Pleegkinderen die in een pleeggezin worden mishandeld, worden in feite dubbel getraumatiseerd: de eerste keer bij de uithuisplaatsing (en de mishandeling die daar eventueel aan vooraf is gegaan) en de tweede keer bij de mishandeling in het pleeggezin. Zij lopen een grote kans op allerlei psychische en ontwikkelingsproblemen, zoals onveilige gehechtheid, externaliserende en internaliserende gedragsproblemen, problemen in de sociaal-emotionele of cognitieve ontwikkeling, trauma en lichamelijk letsel.
De volgende risicofactoren vergroten de kans op mishandeling (in een pleeggezin):
geslacht: meisjes lopen een tweemaal hoger risico op seksueel misbruik dan jongens. Jongens hebben weer een hoger risico op fysieke mishandeling;
een (licht) verstandelijke beperking: onder toezicht gestelde jeugdigen met een verstandelijke beperking hebben een driemaal hoger risico op seksueel misbruik dan normaal begaafde jeugdigen die onder toezicht zijn gesteld;
voorgeschiedenis bij het pleegkind van seksueel misbruik;
stress bij pleegouders;
plaatsing in een netwerkpleeggezin;
gebrekkige screening en begeleiding van pleegouders;
verlaging van screeningsnormen als er weinig nieuwe pleegouders beschikbaar zijn;
hoge caseload van de pleegzorgbegeleider en jeugdzorgwerker.