KOPP/KOV

5. Interventies

Overzicht van interventies

De interventies die de jeugdhulp – al dan niet met een andere organisatie – in samenwerking met ouder(s) en jeugdige kan toepassen, kunnen specifiek voor de KOPP/KOV-doelgroep zijn ontwikkeld of meer generiek van aard zijn. De werkgroep heeft interventies geselecteerd die minimaal als ‘theoretisch goed onderbouwd’ zijn opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies, of die naar voren gebracht zijn door de werkgroep en in wetenschappelijk onderzoek gunstige uitkomsten laten zien. Ook zijn enkele interventies genoemd die door de praktijk zijn aangedragen. Van deze interventies is niet bekend wat de effectiviteit is.

De KOPP/KOV-specifieke interventies staan weergegeven in het eerstvolgende onderstaande overzicht. Deze interventies richten zich op alle beïnvloedbare risico- en beschermende factoren zoals aan het begin van het hoofdstuk Risico’s en beschermende factoren genoemd. Meer informatie over deze KOPP/KOV-specifieke interventies is te vinden in de Databank Effectieve Jeugdinterventies en in de onderbouwing bij deze richtlijn.

In het overzicht dat daar op volgt zijn generieke interventies opgenomen die ingezet kunnen worden bij problematiek ten gevolge van het opgroeien in een gezin met psychische problemen en/of verslavingsproblemen. Meer informatie over deze interventies is te vinden in de Databank Effectieve Jeugdinterventies.

Om de kans op het slagen van de selectie en inzet van deze interventies bij de hulp zo groot mogelijk te maken, dienen jeugdprofessionals rekening te houden met de culturele achtergrond van het gezin, en met de draagkracht en de verstandelijke vermogens van ouder(s) en jeugdige.

KOPP/KOV-specifieke interventies

Overzicht van KOPP/KOV-specifieke interventies

  • Ouder-babyinterventie
    Doel: Versterken van de kwaliteit van de ouder-kindinteractie en een veilige gehechtheid van de jeugdige
    Methode: Huisbezoeken
    Primaire doelgroep: Ouders met psychische problemen, met een baby van 0-1 jaar
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als effectief volgens eerste aanwijzingen
  • Online cursus KopOpOuders
    Doel: Versterken van de opvoedcompetentie van de ouders
    Methode: Online groepsbijeenkomsten in chatbox, e-mail service, zelfhulpcursus
    Primaire doelgroep: Ouders en partners van ouders met psychische en/of verslavingsproblemen met een jeugdige van 1-18 jaar
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als goed onderbouwd
  • Online cursus Kopstoring
    Doel: Ondersteuning van jongeren hoe om te gaan met een ouder met psychische problemen, met aandacht voor het bevorderen van een reële kijk op zichzelf en de ouder, het doorbreken van sociaal isolement en het aanleren van vaardigheden om goed voor zichzelf te zorgen
    Methode: Online groepsbijeenkomsten in chatbox, e-mail service
    Primaire doelgroep: Jongeren van 16-25 jaar waarvan (een van) de ouders psychische of verslavings-problemen heeft
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als goed onderbouwd
  • Piep zei de Muis
    Doel: Signaleren van en steun geven aan kinderen van ouders met psychische, psychosociale en verslavingsproblemen. Bespreekbaar maken van de thuissituatie, leren ontspannen, herkennen van emoties en verbeteren zelfbeeld
    Methode: Gezinsbegeleiding, bijeenkomsten voor kinderen, ouderbijeenkomsten, opvoedondersteuning en lotgenotencontact
    Primaire doelgroep: Kinderen van 4-8 jaar en hun ouders uit gezinnen met stress (incl. KOPP/KOV)
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Aangedragen vanuit de praktijk, gunstige onderzoeksuitkomsten (Abspoel et al., 2011)
  • KOPP Doe-praatgroep
    Doel: Versterken van de competentie van de kinderen door ondersteuning, begrip over psychische problemen, het versterken van het zelfbeeld, en het verminderen schuld en schaamtegevoelens
    Methode: Groepsaanbod voor kinderen, ouderbijeenkomst
    Primaire doelgroep: Kinderen van 8-12 jaar waarvan (een van) de ouders psychische of verslavings-problemen heeft
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Aangedragen vanuit de praktijk, gunstige onderzoeks-uitkomsten (Van Santvoort et al., 2013), in voorbereiding voor beoordeling
  • Bureau Basiszorg
    Doel: Preventief casemanagement voor gezinnen waarvan de ouders psychische of verslavingsproblemen hebben, zodat de jeugdigen voldoende basiszorg hebben.
    Methode: Coördinatie van hulpverlening, gezinsplan, afstemmingsoverleg met ouders en hulpverleners
    Primaire doelgroep: Gezinnen met een ouder die psychische of verslavings-problemen heeft en kinderen van 0-18 jaar
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Aangedragen vanuit de praktijk, gunstige onderzoeksuitkomsten (Wansink & Den Heijer, 2008)
  • KOPP-kindgesprekken
    Doel: Het ondersteunen van het gezin, de psychische problemen van de ouders bespreekbaar maken met de jeugdigen en eventueel verwijzen naar verdere (preventieve) ondersteuning
    Methode: Huisbezoeken
    Primaire doelgroep: Gezinnen met een ouder die psychische of verslavings-problemen heeft en jeugdigen van 0-23 jaar
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Aangedragen vanuit de praktijk (onderzoek in voorbereiding)
  • KOPP Pubergroep
    Doel: Versterken van competenties door ondersteuning te bieden. Begrip kweken voor psychische problemen, het zelfbeeld versterken en schuld- en schaamtegevoelens verminderen
    Methode: Groepsaanbod voor jongeren, ouderbijeenkomst
    Primaire doelgroep: Jongeren van 12-16 jaar waarvan (een van) de ouders psychische of verslavingsproblemen heeft
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Aangedragen vanuit de praktijk
  • KOPP Adolescentengroep
    Doel: Jongeren ondersteunen bij de vraag hoe om te gaan met een ouder met psychische problemen, hun competenties versterken en ervaringen laten delen
    Methode: Groepsaanbod
    Primaire doelgroep: Adolescenten van 16-25 jaar waarvan (een van) de ouders psychische -of verslavingsproblemen heeft
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Aangedragen vanuit de praktijk
  • Billy Boem
    Doel: Signaleren van en steun geven aan kinderen van ouders met psychische, psychosociale en verslavingsproblemen
    Methode: Groepsbijeenkomsten, één ouderbijeenkomst
    Primaire doelgroep: Kinderen 8-12 jaar en hun ouders uit gezinnen met stress (incl. KOPP/KOV)
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Aangedragen vanuit de praktijk
  • Psycho-educatieve gezinsinterventie KOPP (Family Talk)
    Doel: Verbeteren van de communicatie in het gezin over de psychische problematiek van de ouder en versterken van de veerkracht van de jeugdigen.
    Methode: Huisbezoeken
    Primaire doelgroep: Gezin met jeugdigen van 9-14 jaar waarvan (een van) de ouders psychische of verslavingsproblemen heeft en die ook onderkent
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Aangedragen vanuit de praktijk

We verwijzen naar de volgende richtlijnen voor specifieke interventies gericht op de betreffende onderwerpen:

