Kindermishandeling kan zich uiten in de volgende vormen:
Hieronder lichten we deze indeling kort toe.
In het vervolg van de richtlijn gebruiken we de algemene term ‘kindermishandeling’ voor de hierboven beschreven vormen. Alleen daar waar nodig gebruiken we de meer specifieke onderscheidende term.
Onder lichamelijke mishandeling vallen alle vormen van lijfelijk geweld tegen een jeugdige. Bijvoorbeeld: slaan, stompen, schoppen, bijten, krabben, haren trekken, brandwonden toebrengen, letsel toebrengen met voorwerp, botbreuken toebrengen, (poging tot) wurging of smoren. De ernst van de mishandeling kan variëren van licht tot zeer ernstig of zelfs fataal. De frequentie en duur kunnen variëren van eenmalig tot structureel en langjarig.
Bijzondere vormen van lichamelijke mishandeling zijn:
Van emotionele mishandeling is sprake wanneer ouders niet-incidenteel vijandigheid of afwijzing jegens de jeugdige vertonen. Daartoe behoren bijvoorbeeld: uitschelden, manipuleren, kleineren, (be)dreigen, bang maken, isoleren, uitsluiten, opsluiten, te hoge eisen stellen op cognitief of ander gebied. Ook de niet passende ‘inzet’ van de jeugdige bij partnergeweld, een vechtscheiding of ziekte (parentificatie) kan onder emotionele mishandeling geschaard worden. Het getuige zijn (geweest) van partnergeweld tussen de ouders en mishandeling van broertjes of zusjes wordt eveneens gezien als emotionele mishandeling.
Waar bij mishandeling sprake is van actief handelen, is bij verwaarlozing juist sprake van nalaten. Bij lichamelijke verwaarlozing laten ouders langdurig na om de jeugdige in voldoende mate te voorzien in de noodzakelijke basisbehoeften zoals voeding, kleding, onderdak, bescherming, (medische) verzorging, leefruimte. De ernst van de lichamelijke verwaarlozing kan variëren van licht tot ernstig of zelfs fataal. Verwaarlozing is, anders dan lichamelijke mishandeling, per definitie niet-incidenteel: “fysieke mishandeling kan plaatsvinden op zaterdagmiddag om vijf over twaalf; verwaarlozing niet”.
Van emotionele verwaarlozing is sprake wanneer ouders langdurig tekortschieten in responsiviteit en het geven van positieve aandacht aan de jeugdige. Jeugdigen moeten kunnen rekenen op liefde, warmte, geborgenheid, steun, ontwikkelingsruimte en (consequente) grenzen. Bijzondere vormen van emotionele verwaarlozing zijn:
Hoewel seksueel misbruik in wezen een vorm van lichamelijke en emotionele mishandeling is, wordt dit doorgaans apart benoemd. Seksueel misbruik betreft alle seksuele activiteiten die een volwassene (of een ander in een machtspositie) een jeugdige opdringt met als doel de seksuele behoefte van ouder(s) of derde(n) te bevredigen of financieel gewin te halen. De ernst kan variëren van licht (begluren, dwingen te kijken) tot ernstig (verkrachting, seksuele exploitatie) en van eenmalig tot frequent en langjarig.
Seks met jeugdigen onder de zestien jaar is in Nederland strafbaar; daarboven wanneer dit onvrijwillig en ongelijkwaardig is, zoals bij verkrachting, vanzelfsprekend ook (Wetboek van Strafrecht).
In de praktijk komen vaak combinaties van vormen van kindermishandeling voor. Lichamelijke mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik hebben meestal ook een emotionele component.
Omgekeerd heeft emotionele mishandeling en verwaarlozing niet altijd ook een lichamelijk component en komt seksueel misbruik vaak wel solitair voor, zonder dat er ook sprake is van andere vormen van kindermishandeling (met uitzondering van de eerder genoemde emotionele component). Een voorbeeld van een ‘combinatievorm van mishandeling’ is Pediatric Condition Falsification (PCF), voorheen aangeduid als het Münchhausen by proxy syndroom (MBPS). In het medisch handboek Kindermishandeling wordt PCF omschreven als ‘een spectrum van minder en meer ernstige casuïstiek, waarbij een gezonde jeugdige als ziek of gehandicapt gepresenteerd wordt in het medische circuit door de ouder(s), of een zieke jeugdige wordt gepresenteerd met een ernstiger probleem dan hij of zij in werkelijkheid heeft, met schade tot gevolg’. Het spectrum omvat de volgende mogelijkheden: