Bied ouders met een verhoogd risico op kindermishandeling een erkend opvoedingsondersteunend programma aan dat zich richt op:
Wanneer sprake blijkt van kindermishandeling:
Maak een veiligheidsplan om kindermishandeling te stoppen en de veiligheid in het gezin te herstellen en te bevorderen. Werk met het hele gezin en het sociaal en professioneel netwerk aan het gemeenschappelijk hoofddoel (veiligheid) via concrete haalbare doelen, en versterk de positieve krachten van het gezin. Werk zoveel mogelijk met goed onderbouwde interventies en programma’s.
Ga na welke hulp, gericht op de eigen (psychiatrische en psychosociale) problemen, ouders en jeugdigen nodig hebben.
Geef jeugdigen vanaf ongeveer 8 jaar (of jonger afhankelijk van ontwikkelingsleeftijd) minimaal psycho-educatie die de jeugdige o.a. ‘ontschuldigt’ en uitlegt dat ieder kind recht heeft op veiligheid.
Bied jeugdigen die getuige zijn geweest van geweld in huis een gerichte interventie aan, ingebed in een gezinsgericht programma; bied jeugdigen indien nodig aanvullend individuele traumabehandeling aan.
Bied ouders bij kinderverwaarlozing de volgende hulpvormen (gelijktijdig) aan:
Blijf kritisch de veiligheid van de jeugdige monitoren, plus de effecten van de interventies of methodieken die worden ingezet.
Spreek altijd expliciet met betrokken professionals en ouders af wie de regie heeft over de hulp rond het gezin.