Aangrijpingspunten voor preventie en het hulpaanbod voor gezinnen met psychische en/of verslavingsproblemen bij (één van) de ouders vormen de beïnvloedbare risico- en beschermende factoren. De hulp dient integraal te zijn: de hulp richt zich zowel op de ouder(s) als op de ouder-kindrelatie en de bredere omgevingsfactoren. Zie voor meer informatie Wat werkt voor kinderen van ouders met psychische problemen? (Rooijen et al., 2019).
De risico- en beschermende factoren die van invloed zijn op de zelfredzaamheid en de eigen kracht van het gezin worden door de jeugdprofessional samen met het gezin in kaart gebracht.
Het spreken van eenzelfde taal bevordert een integrale benaderingswijze die nodig is in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet en de Participatiewet. Voor passende hulp volgens de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) wordt de Zelfredzaamheidsschaal voor Jeugdigen gebruikt. Daarnaast gebruikt de jeugdprofessional een speciale versie van deze Zelfredzaamheidsschaal voor het onderzoeken van de risico- en beschermende factoren van de jeugdige.
Door de volgende taken op zich te nemen, kan de jeugdprofessional de invloed van risicofactoren verkleinen en de invloed van beschermende factoren vergroten:
De jeugdprofessional richt zich samen met de ouder(s) op het versterken van zaken die goed gaan en het verbeteren van zaken die minder goed gaan. Is er sprake van een situatie waarbij hulp voor de jeugdige noodzakelijk is, zoals kindermishandeling huiselijk geweld, complexe scheiding of problematische gehechtheid, of bij zorgen over de jeugdige na de Kindcheck in de ggz? Raadpleeg dan de betreffende richtlijnen voor jeugdhulp en jeugdbescherming, de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2017) en het bijbehorende afwegingskader (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2019). Er zijn ook risicofactoren waarvoor geen richtlijn bestaat en die buiten het werkgebied van de jeugdhulp vallen (zoals financiële problemen en conflicten tussen ouders). Zijn zulke factoren aanwezig, dan is het van belang de ouders te motiveren voor adequate hulp en hen hiernaar toe te leiden. Benut daarnaast indien mogelijk het sociale netwerk van het gezin en andere beschermende factoren.
Binnen een halfjaar dient er duidelijke verandering zichtbaar te zijn bij ernstige problemen in het gezin. Het is niet wenselijk als hulp steeds maar op dezelfde manier doorgaat, terwijl er onvoldoende verandert en de jeugdige in een onveilige situatie verkeert. Bij langdurige onveiligheid ontstaat namelijk schade aan het vermogen van jeugdigen om zich te ontwikkelen. Dit sluit niet uit dat hulp die langer duurt dan een halfjaar soms nodig is. Ook kunnen gezinnen soms zelfs blijvende ondersteuning nodig hebben om een veilige opvoedingssituatie te kunnen bieden.