Algemene interventies ingedeeld per beschermende factor

Versterken opvoedvaardigheden en ouder-kindinteractie

  • Incredible years
    Doel: Opvoedingsvaardigheden versterken, zodat gedragsproblemen van het kind verminderen
    Methode: Groepstraining
    Primaire doelgroep: Ouders van kinderen van 3-8 jaar met ernstige gedragsproblemen of andere problemen die ontwikkeling bedreigen
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als effectief volgens sterke aanwijzingen
  • Home-start
    Doel: Opvoedcompetenties vergroten en steun in sociale netwerk versterken
    Methode: Huisbezoeken
    Primaire doelgroep: Ouders van kinderen van 0-6 jaar
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als effectief volgens goede aanwijzingen
  • VoorZorg
    Doel: (Het risico op) kindermishandeling terugdringen
    Methode: Huisbezoeken
    Primaire doelgroep: (Zwangere) moeders en hun kind(eren) (0-2 jaar) die een verhoogd risico lopen op mishandeling en verwaarlozing
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als effectief volgens goede aanwijzingen, wordt opnieuw beoordeeld door erkenningscommissie
  • Triple P niveau 4 en 5
    Doel: De opvoedingsvaardigheden en de band tussen ouder en jeugdige versterken, zodat emotionele en gedragsproblemen van de jeugdige verminderen
    Methode: Individueel begeleidingstraject of een groepstraining voor ouders
    Primaire doelgroep: Ouders van jeugdigen van 2-16 jaar met milde tot ernstige emotionele of gedragsproblemen
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als effectief volgens eerste aanwijzingen
  • Parent Management Training Oregon (PMTO)
    Doel: Opvoedstrategieën versterken zodat gedragsproblemen van het kind verminderen
    Methode: Individuele behandeling
    Primaire doelgroep: Ouders van kinderen met ernstige gedragsproblemen (4-12 jaar)
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als effectief volgens eerste aanwijzingen
  • Parent-Child Interaction Therapy (PCIT)
    Doel: De opvoedingsvaardigheden van de ouders vergroten en de kwaliteit van de ouder-kindinteractie verbeteren, zodat gedragsproblemen van kinderen verminderen.
    Methode: Ouders en kind worden samen in een spelkamer getraind, waarbij de therapeut de ouder coacht middels een oormicrofoontje
    Primaire doelgroep: Kinderen met gedragsproblemen (2-7 jaar) en hun ouders, gezinnen waarbij sprake is van kindermishandeling, gezinnen met complexe problemen
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als effectief volgens eerste aanwijzingen, wordt opnieuw beoordeeld door erkenningscommissie
  • Kortdurende videohometraining (K-VHT)
    Doel: Het contact en de interactie tussen ouders en kinderen verbeteren en daarmee probleemgedrag voorkomen of verminderen
    Methode: Huisbezoeken
    Primaire doelgroep: Gezinnen met kinderen van 0-4 jaar, waar de ouders opvoedingsspanning ervaren en lichte opvoedvragen hebben
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als goed onderbouwd
  • Video-home training (VHT)
    Doel: De interactie tussen ouders en kinderen verbeteren, internaliserend of externaliserend probleemgedrag verminderen
    Methode: Huisbezoeken
    Primaire doelgroep: Gezinnen met kinderen van 4-12 jaar, waar de ouders opvoedingsspanning ervaren
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als goed onderbouwd, wordt opnieuw beoordeeld door erkenningscommissie

Versterken van zelfvertrouwen, copingvaardigheden en sociale redzaamheid van de jeugdige

  • Multisysteemtherapie (MST)
    Doel: Ernstige gedragsproblemen terugdringen en uithuisplaatsing voorkomen
    Methode: Intensieve behandeling in de thuissituatie, in samenwerking met omgeving van het gezin
    Primaire doelgroep: Gezinnen met jeugdigen van 12-19 jaar met ernstige gedragsproblemen; jeugdige hoeft niet gemotiveerd te zijn
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als effectief volgens sterke aanwijzingen, wordt opnieuw beoordeeld door erkenningscommissie
  • Relationele Gezinstherapie (RGT)
    Doel: Interacties in gezin verbeteren, de gedragsproblemen van de jongere verminderen, waaronder de kans op het plegen van (nieuwe) delicten
    Methode: Gezinstherapie door sessies thuis of op locatie bij de instelling
    Primaire doelgroep: Gezinnen met jeugdigen van 11-18 jaar met ernstige gedragsproblemen
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als goed onderbouwd, wordt opnieuw beoordeeld door erkenningscommissie
  • Move2Learn
    Doel: Sociale, probleemoplossende vaardigheden en emotieregulatie van jongeren versterken om verergering van gedragsproblemen te voorkomen
    Methode: Groepstraining of individuele training
    Primaire doelgroep: Jeugdigen van 12-19 jaar, hun ouders en eventueel leerkracht
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als goed onderbouwd, wordt opnieuw beoordeeld door erkenningscommissie
  • En nu jij
    Doel: Ondersteuning van jonge mantelzorgers, aandacht vergroten voor de eigen behoeften en goede zelfzorg
    Methode: E-learning en online coaching, live coaching en contactgroepen in Amsterdam
    Primaire doelgroep: Jonge mantelzorgers, 10-25 jaar
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Aangedragen vanuit de praktijk

Versterken netwerk

  • Signs of safety
    Doel: Een veilige (opvoed)situatie voor de jeugdige creëren
    Methode: Netwerkbijeenkomst bij het gezin thuis, gesprekken met betrokkenen, opstellen van veiligheidsplan
    Primaire doelgroep: Gezinnen met jeugdigen van 0-23 jaar, waarbij kindermishandeling wordt vermoed
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Erkend als goed onderbouwd
  • Eigen kracht-conferentie
    Doel: Het sociale netwerk van het gezin activeren, problemen rondom opvoeding en opgroeien van kinderen oplossen, de autonomie van het gezin versterken
    Methode: Bijeenkomst waarin het gezin, familieleden, vrienden en eventueel professionele betrokkenen een plan van aanpak maken
    Primaire doelgroep: Gezinnen met jeugdigen van 0-23 jaar, die problemen ervaren rondom ontwikkeling of opvoeding
    Niveau effectiviteit / onderzoek: Aangedragen vanuit de praktijk; overwegend positieve onderzoeksuitkomsten, maar kwaliteit van onderzoek is beperkt (Bartelink & Verheijden, 2015)

Screening ouders en jeugdigen en advisering van interventies

Onderstaande tabellen voor screening van ouders en jeugdige zijn van toepassing indien bekend is dat er psychische en/of verslavingsproblemen spelen bij een of beide ouder(s). Er zijn verschillende momenten waarop deze gehanteerd kan worden:

  • voordat de jeugdige gescreend is op psychosociale problemen. De checklist laat dan zien of nadere screening of diagnostiek wenselijk is en welke KOPP-interventies aangewezen zijn voor ouder(s) en jeugdige;
  • nadat de jeugdige gescreend is op psychosociale problemen. De checklist geeft in dit geval aanwijzingen of, en zo ja welke specifieke KOPP-interventies gewenst zijn voor ouder(s) en jeugdige.

Om de ernst in te kunnen schatten van de problematiek ten gevolge van het opgroeien in een gezin met psychische en/of verslavingsproblemen bij (één van) de ouders , dienen items uit de SIK-lijst waarop de jeugdprofessional nog onvoldoende zicht heeft in een gesprek met de ouder(s), en eventueel de jeugdige, aan bod te komen. De lijst wordt bij voorkeur vóór het oudergesprek nagelopen, maar kan ook naderhand worden ingevuld en eventueel tijdens het oudergesprek gebruikt worden om de items uit te vragen.

DEEL 1: SCREENING OUDERS INTERVENTIEKEUZE
Indien bij beide ouders sprake is van KOPP/KOV problematiek dient deel 1 voor beide ouders te worden nagelopen.
Scoring onderdelen 1 t/m 9:
– : afwezigheid
+ : aanwezigheid
? : onduidelijkheid over aan- of afwezigheid
1. De niet-KOPP/KOV-specifieke interventies zijn niet in deze checklist opgenomen.
1.     Erkenning van problemen (scoren met -, + of ?)

  • a. Is er bij de ouder erkenning van de eigen problematiek?
  • b. Is er (h)erkenning van de problematiek door de andere ouder?
Indien negatieve scores:

  • ziekte-inzicht als aandachtspunt opnemen in de gesprekken met ouder en/of partner;
  • indien sprake is van ernstige psychische problemen, de ouder tevens stimuleren om gespecialiseerde hulp voor zichzelf te zoeken.

Indien positieve scores:

  • nagaan of de ouder professionele hulp voor zichzelf heeft. Zo niet, dan de ouder naar hulp toe leiden.
2.       Invloed van problemen van ouders op
jeugdigen (scoren met -, + of ?)

 

  • a.  Weet de ouder dat zijn/haar problemen van invloed kunnen zijn op de jeugdige?
  • b. Weet de partner van deze invloed?
  • c.  Kennen de ouders (of kent de ouder) de mogelijkheden om de jeugdige te ondersteunen?
  • d. Gebruiken de ouders (of gebruikt de ouder) hulpverlenings- en ondersteuningsmogelijkheden? Zo ja, welke?
  • e. Praten de ouders (of praat de ouder) met de jeugdige over de problemen?
Indien veel negatieve scores:

  • de ouder(s) adviseren hoe ze met de jeugdige over KOPP/KOV kunnen praten (hierbij kunnen ouders de informatieboekjes of informatiekaarten gebruiken. Deze zijn te vinden in de webwinkel van het Trimbos-instituut. Zie ook de Handreiking informatieboekjes KOPP/KOV);
  • indien nodig een gesprek tussen ouder(s) en jeugdige begeleiden;
  • aan de ouder(s) psycho-educatie aanreiken (tabel 1). Zie het informatieboekje ‘Een knipoog en een knuffel’;
  • Informatieboekje ‘Mentaal klaar voor je baby’ (voor aanstaande en nieuwe ouders)
  • ouder(s) verwijzen naar www.KopOpOuders.nl
3.      Gezinsinteracties (scoren met -, + of ?)

