KOPP/KOV

4. Screenen op risico’s

Inschatten van het risico op problematiek

Niet alle kinderen van ouders met psychische en/of verslavingsproblemen zullen problematiek ontwikkelen. Het risico hierop is naar schatting echter wel drie tot dertien keer zo groot als bij jeugdigen die niet in een gezin opgroeien waarin één of beide ouder(s) met psychische en/of verslavingsproblemen kampt/kampen (zie hoofdstuk Gevolgen voor de jeugdige).

Het opgroeien in een gezin met psychische en/of verslavingsproblemen bij één of beide ouder(s), kan ingrijpende gevolgen hebben voor de ontwikkeling van jeugdigen (zie hoofdstuk Gevolgen voor de jeugdige)). Omdat het een substantieel aantal jeugdigen in Nederland betreft, horen jeugdprofessionals bij contacten met gezinnen altijd na te gaan of één van de ouders psychische en/of verslavingsproblemen heeft. Als dit het geval is, schat de jeugdprofessional de aard en ernst van de situatie in. Voor eventuele broertjes of zusjes die in hetzelfde gezin opgroeien (en die dus ook een verhoogd risico op problematiek lopen) dient ook een risico-inschatting te worden gemaakt.

De jeugdprofessional hoort de verschillende soorten psychische en verslavingsproblemen en hun belangrijkste signalen en symptomen, te kennen. Indien de jeugdprofessional de symptomen of gedragingen niet voldoende herkent, kan dit tot gevolg hebben dat niet de juiste hulp wordt ingezet. Ook dient hij de vaardigheden te hebben om met de ouder(s) een gesprek aan te gaan over de invloed van de problemen op de jeugdige.

Lijst voor Screening en Interventie Keuze (SIK-lijst)
1. Inleiding
Reageer!