Naast het definiëren van dyslexie in termen van een stoornis, is het nuttig om dyslexie te positioneren binnen een bredere sociale context. Dit is vooral van belang om jeugdigen met dyslexie goed te kunnen ondersteunen. Met een dergelijk sociaal model wordt dyslexie niet zozeer gezien als een stoornis, maar als een probleem dat veroorzaakt wordt door een disabling omgeving. Het sociale model identificeert barrières, negatieve houdingen en uitsluiting door de maatschappij. Wetenschappers die vanuit het sociale model redeneren, zien de maatschappij als de belangrijkste oorzaak van de ervaren beperkingen. Hindernissen worden veroorzaakt door onze geletterde en op tekst gebaseerde maatschappij, zeggen zij. Zo laat onderzoek van MacDonald (2009) zien hoe sociale klasse in combinatie met toegang tot bepaalde voorzieningen (o.a. specialistische hulp, technologie) van invloed is op onderwijs- en arbeidsparticipatie. Caskey et al. (2018) tonen aan dat vroege schoolervaringen, ervaringen binnen het gezin en discriminatie een diepgaande impact hebben op het gevoel van sociale identiteit. Ondersteunende en voedende relaties binnen het onderwijssysteem zouden volgens deze auteurs kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van een positieve sociale identiteit.
Vanuit het sociale perspectief kijkt men dus niet zozeer naar individuele beperkingen, maar naar de barrières die binnen instituties (onderwijs, arbeid) worden opgeworpen. Het gaat erom deze barrières weg te nemen, door instituties op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Kritiek op het sociale model is dat het voor de beperking zelf en het effect daarvan blind is.