ADHD

6. Diversiteit

Etniciteit

Onderzoek naar de rol van etniciteit wordt gecompliceerd door de uiteenlopende manieren waarop etniciteit of migrantenstatus worden gedefinieerd. Er zijn aanwijzingen voor het vaker voorkomen van psychische problemen bij migrantenjeugd, maar ook voor het minder vaak voorkomen ervan.

Onderzoek naar de invloed van etniciteit op de effectiviteit van psychosociale behandeling is spaarzaam en geeft wisselende resultaten. In een overzicht van tien jaar onderzoek naar externaliserende stoornissen bij jeugdigen is vastgesteld dat succesvolle behandelingen zich op meerdere niveaus tegelijk richten: op de jeugdige, op zijn gezin, en op de school. Er zijn maar weinig behandelingen die tegelijkertijd op al deze drie niveaus gericht zijn. Behandelingen waarbij dat wel het geval was, bleken speciaal werkzaam te zijn voor African-American jeugdigen.

De effecten van etniciteit op de werkzaamheid van de behandelingen is onderzocht in de bekende Multimodale Behandelstudie van kinderen met ADHD. Deelnemers in dit onderzoek waren 579 jongens met een gemiddelde leeftijd van 8.5 jaar, allen met gecombineerde ADHD. Hiervan waren 111 jongens met een African-American achtergrond. Jongens van etnische minderheden – dus ook jongens met een andere dan African-American achtergrond – profiteerden op de nameting na veertien maanden significant meer van de gecombineerde behandeling van gedragstherapie en medicatie dan van de behandeling met alleen medicatie. Ze vertoonden volgens de rapportage van de ouders en de leerkrachten minder ADHD-symptomen en ook minder oppositioneel gedrag. Dit resultaat zou erop kunnen wijzen dat er bij etnische minderheden een voorkeur is voor een directieve, gestructureerde therapeutische benadering met expliciete interventies en directe vermindering van symptomen (immediate symptom relief).

Hoewel er aanwijzingen zijn dat African-American jeugdigen vaker uitvallen uit ouder-kind gedragsbehandelingen, meer dan jeugdigen van een andere ethnische achtergrond, is er ook onderzoek dat uitwijst dat wanneer zij bijvoorbeeld een schoolinterventie afmaken en niet uitvallen, zij evenveel van de behandeling profiteren. Opgemerkt moet worden dat in veel van deze onderzoeken het aandeel ADHD-jeugdigen onduidelijk is.

Praktijkervaringen

Er zijn in de praktijk aanwijzingen dat zowel het geven van psycho-educatie als het bieden van interventies voor jeugdigen van ouders met een niet-Nederlandse etnische achtergrond beter lukken wanneer hierbij gebruik wordt gemaakt van groepsgesprekken met ouders uit een zelfde etnische groep. Via een groepsgesprek blijken informatie verwerken en een plaats geven binnen de al bestaande overtuigingen goed te verlopen. Bij voorlichtingsbijeenkomsten staan ouders open voor nieuwe kennis en andere zienswijze. Groepsgesprekken werken uitnodigend om hun eigen verhaal, over hun kind met een stoornis, te vertellen omdat ouders ondersteund worden door de voorlichtster. In dergelijke voorlichtingsbijeenkomsten kunnen ouders meer bewust gemaakt worden van alles wat komt kijken bij moeilijkheden bij leren en of gedrag. De taalbarrière kan gedeeltelijk weggenomen worden door een neutrale tolk in te schakelen.

Geslacht
Inleiding diversiteit
Reageer!