Richtlijn Traumagerelateerde problemen

3. Signaleren van traumagerelateerde problemen

Aanbevelingen

  • Breng risicofactoren voor het ontwikkelen van traumagerelateerde problemen in kaart en beoordeel in nauw overleg met jeugdige en gezin of ondersteunende interventies nodig zijn.

  • Breng beschermende factoren tegen het ontwikkelen van traumagerelateerde problemen in kaart en beoordeel of en op welke manier deze te bevorderen zijn.

  • Bevraag meerdere informanten rondom jeugdigen op ingrijpende gebeurtenissen en traumagerelateerde problemen. Doe dit met toestemming van de jeugdige en/of de ouders. Als er vermoedens zijn dat de problemen veroorzaakt worden door een vorm van kindermishandeling in de thuissituatie, win dan ook omgevingsinformatie in. Dat is van het grootste belang. Jeugdigen praten namelijk niet makkelijk uit zichzelf over kindermishandeling. Start het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (2013) als er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

  • Vraag ook aan ouders of zij ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt. Dit kan mede bepalend zijn in de (emotionele) beschikbaarheid van ouders en de keuze voor eventuele verdere ondersteuning of behandeling.

  • Stel directe vragen vanuit een neutrale houding. Stem taalgebruik af op de leeftijd en het niveau van de jeugdige. Bijvoorbeeld: “Heb je ooit een nare gebeurtenis meegemaakt?”

  • Blijf met enige regelmaat vragen naar ingrijpende gebeurtenissen en eventuele reacties. Laat dit onderwerp bijvoorbeeld halfjaarlijks of jaarlijks terugkomen.

  • Geef psycho-educatie over de symptomen die de jeugdige en/of ouders herkennen. Zeg dat het heel normaal is dat jeugdigen deze gedachten of gevoelens hebben na het meemaken van een ingrijpende gebeurtenis. Wees bemoedigend en realistisch in je boodschap naar de jeugdige en ouders over therapie en mogelijkheden tot herstel.

  • Gebruik korte screeningsvragenlijsten: voor ingrijpende gebeurtenissen de

    LEC-5 (Life Events Checklist voor de DSM-5), voor traumagerelateerde symptomen de CRIES-13 (Children’s Revised Impact of Event Scale), voor psychisch functioneren de SDQ (Strengths and Difficulties Questionnaire).

  • Bespreek eventuele vervolgstappen en de voorkeuren die jeugdige en ouders hierin hebben. Bijvoorbeeld: “In de vragenlijst heb je aangegeven dat je meerdere ingrijpende gebeurtenissen hebt meegemaakt en daar veel last van hebt. Je denkt er bijvoorbeeld vaak aan terug terwijl je dat niet wilt en hebt vaak nachtmerries. We noemen dit traumagerelateerde problemen. Het is belangrijk dat je hier hulp bij krijgt, om minder last te hebben van de dingen die je hebt meegemaakt. Daarom wil ik een therapeut inschakelen die kinderen helpt die van dezelfde dingen last hebben als jij”. Zorg voor een inzichtelijke, volledige en betrouwbare rapportage en maak goede afspraken over welke informatie gedeeld wordt, met wie, wanneer en waarom.

  • Bij jeugdigen die met complexe emotionele of gedragsproblemen in de jeugdhulp terecht komen: onderzoek of de problemen waarvoor de jeugdige is aangemeld, samenhangen met ingrijpende gebeurtenissen of traumagerelateerde problemen. Bevraag altijd de levensgeschiedenis van een jeugdige en vraag op een directe en concrete manier naar ingrijpende gebeurtenissen, of neem een screeningslijst af. Wees je bewust van de impact die het meemaken van een ingrijpende gebeurtenis kan hebben op een jeugdige.

… Meer

Onderbouwing
Reageer!