Dyslexie

1. Wat is dyslexie?

Dyslexie volgens het biopsychosociale model: ICF

In de diagnostiek is het van belang om een breed beeld te krijgen van het functioneren van de jeugdige met dyslexie en alle factoren die daarop van invloed zijn. Hierbij wordt aansluiting gevonden bij het internationale gezondheidsperspectief, zoals beschreven door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De WHO heeft in 2001 de International Classification of Functioning (ICF) gepubliceerd, die in 2002 in het Nederlands is vertaald. De ICF is een model en begrippenkader om het functioneren van mensen te beschrijven, de eventuele problemen die ze daarbij ondervinden en de factoren die daarop van invloed zijn.

In het ICF-model staat de leerstoornis dyslexie niet op zichzelf, maar is ze ingebed in een biopsychosociaal model. Het model biedt de mogelijkheid om verschillende definities en verklaringsmodellen (medisch, sociaal) naast elkaar te gebruiken. Het ICF-model vult daarmee het eerder genoemde classificatiesysteem ICD-11 aan en kijkt verder dan de stoornis of ziekte op zich.

In onderstaande figuur is de beschrijving van dyslexie in het ICF-model weergegeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 1.1: Beschrijving van dyslexie in het ICF-model

Ruijssenaars, Haan, Mijs en Harinck en De Beer et al. hebben het ICF-model gebruikt in relatie tot dyslexie. Beide onderzoeken betroffen weliswaar volwassenen met dyslexie, maar het model is ook goed te gebruiken in de huidige richtlijn. Er kan nagegaan worden in hoeverre dyslexie daadwerkelijk tot problemen in de onderwijsparticipatie leidt en welke factoren daarop van invloed zijn. Niet alle jeugdigen met dyslexie hoeven in dezelfde vorm functioneringsproblemen te ervaren. Dyslexie kan dan ook gezien worden als een stoornis die zich ontwikkelt door een ongunstige interactie tussen aanleg, omgeving en taakeisen.

Als professional is het belangrijk om dyslexie vanuit verschillende perspectieven te kunnen benaderen. Juist de interactie tussen persoonlijke en externe factoren kan een verklaring bieden voor secundaire problemen die jeugdigen met dyslexie soms ervaren, zoals faalangst, depressie, een laag schools zelfbeeld en negatieve coping-strategieën. Maar de interactie tussen individuele en externe factoren kan ook verklaren waarom sommige jeugdigen juist positieve leer- en copingstrategieën ontwikkelen. De aandacht voor het ontwikkelen van kwaliteiten is volgens Nicolson et al. belangrijk omdat het behandelen van tekorten niet automatisch zorgt voor het ontwikkelen van kwaliteiten. Het kunnen ontwikkelen en gebruiken van deze kwaliteiten is essentieel voor het gevoel van welbevinden.

Symptomen van dyslexie
Dyslexie volgens het sociale model
Reageer!