op welke wijze zij hun verantwoordelijkheid willen en kunnen vormgeven en op welke wijze ze hierin ondersteund willen worden door pedagogisch medewerkers en mensen uit hun eigen netwerk. De samenwerking met ouders kan op de volgende wijzen gerealiseerd worden:

Samenwerking met ouders bij de behandeling of het hulpverleningsproces

Een actieve rol van ouders bij de opnameprocedure is een voorwaarde om tot een goede samenwerking gedurende het residentiële verblijf te komen. Een goede voorbereiding van de plaatsing is daarom belangrijk. Ouders worden uitgenodigd om hun ideeën over de samenwerking tijdens het verblijf te uiten en samen op zoek te gaan naar mogelijkheden om hun verantwoordelijkheden te behouden. Interventies die hen hierbij kunnen ondersteunen zijn de Eigen Kracht-conferentie, het Gezamenlijk onderzoek (GO) en het ambulante voortraject. Bij deze interventies staat centraal dat er een gezamenlijk plan wordt opgesteld waar ouders, jeugdige en het netwerk elk een actief aandeel in hebben. Gezamenlijk met alle betrokkenen worden veranderwensen en mogelijke oplossingen geïnventariseerd.

Voor de samenwerking is het verder belangrijk om het gezin zicht te geven op de opnameprocedure. Ook is het van belang om afspraken te maken over ieders positie in de hulpverlening, de ouders bij behandelplanbesprekingen uit te nodigen en het gezin deel te laten nemen aan formele activiteiten. Activiteiten die daarbij horen zijn onder andere kennismaking van de ouders met de residentiële groep, afspraken over het bezoek aan hun kind, afspraken over de begeleiding die ouders ontvangen, over verantwoordelijkheden, en de ondersteuning van ouders bij de keuze voor de doelen en de aanpak.

Behoud van de ouderlijke verantwoordelijkheid tijdens het verblijf in de groep

Je kunt de ouders verantwoordelijkheid laten behouden tijdens het residentiële verblijf door:

 

  • het contact tussen ouders en jeugdige te faciliteren, bijvoorbeeld door weekendbezoek, de aanwezigheid van ouders op de residentiële groep en telefonisch contact;

  • de financiële middelen te bieden om dit contact mogelijk te maken, bijvoorbeeld door het instellen van een fonds hiervoor;

  • de ouders inspraak te geven in regelingen zoals de bezoekregeling of mate van telefonisch contact;

  • gedeelde besluitvorming over pedagogische opvoedverantwoordelijkheden te organiseren, bijvoorbeeld ten aanzien van doktersbezoek, school of roken;

  • ouderlijke verantwoordelijkheid te continueren, zoals bij de aanschaf van kleding, aanwezigheid bij een bespreking op school of bij een doktersbezoek;

  • openheid te creëren door ouders welkom te heten op de groep, de deelname van ouders aan activiteiten op de groep te stimuleren en te zorgen voor een laagdrempelig contact met pedagogisch medewerkers;

  • de participatie in activiteiten op de residentiële groep te bevorderen door bijvoorbeeld deelname aan uitjes of praktische taken (zoals koken) te stimuleren.

… Meer

Ouderondersteuning bij de opvoeding
Samenwerking krijgt ook vorm doordat ouders zelf ondersteuning ontvangen bij de opvoeding. Het kan daarbij gaan om het begeleiden van ouders door het residentieel team of door een ambulante instantie, of door het aanbieden van (gezins-)interventies. Dit kan in de vorm van oudergesprekken waarin opvoedvaardigheden besproken en geoefend worden, gezinsgesprekken, thuisbezoek, telefonisch contact of informatie-(thema-)avonden.

Participatie bij het vormgeven van het beleid
Ouders kunnen in de cliëntenraad en de ouderraad een rol spelen bij het vormgeven van het beleid.

Praktijkexperts geven aan dat het belangrijk is om ouders gericht van informatie te voorzien en niet te overstelpen met informatie. Bij het eerste contact met ouders wordt gevraagd welke informatie de ouders graag willen ontvangen en hoe zij deze willen ontvangen. Het hulpverleningsplan wordt op het niveau van de jeugdige en de ouders geschreven, en kan ook samen met jeugdige en ouders geschreven worden. Ook een verslag van huisbezoeken of gesprekken kan samen met jeugdige en ouders worden geschreven, door aan hen te vragen wat er onthouden moet worden van het gesprek.

