ADHD

3. Signalering, screening en diagnostiek

Screenen

Screenen wordt gedaan wanneer een vermoeden op ADHD ontstaat in de signaleringsfase. Binnen veel instellingen voor jeugdhulp is screenen een eerste onderdeel van de diagnostische fase. Hiertoe kunnen meer specifieke screeningsinstrumenten worden ingezet, waarbij wordt gekeken of er voldoende ADHD-gedragskenmerken en beperkingen in het functioneren zijn om het vermoeden van ADHD te ondersteunen.

 

De uitkomsten op de instrumenten dienen altijd geplaatst te worden binnen de klinische context. Dat wil zeggen dat de eigen indruk van de professional, de observaties en informatie uit de omgeving van de jeugdige van ouders en leerkrachten essentieel zijn. Voor alle instrumenten geldt dat de uitslagen gewogen moeten worden door een professional met ervaring in het beoordelen van jeugdigen met ADHD.

 

De keuze van de instrumenten wordt mede bepaald door praktische voor- en nadelen van een instrument, zoals: hoe bevalt het instrument de ouders en de professionals, wat zijn de tijdsbesteding en kosten, welke instrumenten worden in de praktijk veel gebruikt?

Wanneer uit de scores van het screeningsinstrument naar voren komt dat de jeugdige mogelijk kenmerken van ADHD heeft, wordt doorverwezen voor verdere diagnostiek. Screening alléén kan namelijk geen uitsluitsel geven over het al dan niet voldoen aan de criteria voor ADHD. Hiervoor is gedegen en uitgebreide diagnostiek noodzakelijk.

 

Wanneer sprake is van ADHD, worden interventies ter ondersteuning aangeboden, zoals voorlichting en begeleiding voor ouders en leerkrachten (zie hoofdstuk 4).

 

Screeningsinstrumenten kunnen ook ingezet worden als monitorinstrument tijdens de behandeling of in de nazorgfase. Uitgebreide en gedetailleerde informatie over de signalerings- en screeningsinstrumenten voor jeugdigen jonger en ouder dan zes jaar is te vinden in hoofdstuk 4 van de onderbouwing van de richtlijn. Voor dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van de JGZ-richtlijn ADHD waarvan de tekst (vrijwel) geheel overgenomen is.

 

Voor jeugdigen onder de zes jaar geldt dat in veel gevallen de symptomen van ADHD nog onvoldoende herkend kunnen worden. In de DSM-5 is echter geen ondergrens voor het stellen van de diagnose opgenomen. Omdat er weinig bekend is over de psychometrische kwaliteit van screeningsinstrumenten voor ADHD bij kinderen jonger dan zes jaar, hebben de aanbevelingen over screeningsinstrumenten alleen betrekking op instrumenten voor jeugdigen van zes jaar en ouder.

 

Aandachtspunten bij het signaleren en screenen:

  • Signalen van ADHD kunnen zeer divers zijn en zijn niet in alle situaties observeerbaar. Impulsief, hyperactief gedrag of aandachtsproblemen worden in een één-op-één situatie niet altijd waargenomen. Ook in nieuwe situaties, zoals een eerste bezoek aan een instelling, zijn hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen vaak niet merkbaar aanwezig. Hier zijn immers krachtige gunstige omgevingsinvloeden aan het werk, zoals een nieuwe of wat intimiderende omgeving met duidelijke structuur of verwachtingen, en een één-op-één-contact. Vaak zijn er voor de jeugdige krachtige motiverende factoren om zich goed te gedragen. De signalen en symptomen zijn beter zichtbaar als de context minder optimaal is, de structuur en verwachtingen minder duidelijk zijn, de supervisie geringer is, er conflicterende taken worden aangeboden of als aan de jeugdige hogere eisen worden gesteld qua taakgerichtheid of concentratie.

  • Het goed uitvragen van signalen is een vaardigheid, die geleerd en verbeterd kan worden met training.

  • Doorgaans is sprake van een vruchtbare samenwerking tussen ouders en professionals, maar een risico is dat de professional te snel concludeert dat er iets aan de hand is met de jeugdige. Hierdoor kunnen ouders zich niet begrepen of gestuurd voelen en daarom ambivalent aan diagnostiek beginnen. Dit kan een ongunstige start zijn en leiden tot voortijdig afhaken in een later stadium. Daartegenover bestaat het gevaar dat wanneer ouders te snel worden gerustgesteld, ze dit op het verkeerde been kan zetten, waardoor zij niet op zoek gaan naar hulp, waar dit wel dringend nodig is.

… Meer

Diagnostiek
Signalering
Reageer!