Dyslexie

De brede vakinhoudelijke richtlijn Dyslexie is geschreven in opdracht van het NIP, de NVO, het NKD en de LBRT en is door deze partijen geautoriseerd. Deze richtlijn biedt handvatten voor het handelen door professionals in zowel onderwijs als zorg, die betrokken zijn bij de hulp aan jeugdigen met ernstige lees- en/of spellingproblemen en dyslexie.

Naar Hoofdstukken

Zoeken

?>

Kernaanbevelingen definitie

  • Gebruik de DSM-5-criteria van een ‘specifieke leerstoornis’ als basis voor het vaststellen van dyslexie.

  • Beschouw de term Ernstige Dyslexie (ED) als een behandelindicatie in Nederland in het kader van dyslexiezorg vanuit de Jeugdwet.

?>

Kernaanbevelingen signalering en ondersteuning

  • Bied als lees- en spellingspecialist jeugdigen met lees- en/of spellingproblemen, in aansluiting op goed lees- en spellingonderwijs en extra begeleiding in de klas (ondersteuningsniveaus 1 en 2), ook specifieke interventies aan (ondersteuningsniveau 3).

  • Monitor als lees- en spellingspecialist de effecten van het (extra) onderwijsaanbod (continuüm van onderwijs en zorg, response to intervention) en breng de achterstand in kaart aan de hand van gestandaardiseerde en valide screenings- en toetsinstrumenten, observaties en gesprekken met de jeugdige.

  • Registreer als lees- en spellingspecialist de lees- en spellingontwikkeling en de geboden hulp op een voor de gedragswetenschapper navolgbare wijze.

?>

Kernaanbevelingen diagnostiek

  • Gebruik als gedragswetenschapper voor de diagnose dyslexie de volgende criteria: 1) ernst, 2) hardnekkigheid en 3) exclusiviteit van de lees- en/of spellingproblemen. Indien hardnekkigheid moeilijk of niet aan te tonen is omdat er geen gegevens beschikbaar zijn en deze ook niet alsnog verzameld kunnen worden, hanteer dan een strenger ernstcriterium. Beargumenteer altijd waarom de diagnose dyslexie toch gesteld wordt als niet aan alle essentiële criteria is voldaan.

  • Breng als gedragswetenschapper zowel de aard van de lees- en/of spellingproblemen als eventuele secundaire (zoals sociaal-emotionele problemen) en onderliggende problematiek in kaart met behulp van gestandaardiseerde en valide instrumenten zodat een goed beeld ontstaat van de ernst en aard van de belemmeringen die ermee gepaard gaan.

  • Doe als gedragswetenschapper in het diagnostisch rapport niet alleen een uitspraak over de diagnose dyslexie, maar bied ook een overzicht van (a) de verschillende belemmeringen die de jeugdige ervaart, en (b) de verschillende factoren die een belemmerende of beschermende rol spelen in de problematiek.

  • Herzie als gedragswetenschapper of lees- en spellingspecialist op transitiemomenten het advies rond de belemmerende en beschermende factoren en de handelingsgerichte adviezen om optimale participatie in de nieuwe context te bewerkstelligen. Hoewel dyslexie persistent is, is de manifestatie ervan namelijk niet statisch. In verschillende fases van de schoolloopbaan kunnen de ondersteuningsbehoeften van jeugdigen met dyslexie veranderen.

  • Stel als gedragswetenschapper een volledig, voor iedereen goed leesbaar, onderzoeksverslag samen en geef op basis hiervan goed onderbouwde en op de jeugdige met dyslexietoegesneden adviezen voor behandeling en ondersteuning.

?>

Kernaanbevelingen behandeling en ondersteuning

  • Besteed als behandelaar aandacht aan het opbouwen en onderhouden van een constructieve samenwerkingsrelatie met de jeugdige, ouders en school. Maak afspraken en stem met alle betrokkenen verwachtingen en doelen af.

  • Maak bij de behandeling gebruik van de werkzame elementen die van toepassing zijn op de behandeling van lees- en/of spellingproblemen en gebruik indien mogelijk een programma waarvan de effectiviteit is aangetoond.

  • Bied als behandelaar en lees- en spellingspecialist aanvullende ondersteuning door middel van sociaal-emotionele begeleiding, psycho-educatie en gebruik van hulpmiddelen, en betrek hierbij naast de jeugdige waar mogelijk de belangrijkste personen in de omgeving van de jeugdige.

  • Zorg als behandelaar en lees- en spellingspecialist na de behandeling voor een nazorgtraject, met als doel om de jeugdige met dyslexie voldoende vertrouwen in eigen kunnen te geven en blijf de lees- en spellingontwikkeling na afloop van de behandeling monitoren, zodat bij terugval snel opnieuw een interventie kan worden ingezet.

?>

Kernaanbevelingen meer- en anderstaligheid

  • Wacht als lees- en spellingspecialist bij meer- en anderstalige jeugdigen niet met het signaleren van lees- en/of spellingproblemen tot de Nederlandse taal (bijna) beheerst wordt. Let op de verwerving van het Nederlandse klank(-teken)systeem en de instructiegevoeligheid. Houd rekening met transfereffecten en met fouten die verklaard kunnen worden door het tweedetaalverwervingsproces. Ga ook na hoe de leesontwikkeling in de moedertaal verliep.

  • Onderscheid als gedragswetenschapper bij meer- en anderstalige jeugdigen de problemen die het (logische) gevolg zijn van het tweedetaalverwervingsproces en de lees- en/of spellingmoeilijkheden als gevolg van dyslexie, en sluit de ondersteuning en behandeling hierop aan.

Reageer!