Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Uithuisplaatsing en terugplaatsing
Jongere met fiets

3. Beslissen over uithuisplaatsing en terugplaatsing

De aandacht voor een weloverwogen beslissing over een uithuisplaatsing is de laatste jaren sterk toegenomen, zowel op maatschappelijk als wetenschappelijk niveau. In Voorkomen van uithuisplaatsing komt naar voren dat een uithuisplaatsing een grote impact heeft op het leven van kinderen en ouders. Daarom is het cruciaal dat de beslissing tot een uithuisplaatsing zorgvuldig wordt genomen, samen met collega’s van verschillende disciplines én samen met de ouders en het kind.

Op dit moment zijn er nog geen bewezen effectieve procedures om deze lastige beslissingen te ondersteunen. Thuis opgroeien heeft in principe de voorkeur, maar voor sommige gezinnen is een uithuisplaatsing van een of meerdere kinderen een noodzakelijke stap. Het is dan essentieel om een goede inschatting van de situatie te maken en een zorgvuldige, weloverwogen beslissing te nemen (Bartelink et al., 2019; Harder et al., 2020b; Van der Asdonk, 2020). Breng vooraf de gezinssituatie goed in kaart en maak een gedeelde verklarende analyse. Zo kun je het besluit tot uithuisplaatsing voorzien van een heldere, inzichtelijke en feitelijke onderbouwing. Waarbij je rekening houdt met de volledige situatie en de best passende oplossing voor het kind.

Betere inschattingen dankzij Framework (FACNF)

De ontwikkelwerkgroep heeft het besluitvormingsproces verder gestructureerd en uitgewerkt. Zij deed dat op basis van het Framework for the Assessment of Children in Need and their Families (FACNF) (Department of Health, 2000), de notitie Veiligheidsbeleid en risicomanagement in Bureau Jeugdzorg (Bontje, 2018) en de beschikbare literatuur. Uit een meta-analyse met de FACNF blijkt dat professionals die het Framework gebruiken uiteindelijk betere inschattingen maken van complexe situaties, een meer holistisch en kindgericht standpunt innemen en meer interprofessionele en interorganisatorische samenwerking laten zien (Léveillé & Chamberland, 2010) dan professionals die het Framework niet gebruiken. Meer informatie over het Framework for the Assessment of Children in Need and their Families is terug te vinden in de richtlijn Samen beslissen over hulp.

Drie kernbeslissingen

We beschrijven het besluitvormingsproces, in de volgorde van de stappen die je als professional neemt in je werkproces.

In een uithuisplaatsingstraject zijn er drie kernbeslissingen:

  1. Moet het kind wel of niet uit huis geplaatst worden?
  2. Waar kan het kind het beste geplaatst worden?
  3. Kan het kind wel of niet teruggeplaatst worden?

Vragen en aanbevelingen

Afwegingen en criteria

Welke afwegingen en criteria zijn van belang om te beslissen of een uithuisplaatsing nodig is?

Aanbevelingen

Een gedeelde verklarende analyse maken

  • Maak samen met ouders en kind een gedeelde verklarende analyse. Verzamel informatie over de ontwikkelingsbehoeften van het kind, de opvoedingscapaciteiten van de ouders en andere relevante gezins- en omgevingsfactoren. Breng eerdere (eventueel gedwongen) hulpverlening in kaart. Analyseer op grond hiervan de situatie, samen met het gezin.

  • Leg zowel de gedeelde verklarende analyse als conclusies over afwegingen, de kernbeslissingen en de onderbouwing daarvan altijd schriftelijk vast, liefst in een plan van aanpak.

  • Beslissingen over uithuisplaatsing kun je nooit alleen nemen. Organiseer tegenspraak en betrek hierbij een gekwalificeerde gedragswetenschapper. Stel bij het afwegen van een uithuisplaatsing steeds het belang van het kind centraal en ga ervanuit dat een kind in principe bij zijn eigen ouders opgroeit.

Onderzoek of hulp nodig is

  • Schat de balans in tussen de opvoedingscapaciteiten van de ouders en de ontwikkelingsbehoeften van het kind. Als balans ontbreekt, onderzoek de situatie en maak duidelijk onderscheid of de situatie onveilig dan wel ongewenst is. Onderzoek of en in hoeverre het sociale netwerk kan helpen deze zaken in balans te brengen en ga na welke professionele hulp nodig is.

Rol ouders en kind bij besluitvorming

Welke rol mogen en kunnen ouders en kind spelen in de besluitvorming over uithuisplaatsing en terugplaatsing?

