Deze richtlijn gaat over kindermishandeling. Daarbij wordt de definitie van kindermishandeling gehanteerd zoals die in de Jeugdwet (2015) is omschreven:
‘Kindermishandeling is elke vorm van, voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.
Kindermishandeling is een vorm van huiselijk geweld. Onder huiselijk geweld verstaan we (Wet Publieke Gezondheid, 2008 en Wet Maatschappelijke ondersteuning, 2015):
‘Lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring; huiselijke kring: een familielid, een huisgenoot of een mantelzorger’.
In deze richtlijn zijn de volgende afbakeningen aangebracht:
1. Leeftijdsgrenzen
Hoewel in de definitie van ‘de minderjarige’ wordt gesproken, is deze richtlijn ook van toepassing op ongeborenen en op jeugdigen tot 23 jaar wanneer zij voor hun achttiende al jeugdhulp ontvingen en deze na hun achttiende verjaardag doorloopt.
2. Relatie pleger en slachtoffer
Deze richtlijn is van toepassing op kindermishandeling zowel in de privésfeer als wanneer gepleegd door ‘andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat’, dus van kindermishandeling door bijvoorbeeld de sporttrainer, docent of opvangleidster. Immers:
3. Andere vormen van huiselijk geweld
De richtlijn heeft ook betrekking op (het getuige zijn van) geweld tussen ouders onderling (partnergeweld, vechtscheiding) en tegen (stief)broertjes of (stief)zusjes.