  • a. Hoe is de communicatie binnen het gezin?
  • b. Hoe is de relatie tussen de ouders?
  • c. Is de gezinssituatie stabiel?
  • d. Hebben derden toegang tot het gezin? Zo ja, wie zijn deze derden?
Indien negatieve scores:
 
bij a en b:

  • informatie geven over negatieve effecten van moeizame gezinsinteracties op jeugdigen, of in samenwerking met ouder(s) en jeugdige starten met interventie gericht op het gezin; 

bij c:

  • met de ouder(s) zorgen voor opvangmogelijkheden voor de jeugdige in (toekomstige) crisissituaties;
    gespecialiseerde) gezinsbegeleiding inschakelen; 

bij d:

  • de ouder(s) stimuleren met derden over de problematiek te praten;
  • de ouder(s) stimuleren een sociaal netwerk te onderhouden en/of uit te bouwen voor zichzelf én voor de jeugdige (indien nodig via welzijnswerk / jongerenwerk / buurtwerk).
4.      Ouderrol (scoren met -, + of ?)
 
Is er sprake van de volgende kenmerken van ‘goed genoeg ouderschap’?

  • a. emotioneel betrokken zijn;
  • b. liefdevol bejegenen;
  • c. invoelend vermogen hebben;
  • d. geduld hebben;
  • e. structuur bieden;
  • f. leidinggeven;
  • g. rekening houden met leeftijdsgebonden mogelijkheden van de jeugdige;
  • h. een goed identificatieobject zijn;
  • i. continuïteit in zorg bieden;
  • j. voorspelbaar zijn;
  • k. zelfinzicht;
  • l. open staan voor hulp;
  • m. met respect spreken over andere ouder.
Indien veel negatieve scores bij vraag 4
(maar voldoende positieve scores bij vraag 5):

  • Aan ouders de informatieboekjes en/of informatiekaarten uitreiken. Deze zijn te vinden in de webwinkel van het Trimbos-instituut. Zie ook de Handreiking informatieboekjes KOPP/KOV voor professionals.
  • aan ouder(s) het informatieboekje ‘Een knipoog en een knuffel’ uitreiken;
  • de ouder(s) motiveren voor opvoedingsondersteuning;
  • tevens de genoemde onderwerpen van ‘goed genoeg ouderschap’ (opvoedingstaken) bespreken.
5.  Ouderrol ‘andere ouder’ (scoren met -, + of ?)
 
Beoordeel de ondersteunende rol:

  • a. beschikbaar zijn;
  • b. welbevinden vergroten;
  • c. structuur bieden;
  • d. een goed identificatieobject vormen;
  • e. continuïteit in zorg bieden; (compenserende) activiteiten bieden.
Indien veel negatieve scores bij vraag 4 en 5:

  • aanbieden van of verwijzen naar opvoedingsondersteuning;\
  • nagaan of de opvoedingstaken van de ouder(s) worden overgenomen door anderen;
  • bespreken hoe sociaal netwerk / omgevingssteun kan worden ingeschakeld;
  • op basis van signalen, in samenwerking met ouder(s) en jeugdige opstarten van ondersteunende instanties zoals:
    –  gespecialiseerde thuisbegeleiding, algemeen maatschappelijk werk, enz.;
    –  geestelijke gezondheidszorg.

 

DEEL 2: SCREENING JEUGDIGE INTERVENTIEKEUZE
Indien er meerdere jeugdigen in het gezin zijn kan deel 2 voor elke jeugdige apart worden nagelopen/ingevuld.  
6.     Algemene indruk van het functioneren en welbevinden van de jeugdige (gezien vanuit de ouder(s) en/of de hulpverlener)

  • a.  Zijn er zorgen over het welbevinden van de jeugdige? Zo ja, welke en sinds wanneer?
  • b. Zijn er (ernstige) problemen thuis en/of op school? Zo ja, welke en sinds wanneer?
 
