In een cognitief-gedragstherapeutische aanpak of training wordt aandacht besteed aan storende gedachten en leren jeugdigen vanuit een ander perspectief naar dezelfde situatie te kijken en anders op de situatie te reageren. Ze ontwikkelen helpende gedachten en leren vaardigheden die zelfcontrole en agressieregulatie kunnen versterken. Ook leren ze sociale en probleemoplossende vaardigheden aan. Dit gebeurt bij voorkeur geprotocolleerd.
Hieronder worden enkele veelgebruikte technieken binnen de cognitieve gedragstherapie kort toegelicht.
Oftewel het opsporen en uitdagen van storende gedachten. Daarbij stelt de trainer vragen als: ‘Wat zou er gebeuren als je voor het examen zou zakken?’ Vervolgens verlegt hij de aandacht naar het formuleren van ‘betere’ of ‘helpende’ gedachten.
Zelfinstructietraining is bedoeld om jeugdigen te helpen hun gedrag beter te sturen via zelfinstructies. De zelfinstructies worden geleerd via de zogenaamde hardop-denken-methode. Zo kan de jeugdige tegen zichzelf zeggen: ‘Kijk en luister goed’ of ‘Loop alle mogelijkheden na en kies dan de beste uit’.
De trainer leert jeugdigen een denkstrategie aan die bestaat uit de volgende stappen: wat is mijn probleem, wat wil ik bereiken, wat zijn de oplossingsmogelijkheden, wat zijn de gevolgen van deze oplossingen, welke oplossing kies ik, volg ik nog mijn plan, hoe heb ik het gedaan?
Hierbij leren jeugdigen zichzelf te sturen door haalbare doelen te stellen, zichzelf te observeren, te evalueren en te belonen (als iets goed gaat) of af te zwakken (als iets niet goed gaat). Voorbeelden van hulpmiddelen daarbij zijn een dagboek en een zelfbeoordelingslijst.
Een woedethermometer geeft de jeugdige inzicht in de spanningsopbouw van zijn woede. De trainer vult samen met de jeugdige op een schaal van nul tot honderd in hoe boos de jeugdige zich voelt en welke tussenstappen er zijn in de opbouw van zijn boosheid. De trainer bespreekt met de jeugdige wat hij zelf kan doen en hoe anderen in zijn omgeving kunnen helpen om ervoor te zorgen dat hij bij de verschillende tussenstappen weer rustiger wordt.
Een andere veelgebruikte techniek is psycho-educatie. Tijdens psycho-educatie krijgt de jeugdige voorlichting over zijn probleem en over de manieren waarop hij hier het beste mee kan omgaan. De trainer legt daarbij uit dat gedachten van invloed kunnen zijn op gedrag en oefent met de jeugdige bijvoorbeeld het herkennen en benoemen van emoties.
Een gedragsexperiment wordt ingezet om te kijken of de jeugdige zich ook daadwerkelijk anders gedraagt.
Wil je hier op reageren of heb je vragen? Neem dan contact met ons op.