Residentiële jeugdhulp

1. Het pedagogisch leefklimaat

Positieve onderlinge interactie en atmosfeer

Hoewel onderzoeksresultaten niet altijd in dezelfde richting wijzen, zijn er aanwijzingen dat in leefgroepen ‘deviantietraining’ kan ontstaan waarbij jeugdigen elkaar negatief beïnvloeden. Daarnaast geven jeugdigen zelf aan last te hebben van uitschelden, slaan en schoppen door groepsgenoten en bang te zijn voor pesterijen, mishandeling, seksueel misbruik, groepsdruk en machtsverhoudingen. Naast deze negatieve ervaringen geven jeugdigen ook aan dat groepsgenoten belangrijk voor hen zijn: zij hebben steun aan elkaar en ervaren vriendschap. Uit onderzoek komen aanwijzingen naar voren dat kleine en niet te drukke groepen bijdragen aan het welbevinden van jeugdigen en aan een ondersteunende relatie met de pedagogisch medewerker. Positieve onderlinge interacties en atmosfeer worden bevorderd door:

  • peergroup-programma’s waarin jeugdigen leren elkaar positieve feedback te geven. Voorwaarde is dat de jeugdigen getraind worden in onder andere probleemoplossende vaardigheden en agressieregulatie en dat de begeleiders zijn opgeleid in het hanteren van groepsdynamische processen;

  • groepsoverleg waarin jeugdigen gestimuleerd worden zich uit te spreken over zaken die hen zelf of anderen aangaan. Hierdoor leren zij luisteren, onderhandelen en elkaar aanspreken;

  • aandacht voor pesten;

  • groepen van maximaal zes tot acht jeugdigen;

  • de mogelijkheid voor jeugdigen om zich terug te trekken op een eigen kamer. Het werkt stressverlagend als jeugdigen een bepaalde controle over hun situatie ervaren en tot rust kunnen komen.

… Meer

Praktijkexperts noemen in aanvulling op de literatuur de volgende manieren om de onderlinge interacties en atmosfeer positief te beïnvloeden:

  • aanwezig zijn op de groep;

  • als rolmodel fungeren door complimenten te geven, respectvol om te gaan met jeugdigen en te reageren op grensoverschrijdend gedrag tussen jeugdigen onderling;

  • met de jeugdigen een haalbaar concreet groepsdoel vaststellen;

  • groepsgesprekken organiseren over bijvoorbeeld omgangsnormen en groepsprocessen, waardoor onderwerpen bespreekbaar gemaakt kunnen worden;

  • jeugdigen laten oefenen om op een positieve manier met elkaar om te gaan met behulp van een groepsactiviteit of spel om de sociale vaardigheden van de jeugdigen te versterken.

… Meer

Overige kenmerken
Structuur en leefregels
Reageer!