Aanbeveling

Samen met ouders en kind beslissen

  • Beoordeel de noodzaak tot een uithuisplaatsing zo veel mogelijk samen met ouders en kind en laat je daarbij adviseren door deskundige collega’s, waar nodig ook van buiten de organisatie. Bij het besluit moet een gedragswetenschapper betrokken zijn. Voor praten met een kind geldt geen leeftijdsgrens. Wel moet aan de mening van het kind het gewicht worden toegekend dat past bij zijn capaciteiten. Maak bij de advisering door collega’s gebruik van een gestructureerd format, om valkuilen (zoals tunnelvisie) te voorkomen.

Afwegingen en criteria type plaatsing

Welke afwegingen en criteria zijn van belang om te beslissen waar een kind het beste geplaatst kan worden?

Aanbevelingen

Plaats een kind bij voorkeur op een ‘zo thuis mogelijke’ plek

  • Plaats een kind bij voorkeur op een ‘zo thuis mogelijke’ plek in een gezinssituatie, zoals bij de eigen familie, een pleeggezin of een gezinshuis. Bepaal bij ernstige gedrags- en ontwikkelingsproblemen van een kind, vanuit een gedeelde verklarende analyse, wat kind en opvoeders extra nodig hebben aan ondersteuning. Soms is een tijdelijke plaatsing in een residentiële leef- of behandelgroep noodzakelijk.

  • Evalueer periodiek de voortgang van de hulpverlening en de uithuisplaatsing, en leg de uitkomsten hiervan schriftelijk vast in een plan van aanpak. Houd het perspectief op de lange termijn van het kind voor ogen.

  • Zorg voor herstel en behoud van contact tussen ouder en kind direct na de uithuisplaatsing. Overleg ook met het kind over de invulling van het contact met de ouders. Blijf steeds vragen welke behoefte de ouders en het kind hierin hebben.

  • Zorg voor tijdige inzet van de gewenste hulp en spreek af welke jeugdprofessional de regie heeft over de ingezette hulp.

Uithuisplaatsen van broers en zussen

Wat is aan te bevelen bij het uithuisplaatsen van broers en zussen?

Aanbeveling

Plaats broers en zussen bij elkaar

  • Plaats broers en zussen bij elkaar, tenzij dit het belang van een van de kinderen schaadt. Soms vraagt het om extra begeleiding van pleegouders of beroepsopvoeders. Zorg altijd voor een goede omgangsregeling tussen het uithuisgeplaatste kind en diens broers en zussen.

Afwegingen en criteria bij terugplaatsing

Welke afwegingen en criteria zijn van belang om te beslissen of een terugplaatsing mogelijk is?

Aanbevelingen

Terugplaatsing beoordelen

  • Vertrek vanuit de gedeelde verklarende analyse en beoordeel de drie afwegingen voor terugplaatsing. Maak daarbij gebruik van het afwegingskader ‘beslissen over terugplaatsing’. Breng de tien factoren uit het afwegingskader zorgvuldig in kaart. Maak eventueel gebruik van het Pedagogisch Beslis-Model, de Beoordelingsboog of het Reunification Practice Framework  als methodieken om systematisch een afweging te kunnen maken over terugplaatsing.

  • Evalueer periodiek met ouders en kind aan de hand van het plan van aanpak in hoeverre de beoogde doelen zijn gerealiseerd en wat er nog nodig is om het kind te kunnen terugplaatsen.

  • Onderzoek altijd welke rol het sociale netwerk van een gezin kan spelen in de ondersteuning bij een eventuele terugkeer van het kind naar huis.

Breng de veiligheid in kaart

  • Maak gebruik van een risicotaxatie-instrument om de veiligheid en eventuele risico’s voor de veiligheid in kaart te brengen.

De aanvaardbare termijn

Binnen welke termijn moeten kind, ouders en omgeving weten wat het toekomstperspectief is?

Aanbeveling

Neem beslissingen binnen een aanvaardbare termijn

  • Neem beslissingen over terugplaatsing binnen een aanvaardbare termijn. Bij dit besluit moet een gedragswetenschapper betrokken zijn. Dit geldt ook voor beslissingen over het perspectief van het kind. Het moet helder zijn voor ouders en kind waar het kind gaat wonen. Zorg dat er een realistisch toekomstperspectief voor het kind ligt. Het bepalen van een aanvaardbare termijn is maatwerk en is voor ieder kind en gezin anders.