KOPP/KOV
Voor Kinderen van Ouders met Psychische en/of Verslavingsproblemen (KOPP/KOV) kan opgroeien in die situatie van problemen ingrijpende gevolgen hebben. Gelukkig groeit een groot deel van die kinderen zonder problemen op. Het is belangrijk jeugdigen en gezinnen die wél een verhoogd risico lopen vroegtijdig op te sporen en gepaste interventies in te zetten. De Richtlijn Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) gaat daar over. Vlot handelen voorkomt ernstige problemen.
Ga bij de intake of kennismaking na of er verslavingsproblemen of andere psychische problemen zijn bij een (of beide) ouder(s). Bekijk samen met de ouders hoe en door wie de jeugdige kan worden geïnformeerd over de problemen. Ouders kunnen zelf met hun kind(eren) in gesprek gaan, eventueel in het bijzijn van de hulpverlener. Als dat niet mogelijk of wenselijk is, onderzoek dan wie in de omgeving van de jeugdige dat zou kunnen doen. Een andere mogelijkheid is om zelf de jeugdige te informeren, met toestemming van de ouders. Bied alle ouders ondersteuning in de opvoeding van hun kind(eren). Ga hierbij uit van positieve ondersteuning die de veerkracht van jeugdige en ouders versterkt.
Breng voor elk kind van een ouder met psychische en/of verslavingsproblemen de risico- en beschermende factoren in kaart.
Heeft een ouder (of hebben de ouders) psychische en/of verslavingsproblemen, maak dan een inschatting van het risico op problematiek bij de jeugdige ten gevolge van het opgroeien in een gezin met deze problemen. Maak daarbij gebruik van de lijst voor Screening en Interventie Keuze (SIK-lijst) indien dit het maken van de inschatting vergemakkelijkt. Eventueel kun je ook andere gevalideerde instrumenten gebruiken om te screenen op emotionele en/of gedragsproblemen bij de jeugdige of op gezinsproblematiek.
Heeft de jeugdige een verhoogd risico om problematiek te ontwikkelen ten gevolge van het opgroeien in een gezin met psychische en/of verslavingsproblemen bij (één van) de ouders, maak dan gebruik van een, bij voorkeur erkende, (preventieve) Dat wil zeggen:
Als het niet duidelijk is of de ouder(s) psychische en/of verslavingsproblemen heeft/hebben, maar zulke problemen wel worden vermoed, kan de gedragsdeskundige screenende vragenlijsten inzetten. Vraag, in overleg met de ouder(s), nadere informatie op bij de huisarts of behandelaar, en houd hierbij rekening met de wettelijke regels rond informatie-uitwisseling over cliëntgegevens. Als blijkt op basis van de vragenlijst of nadere informatie dat de jeugdige het risico loopt problematiek te ontwikkelen, maak dan gebruik van een, bij voorkeur erkende, (preventieve) interventie.
Als de ouder(s) de voorgestelde hulp voor de jeugdige weigert/weigeren of geen hulp wil(len) voor de eigen psychische en/of verslavingsproblemen, ga dan met de ouder(s) het gesprek aan. Bespreek samen met ouders wat de jeugdige nodig heeft om zich optimaal te kunnen ontwikkelen en hoe dat gerealiseerd zou kunnen worden. Bespreek daarnaast de mogelijke gevolgen die de ouderlijke problematiek voor de jeugdige kan hebben.
Als de interventies lokaal niet voorhanden zijn, zoek dan naar alternatieven en meld de lacune in hulpaanbod – aan de hand van deze richtlijn – bij de manager van de jeugdhulpinstelling.
Tijdens het webinar over de richtlijn KOPP/KOV zijn vragen door deelnemers gesteld. Samen met Yvonne Ruhl, preventiemedewerker bij Novadic-Kentron, en Anouk de Gee, projectleider KOPP/KOV bij het Trimbos-instituut, hebben we verschillende vragen beantwoord.
Naast het raadplegen van de richtlijn KOPP/KOV is er een werkblad beschikbaar. Hiermee maak je zelf of samen met je team kennis met de richtlijn. Na het werken met het werkblad weet je in hoeverre je de richtlijn op dit moment al toepast en welke dingen nog aandacht vragen.
Drie ouders hebben hun verhaal met ons gedeeld. Ze vertellen wat zij hebben ervaren als ouder met psychische en/of verslavingsproblemen. En wat de uithuisplaatsing van de kinderen voor hen betekende.