Radicalisering

Uitgangsvragen en aanbevelingen

G. Delen van signalen en informatie

Aanbeveling:
Blijf niet rondlopen met signalen van mogelijke zorgwekkende radicalisering van een jongere. Vraag altijd intern bij collega’s of extern bij deskundigen advies over het interpreteren van signalen. Gebruik de Werkwijze in kaart brengen, interpreteren en delen van mogelijke signalen van zorgwekkende radicalisering om te weten wanneer, hoe, met wie en onder welke voorwaarden je informatie mag delen.

Bij vermoedens van mogelijke zorgwekkende radicalisering is het belangrijk om een compleet beeld te krijgen van de situatie. Dit is soms lastig en vraagt om samenwerking met andere betrokkenen. In alle gevallen is het belangrijk om niet alleen te blijven rondlopen met signalen van mogelijke zorgwekkende radicalisering van een jongere. Vraag altijd intern bij collega’s of extern bij deskundigen advies  over de interpretatie van de signalen en over mogelijke vervolgstappen. En over mogelijke veiligheidsrisico’s die door het voeren van een gesprek met de jongere kunnen ontstaan. Doe dat bij voorkeur anoniem, dus zonder dat je de naam van de jongere of het gezin noemt.

Bij twijfels of vermoedens van zorgwekkende radicalisering kun je, afhankelijk van de situatie, verschillende stappen zetten. Praat bijvoorbeeld met collega’s of andere professionals over de zorgen die je hebt. Mensen die het dichtst bij een jongere staan, zoals vrienden of familie, zien vaak de meeste signalen of geven zelf signalen af over de zorgen die zij hebben. Als professional heb je daar niet altijd zicht op.

Werkwijze in kaart brengen, interpreteren en delen van mogelijke signalen van radicalisering

Hoe je informatie op een juiste manier deelt, is beschreven in de Werkwijze in kaart brengen, interpreteren en delen van mogelijke signalen bij vermoedens van zorgwekkende radicalisering. De werkwijze helpt professionals om te handelen bij signalen van zorgwekkende radicalisering. Professionals worden begeleid door de stappen die ze moeten zetten om zorgvuldig tot een besluit te komen over het extern delen van informatie.

De volgende zeven stappen worden in de Werkwijze verder toegelicht:

  1. Breng de signalen van mogelijke zorgwekkende radicalisering in kaart.
  2. Maak veiligheidsrisico’s concreet.
  3. Vraag advies op basis van de beschreven signalen en kom zo mogelijk tot duiding.
  4. Bespreek de signalen met de jongere en/of zijn ouders.
  5. Taxeer de risico’s.
  6. Beslis, op basis van de concrete beschrijving van de veiligheidsrisico’s en de inschatting van de ernst daarvan, of de signalen van mogelijke zorgwekkende radicalisering extern moeten worden gedeeld.
  7. Als extern delen van informatie noodzakelijk is in verband met de ernstige veiligheidsrisico’s, beslis dan welke informatie moet worden gedeeld en aan wie deze moet worden verstrekt.

Omgang met ouders

De omgang met ouders bij signalen van radicalisering is geen expliciete uitgangsvraag geweest voor de ontwikkeling van de richtlijn Radicalisering. Verwezen wordt naar andere richtlijnen voor Jeugdhulp en Jeugdbescherming waarin expliciet aandacht wordt gegeven aan de omgang van jeugdprofessionals met ouders, in het bijzonder de Richtlijn gezamenlijk beslissen over passende hulp.

Extern informatie delen

Wees bij het vragen van advies terughoudend met het extern delen of melden van signalen met de naam of andere gegevens van de betrokkenen erbij (zoals in een casusoverleg, met de politie of het Zorg- en Veiligheidshuis). Het label ‘radicalisering’ heeft grote potentiële gevolgen voor alle betrokkenen. Voor de jongere zelf, zijn familie en vriendenkring, de beroepskrachten in de praktijk, de eventuele werkomgeving van de jongere en in het (lokale) bestuur. Het extern delen van signalen van zorgwekkende radicalisering mag bovendien alleen als de jongere en of ouder daarvoor toestemming geeft. Zie voor meer informatie over het verlenen van toestemming het Kinderrechtenkader. Zonder toestemming is het alleen mogelijk onder bepaalde voorwaarden, waaronder concrete en ernstige veiligheidsrisico’s. Vraag in ieder geval altijd eerst advies over het interpreteren van signalen en mogelijke vervolgstappen binnen je eigen organisatie of bij organisaties met specifieke expertise op radicalisering.

In de fase van oordeelsvorming is het voor de professional ook mogelijk om een casus anoniem voor te leggen aan de radicaliseringsexpert van het Zorg- en Veiligheidshuis. Deze kan doorgaans goed inschatten of en in hoeverre er sprake is van radicalisering en helpt meedenken over verdere informatieverzameling (waaronder: welke vragen moet ik stellen om een beter beeld te krijgen van de situatie). Ook kan deze expert (mits de jongere daartoe bereid is) in enkele gesprekken met de jongere duiding geven over of en in hoeverre er sprake is van zorgwekkende radicalisering.

H. Lokale expertise
F. Jongeren met een lichte verstandelijke beperking
Reageer!