ADHD

2. Wat is ADHD?

Comorbiditeit

ADHD gaat vaak samen met andere problemen en stoornissen. Men spreekt dan van comorbiditeit. In een onderzoek in zowel de algemene bevolking als in klinische steekproeven bleek ADHD in 60 tot 100 procent samen te gaan met minstens één andere psychische stoornis. In ruim de helft van de gevallen gaat ADHD samen met andere gedragsproblemen en gedragsstoornissen zoals de oppositioneel-opstandige stoornis en in mindere mate de ‘normoverschrijdend-gedragstoornis’. In de late adolescentie en de volwassenheid komt ADHD veel samen voor met verslavingsproblemen.

Bij ongeveer een derde van de jeugdigen met ADHD is er ook sprake van leerproblemen, variërend van leesproblemen (dyslexie) tot rekenproblemen (dyscalculie). Het is niet duidelijk waarom ADHD en leerstoornissen zo vaak samen voorkomen en evenmin of leerstoornissen al dan niet het gevolg zijn van ADHD. Ongeveer een kwart van de jeugdigen met ADHD heeft last van angst- of stemmingsproblemen. Verder heeft ongeveer een kwart tot de helft slaapproblemen en ongeveer de helft problemen met de motorische coördinatie. Ongeveer 20 procent van de jeugdigen met ADHD heeft ook een ticstoornis. De afgrenzing van ADHD met andere ontwikkelingsstoornissen zoals een Autisme Spectrum Stoornis is niet altijd eenvoudig; jeugdigen met ADHD vertonen vaak ook kenmerken van autisme.

Bij jeugdigen met ADHD kan zich bovendien, soms in combinatie met de eerder genoemde stoornissen, een antisociale of een borderline persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen. Men kan stellen dat het hebben van ADHD op zichzelf een risicofactor is voor het ontwikkelen van andere problemen.

ADHD-symptomen kunnen ook optreden als onderdeel van andere psychische stoornissen of daar soms zelfs het eerste verschijnsel van zijn. In dat geval is er geen sprake van comorbiditeit, maar moet een andere diagnose worden gesteld. Zolang dit niet met zekerheid kan gebeuren, moet deze mogelijkheid als ‘differentiaal diagnose’ worden overwogen. Het is dus denkbaar dat bij screening ADHD wordt gevonden, maar dat het feitelijk gaat om een vroeg stadium van een andere psychische stoornis, bijvoorbeeld autisme, een bipolaire stoornis of een ticstoornis.

In deze richtlijn wordt niet ingegaan op de diagnostiek en behandeling van deze zo vaak bij jeugdigen met ADHD voorkomende stoornissen. Daarvoor wordt verwezen naar richtlijnen die betrekking hebben op die stoornissen. Dit neemt niet weg, dat het voor de jeugdprofessional noodzakelijk is om kennis van deze comorbide stoornissen te hebben.

Beloop
Epidemiologie
Reageer!