7.  Zicht van de jeugdige op de problemen van de ouder(s) – + ?

  • a. Beschikt de jeugdige over de juiste informatie over de problemen van de ouder(s) (afgestemd op de leeftijd van de jeugdige)?
  • b. Heeft de jeugdige zicht op de invloed die de problemen van de ouder(s) op hem/haar hebben?
Indien veel negatieve scores:
Aan de jeugdige uitreiken (voor kinderen tot ca. 8 jaar samen met de ouder(s) lezen en bespreken):
 

  • Informatieboekjes ‘Sammie en Noah’ (2-4 jaar), ‘Het weerbericht van mijn ouder’ (5-8 jaar); ‘Bij ons thuis’ (9-12 jaar) of ‘Als het waait in huis’ (vanaf 13 jaar). KOPP/KOV Informatiekaarten van het Trimbos-instituut (8-14 jaar).
  • jeugdigen verwijzen naar websites zoals www.kopstoring.nl
8.  Ondersteuning van de jeugdige door (scoren met -, + of ?): 

  • a. broers en zussen;
  • b. familie;
  • c. vrienden en/of kennissen van de ouder(s);
  • d. directe omgeving (buren);
  • e. vrienden/vriendinnen;
  • f. ouders van vrienden/vriendinnen;
  • g. leerkrachten;
  • h. vrijetijdsbesteding (bijv. begeleiders van hobby- of sportclubs, eventueel bijbaantje);
  • i. hulpverlening;
  • j. voor de jeugdige belangrijke derden (navragen wie dat zijn).
Indien veel negatieve scores:

  • de ouder(s) stimuleren om de jeugdige toestemming te geven met derden over de problemen te praten;
  • de jeugdige, via de ouders,, stimuleren om sociale contacten te onderhouden met vrienden, familie, etc.;
  • aan de jeugdige uitreiken:
    Informatieboekjes ‘Sammie en Noah’ (2-4 jaar), ‘Het weerbericht van mijn ouder’ (5-8 jaar); ‘Bij ons thuis’ (9-12 jaar) of ‘Als het waait in huis’ (vanaf 13 jaar).
    – KOPP/KOV Informatiekaarten van het Trimbos-instituut (8-14 jaar)
  • jeugdigen verwijzen naar websites als www.kopstoring.nl;
  • in overleg met ouder(s) steunfiguren inschakelen;
  • ouder(s)/jeugdige stimuleren tot deelname aan een hobby-of sportclub of andere vrijetijdsbesteding;
  • informatie geven over en stimuleren tot deelname aan een KOPP/KOV-specifieke interventie.
9. Copingvaardigheden van de jeugdige (scoren met -, + of ?): of

  • a. gevoelens kunnen uiten;
  • b. aandacht/hulp/informatie kunnen vragen;
  • c. grenzen kunnen stellen;
  • d. afstand kunnen nemen van de ouderlijke problematiek;
  • e. kunnen omgaan met negatieve reacties uit de omgeving;
  • f. compenserende activiteiten ondernemen.
Indien veel negatieve scores op vraag 9 en 10:

  • de ouder(s) stimuleren de betreffende vaardigheden van de jeugdige te helpen ontwikkelen en adviseren over de wijze waarop;
  • met de jeugdige de betreffende vaardigheden bespreken;
  • informatie geven over en stimuleren tot deelname aan een KOPP/KOV-specifieke interventie gericht op de jeugdige.

