Radicalisering

Uitgangsvraag en aanbevelingen

B. Pedagogische invalshoek

Aanbeveling:
Radicale ideeën hoeven niet zorgwekkend te zijn. Focus in een preventieve aanpak daarom op ‘zorgwekkende radicalisering’ in plaats van op ‘radicale ideeën’, en werk vanuit een pedagogische invalshoek.

Radicale ideeën hoeven niet zorgwekkend te zijn. Ze passen bij een gezonde ontwikkeling en het zoeken naar identiteit. De vorming van idealen is immers kenmerkend voor de adolescentie (Sieckelinck, 2009). Jongeren hebben daarbij het recht om hun mening te vormen en hun ideeën, identiteit en standpunten te uiten. Dit is (onder meer) belangrijk voor de ontwikkeling van hun identiteiten (Kinderrechtenkader 2024). Maar jongeren kunnen ook verstrikt raken in radicale opvattingen. Daardoor kunnen deze ideeën een gevaar vormen voor de ontwikkeling van de jongere zelf, of voor zijn of haar omgeving. Opvoeders hebben hierin dus een belangrijke taak: binnen veilige kaders de ontwikkeling van jongeren helpen bevorderen.

Om als jeugdprofessional adequaat te kunnen reageren op zorgwekkende radicalisering, is het belangrijk om het fenomeen pedagogisch te benaderen (Van San et al., 2013). Het plaatsen van radicalisering en extremisme in een ontwikkelingsgericht perspectief, helpt namelijk om de kijk op het ontstaan en de aanpak van het probleem te verbreden. De focus op preventie verdringt ‘bedreiging’ als organiserend principe en stelt in plaats daarvan ‘groei’ centraal. Het is dus van belang voor jeugdprofessionals om zicht te krijgen op factoren bij jongeren die deze groei belemmeren. Voor de hulp aan jongeren geldt hetzelfde als voor educatie: gebrekkig onderwijs kan bijdragen aan gevoelens van onbeduidendheid, frustratie en uitsluiting. Maar onderwijs heeft ook de mogelijkheid om voorwaarden te scheppen waarin betekenis, verhaal en verbinding ontstaan (Sieckelinck & Stephens, 2023).

  • Onderbouwing en verdieping

    De adolescentie is niet alleen een overgangsperiode in het leven. De jeugd vormt ook een belangrijk segment van de samenleving met een duidelijke rol in het aanjagen van sociale verandering (Wyn & Woodman, 2006). Radicaliteit in een jongere kan deel uitmaken van zijn of haar volwassen worden (Van San et al., 2013). Redelijkerwijs kan verwacht worden dat dit verandert of verdwijnt met de (jong)volwassenheid (Sieckelinck & Stephens, 2023).

    Radicaliserende jongeren kunnen worden beschouwd tegen de achtergrond van het gegeven dat de vorming van idealen een noodzakelijk onderdeel uitmaakt van sociale identiteitsontwikkeling en kritisch burgerschap. Hiermee is dus een opvoedingstaak voor volwassenen gemoeid. Het is de taak van opvoeders om enerzijds de ontwikkeling van een eigen identiteit (en dus van eigen idealen) van jongeren te bevorderen. Anderzijds om ervoor te zorgen dat de identiteit zich in een maatschappelijk constructieve richting ontwikkelt (De Winter, 2007).

    Een positief effect hiervan is dat een preventieve aanpak van jeugdbeleid minder stigmatiserend werkt. Bovendien geldt voor signalen van radicalisering en extremisme als voor de aanwezigheid van onderliggende factoren dat de uitkomst niet vanzelfsprekend naar één specifiek probleem gaat. De brede ontwikkeling van jongeren blijft voor ogen, gerelateerd aan sociale, relationele en individuele factoren (Beelmann en Jonkman, 2021).

C. Contextgericht werken
A. Radicalisering: definitie en ‘label’
Reageer!