In situaties waarin (één van) de ouder(s) hulp voor de jeugdige of voor zichzelf weigert/weigeren, is het van belang toch te proberen een optimale situatie voor de jeugdige te creëren.
Bij een vermoeden van (ongediagnosticeerde) psychische problemen of verslavingsproblemen bij één van de ouders dient een diagnostisch onderzoek plaats te vinden. Verder dient er een professional bij dit gezin betrokken te worden die weet hoe met (de ouder met) deze psychische problemen of verslavingsproblemen dient te worden omgegaan en wat voor impact deze kan hebben op de jeugdige. Psycho-educatie bij de jeugdige is hierbij essentieel (zie het hoofdstuk over interventies).
Wanneer één van de gezinsleden een verslaving of psychische problemen heeft, kan dit een sterke wissel trekken op het gezin. Gezinsleden kunnen verschillend omgaan met de problematiek; tegelijkertijd staan de ervaringen en reacties van gezinsleden met elkaar in verband en beïnvloeden zij elkaar. Sommige gezinsleden hebben veel meer of sterkere nadelige gevolgen ondervonden dan andere. In de systeembenadering gaat het er niet om welk gezinslid gelijk heeft, maar erkent de hulpverlener ieders kant van het verhaal. Hij gaat op zoek naar hoe een interactiepatroon binnen een gezin verloopt en in stand wordt gehouden. Daarbij zoekt hij naar ieders aandeel zonder daarbij over schuld te spreken. Zo kan het verhaal van verschillende kanten worden verteld.
Mogelijk zouden systeeminterventies met de beide ouders erbij niet goed werken indien er bij één van de ouders sprake is van psychopathie. Ook hier geldt dat het belangrijk is om de ouderrol van beide ouders te ondersteunen en bij beide ouders te versterken wat goed gaat.
Om het risico te verkleinen dat de jeugdige (ernstige) problemen ontwikkelt, is het belangrijk dat de jeugdprofessional het gesprek met de ouders aangaat en daarin de gevolgen van de ouderlijke problematiek voor de jeugdige bespreekt. Tijdens dit gesprek kan aan de ouder(s) worden teruggegeven wat de jeugdige verteld heeft. Hierbij kan de techniek van motiverende gespreksvoering worden gevolgd. De bijlage van de SIK-lijst bevat tips voor gespreksvoering met ouders. Het is van belang zorgvuldig om te gaan met wat de jeugdige in vertrouwen heeft verteld en van te voren samen met de jeugdige af te spreken wat wél kan worden teruggegeven aan ouders en wat niet.
Als ouders niet van gedachten veranderen, benadruk dan dat zij in de toekomst altijd contact kunnen opnemen. Houd de deur open! Ouders die de eigen problematiek ontkennen en daarom geen hulp wensen voor zichzelf of hun kind, kunnen mogelijk wel openstaan voor de generieke interventies die zijn beschreven in het hoofdstuk over interventies. Ook deze interventies kunnen beschermende factoren in het leven van de jeugdige versterken.
Tot slot kunnen zich situaties voordoen waarin het belang van de jeugdige prevaleert boven het belang van de ouders. Het belang van de jeugdige vormt bij alle maatregelen en beslissingen die de jeugdige aangaan een eerste overweging. Een zorgvuldige afweging tussen alle betrokken belangen is hierbij geboden. Iedere professional kan contact opnemen met Veilig Thuis voor overleg. Bij een vermoeden van huiselijk geweld, kindermishandeling of zorgen over de jeugdige na de Kindcheck in de ggz, wordt verwezen naar de Richtlijn Kindermishandeling voor jeugdhulp en jeugdbescherming en de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.