Indien vrijwel alle scores negatief en bij een verontrustende situatie:

  • consultatie of advies vragen aan collega’s en/of samenwerking opstarten met de jeugd-ggz
10. Specifieke reacties van de jeugdige
Beoordeel aanwezigheid (-) of afwezigheid (+) van

  • a. schuldgevoelens;
  • b. schaamtegevoelens;
  • c. negatief zelfbeeld;
  • d. sterke verantwoordelijkheidsgevoelens;
  • e. andere specifieke reacties, namelijk:… Zie punt 9
 
11. Non-specifieke reacties van de jeugdige Beoordeel aanwezigheid (-) of afwezigheid (+) van

  • a. slaapproblemen;
  • b. eetproblemen;
  • c. gedragsproblemen;
  • d. angsten;
  • e. depressiviteit;
  • f. gespannenheid;
  • g. concentratieproblemen;
  • h. lichamelijke klachten;
  • i. slechte schoolresultaten;
  • j. bedplassen;
  • k. andere non-specifieke reacties, namelijk …
Indien veel positieve scores:

  • nadere screening door jeugdhulp van jeugdige problematiek met een van de screeningslijsten uit hoofdstuk Screenen op risico’s (indien dit nog niet is gedaan);
  • in samenwerking met ouder(s) en jeugdige inschakelen van de jeugd-ggz.

 

Voor jeugdprofessionals hoort helder te zijn welke interventies beschikbaar zijn. Ook moet duidelijk zijn hoe jeugdhulp (inclusief jeugd-ggz) en huisarts kunnen samenwerken. Er hoort een sociale kaart beschikbaar te zijn die inzicht geeft in de samenwerkingspartners binnen de jeugdhulp, de (huis)artsenzorg et cetera. Deze kaart dient namen en telefoonnummers te bevatten zodat snel gehandeld kan worden indien noodzakelijk.

Samenwerking binnen het sociale domein met de WMO-consulent

Soms bieden (preventieve) interventies geen uitkomst, of beschikt het gezin over onvoldoende draagkracht. Als jeugdigen en hun ouders ondersteuning nodig hebben bij opgroei-, opvoedings- en psychische problemen en stoornissen, is de gemeente verplicht een voorziening op het gebied van jeugdhulp te treffen. Zo krijgen jeugdigen en gezinnen de hulp die passend is en die zij nodig hebben.

Net als in de Jeugdwet wordt bij de WMO rekening gehouden met de mate van zelfredzaamheid en het netwerk van het gezin. Pas wanneer het op eigen kracht niet lukt en er onvoldoende hulp vanuit de omgeving van het gezin beschikbaar is, maakt de ouder aanspraak op een maatwerkvoorziening. Het gaat dan bijvoorbeeld om huishoudelijke hulp of persoonlijk vervoer.

In een gezin met psychische en/of verslavingsproblemen bij één van beide ouders, is er vaak een ondersteunende ouder (de ouder zonder vastgestelde psychische klachten of verslaving) die de taken en verantwoordelijkheden van de ouder met psychische en/of verslavingsproblemen in de huishouding en de opvoeding gedeeltelijk of geheel voor een korte of langdurige periode overneemt. Zodra de ondersteunende ouder overbelast dreigt te raken, dient de jeugdhulpprofessional (al dan niet in samenwerking met de WMO-consulent) de eigen kracht te versterken en stressfactoren te verminderen in plaats van hulp in te zetten. Het heeft namelijk voor een gezin en jeugdige vérstrekkende gevolgen als naast de ouder met psychische en/of verslavingsproblemen ook de ondersteunende ouder de zorg voor het huishouden en de opvoeding niet meer aankan. Het is dan ook belangrijk dat de jeugdprofessional gedurende de casus- en/of procesregie alert is op de eigen kracht van de ouders en bij signalen van overbelasting of afname van de eigen kracht in een vroeg stadium intervenieert. De jeugdprofessional kan zowel via de Jeugdwet als de WMO interveniëren door het indiceren van respijtzorg/-hulp.

De WMO kan de invloed van risicofactoren proberen te verminderen en de zelfredzaamheid en eigen kracht versterken door het bieden van:

  • dagbesteding en begeleiding aan de ouder met psychische en/of verslavingsproblemen;
  • begeleiding gericht op het aanleren van vaardigheden om weer zelfredzaam te functioneren;
  • tijdelijke ondersteuning om de ondersteunende ouder (de ouder zonder vastgestelde psychische klachten of verslaving) of mantelzorgers te ontlasten middels respijtzorg;
  • opvang in geval van huiselijk geweld.

Het is de taak van de WMO-consulent om samen met de ouder(s) te bepalen of een van deze voorzieningen moet worden toegewezen.

Interventies om jeugdigen ontvankelijk te maken voor traumaverwerking
Psycho-educatie
Reageer!