Praktijkexperts benadrukken dat een residentieel verblijf een onderdeel is van een hulptraject. Er is sprake van ‘doorgaande hulp’, waarbij een residentieel verblijf beschouwd wordt als een tijdelijke intensivering van de behandeling. Pedagogisch medewerkers verlenen tijdelijk hulp aan de jeugdige en het gezin. Gezien de tijdelijke aard is het belangrijk dat ouders hun verantwoordelijkheden kunnen blijven vervullen tijdens de residentiële behandeling van hun kind (bijvoorbeeld doordat ze samen met hun kind zijn kamer inrichten en internetbellen wanneer er sprake is van een geografische afstand). Het perspectief moet al bij de start van de residentiële plaatsing in gesprek met jeugdige en ouders besproken en afgesproken worden.

Tijdens het verblijf van de jeugdige kan het perspectief ‘terug naar huis’ veranderen in het perspectief ‘naar leefgroep/gezinshuis/pleegzorg’ of ‘zelfstandigheid’. Deze perspectiefwisseling heeft gevolgen voor de focus van de behandeling en de inhoud van de samenwerking met de ouders. Praktijkexperts geven aan dat bewust dient te worden omgegaan met deze perspectiefwisseling en dat ouders, ook als de jeugdige niet terug naar huis gaat, een actieve rol blijven vervullen. Het is daarom belangrijk dat pedagogisch medewerkers de ouders blijven informeren en uitnodigen op de groep. Ook is het van belang in gesprek te gaan met jeugdigen en ouders over hoe zij hun contact in de toekomst zien en willen vormgeven, en welke rol en taken de ouders blijven vervullen.

Praktijkexperts benadrukken dat er naast de samenwerking met ouders meer aandacht moet komen voor de rol van broers en zussen: hun invloed en behoeften zijn óók van belang, net als wanneer en op welke wijze zij betrokken zouden moeten worden bij de behandeling en de beoogde veranderwensen.

Interventies gericht op samenwerken met ouders

In de Databank Effectieve Jeugdinterventies is een aantal interventies beschikbaar voor de begeleiding, ondersteuning en training van ouders met als doel ouders te versterken in hun ouderrol om zo de opvoeding weer aan te kunnen. Kenmerkend voor een effectieve training in opvoedingsvaardigheden is dat de training gericht is op de sterke kanten van ouders, doelgericht en gezinsgericht is, zowel een individuele als een groepsaanpak heeft en uitgevoerd wordt door gekwalificeerd personeel. Het draagt bij aan het succes van een interventie als de pedagogisch medewerker regelmatig de effecten evalueert, oefenmogelijkheden biedt voor nieuwe vaardigheden (waarbij de oudertrainer model staat), interactieve trainingstechnieken inzet, en zowel moeders als vaders bij de interventie betrekt.

Interventies die ingezet kunnen worden om ouders te ondersteunen zijn:

  • Gezin Centraal (GC) (goed onderbouwd) ;

  • Doen Wat Werkt (DWW) (erkenning als ‘goed onderbouwd’ verlopen);

  • en indien er sprake is van onveiligheid van het kind: Signs of Safety (goed onderbouwd).

… Meer

Randvoorwaarden voor samenwerken met ouders

Om de kwaliteit van de samenwerking met de ouders te bevorderen moet aan de volgende randvoorwaarden worden voldaan:

  • De organisatie beschikt over uitgewerkte methodische hulpmiddelen om de samenwerking met ouders en jeugdigen te bevorderen (bijvoorbeeld bij het opstellen van doelen).

  • Het volgen van training en supervisie bevordert de kennis, vaardigheden en het toepassen van technieken en methodische hulpmiddelen door pedagogisch medewerkers. Ook draagt training en supervisie bij aan het ontwikkelen van de juiste houding en manier van handelen die nodig zijn om samen te werken met ouders en hen te ondersteunen bij het invullen van ouderlijke verantwoordelijkheden. Voor het ontwikkelen van specifieke vaardigheden voor de samenwerking met ouders met eigen problematiek (een verstandelijke beperking, psychiatrische problematiek of middelengebruik) is training en supervisie eveneens gewenst.

  • De organisatie heeft een visie op de samenwerking met ouders en jeugdigen in de hulpverlening. Deze visie moet gedragen worden door alle medewerkers van de organisatie. Het vraagt van iedereen binnen de organisatie inspanning om deze visie gestalte te geven. De wijze waarop de telefoon wordt aangenomen, de woordkeuze van de schriftelijke informatie, de communicatieve vaardigheden van de pedagogisch medewerkers en de ontvangst op de residentiële groep bepalen namelijk of ouders zich welkom voelen.

  • De organisatie heeft heldere interne communicatielijnen en communicatieafspraken met ketenpartners: besluiten worden in overleg met het gezin genomen en er is een duidelijke rolverdeling onder de hulpverleners.

  • Er is overeenstemming tussen hulpverlenend personeel over de uitvoering van de hulp.

… Meer

Aanbevelingen
Samenwerken met ouders
Reageer!