Er lijkt een verband te bestaan tussen de psychische klachten van de ouder en de problematiek van zijn of haar kind. Vooral kinderen van ouders met een angststoornis lopen een verhoogd risico om zelf een angststoornis te ontwikkelen. Voor de meeste andere ziektebeelden lijkt de overdracht niet ziekte-specifiek te zijn.
Kinderen van ouders met een unipolaire of bipolaire depressie hebben meer kans verschillende stoornissen te ontwikkelen (depressie, affectieve stoornis, angststoornis, gedragsstoornis en psychische stoornis in het algemeen). Ook lopen ze meer risico op andere negatieve uitkomsten (internaliserende problemen, sociale problemen, problemen in het algemeen functioneren, medische problemen, problemen met het temperament en hechtingsproblemen).
Kinderen van ouders die veelvuldig en langdurig middelen gebruiken, hebben weer een verhoogde kans om stemmingsstoornissen, angststoornissen, gedragsstoornissen en aan middelen gebonden stoornissen te ontwikkelen. Ook bij andere psychische aandoeningen, zoals autisme, ADHD of psychotische aandoeningen, kan er een verband zijn tussen de stoornis van de ouder en de problematiek van de jeugdige.