Pleegzorg

2. Beslissen over het perspectief van het pleegkind

Factoren van invloed op het besluit tot terugplaatsing

In de onderzoeksliteratuur zijn geen specifieke afwegingen en criteria gevonden voor de beslissing om een uithuisgeplaatste jeugdige al dan niet bij zijn ouders terug te plaatsen. In onderstaand overzicht zijn verschillende factoren die volgens onderzoek van invloed zijn op het besluit tot terugplaatsing op een rij gezet. Het is daarbij niet zo dat een enkele factor doorslaggevend is voor de besluitvorming. Het gaat altijd om een combinatie van factoren.

Factoren die de kans op terugplaatsing verkleinen

  • Reden voor uithuisplaatsing

    • verwaarlozing
  • Pleegkindkenmerken

    • emotionele of gedragsproblemen
    • gezondheidsproblemen of handicaps
    • als baby of adolescent uit huis geplaatst
  • Ouder- of gezinskenmerken

    • ambivalente houding ten opzichte van terugplaatsing
    • onvoldoende betrokkenheid en inzet om aan gestelde voorwaarden te werken tijdens uithuisplaatsing
    • ouders met eigen psychische problematiek
    • meervoudige gezinsproblematiek (een combinatie van armoede, drugsgebruik, chronische psychische problemen van ouders) eenoudergezinnen
  • Plaatsingskenmerken

    • lang verblijf in pleeggezin
    • plaatsing in een netwerkgezin

… Meer

Factoren die de kans op terugplaatsing vergroten

  • Reden voor uithuisplaatsing

    • vertrek van een dader bij seksueel misbruik
  • Pleegkindkenmerken

    • uit huis geplaatst in de basisschoolleeftijd
  • Ouder- of gezinskenmerken

    • betrokkenheid van ouders tijdens de uithuisplaatsing
    • actief werken aan gestelde voorwaarden voor terugplaatsing
    • voldoende wegnemen van onveiligheid
    • wens van ouders tot terugplaatsing
  • Plaatsingskenmerken

    • kort verblijf in pleeggezin
    • overeenstemming tussen ouders, pleegouders en professionals over doelen en werkwijze tijdens pleegzorgplaatsing

… Meer

In de praktijk blijken de volgende factoren van belang voor de weging: het belang van het pleegkind; de wens van ouders, pleegkind en pleegouders; de reden voor de uithuisplaatsing en de hulpverleningsgeschiedenis; de resultaten op de beoogde doelen (veranderingen die nodig zijn voor hereniging en die leiden tot gewenste ontwikkelingsuitkomsten); de competenties van de ouders; beschermende factoren en risicofactoren (bij ouders, gezin en pleegkind); en psychosociale omgevingsfactoren. Ook het wel of niet meewerken van ouders en pleegouders is van invloed op de kans op terugplaatsing.

In de onderzoeksliteratuur zijn vaak enkelvoudige verbanden te vinden als het gaat om factoren die van invloed zijn op een mogelijk terugplaatsingsbesluit. De genoemde verbanden bieden echter een onvoldoende kader voor de onderbouwing van een terugplaatsingsbesluit. De gevolgen van een terugplaatsing zijn nog vrij onduidelijk en de risico’s die terugplaatste jeugdigen lopen zijn in feite nog onvoldoende onderzocht. Bovendien wordt ongeveer een derde van de jeugdigen opnieuw uit huis geplaatst.

Er is beperkt onderzoek waaruit blijkt dat doelgerichte ondersteuning een belangrijke voorwaarde is voor een succesvolle hereniging. De terugplaatsing van pleegkinderen naar huis is in Groot-Brittannië vaak ongepland en maatschappelijk werkers besteden weinig aandacht aan de hereniging. Beslissingen over hereniging worden soms genomen zonder dat er daadwerkelijk iets is veranderd in de thuissituatie. De ondersteuning aan gezinnen is na hereniging bovendien vaak fragmentarisch en van korte duur.

Hulpmiddelen ten behoeve van het nemen van een opvoedingsbesluit
Inleiding
Reageer!