KOPP/KOV

3. Risico- en beschermende factoren

Aangrijpingspunten voor preventie en hulpaanbod

Aangrijpingspunten voor preventie en het hulpaanbod voor gezinnen met psychische en/of verslavingsproblemen bij (één van) de ouders vormen de beïnvloedbare risico- en beschermende factoren. De hulp dient integraal te zijn: de hulp richt zich zowel op de ouder(s) als op de ouder-kindrelatie en de bredere omgevingsfactoren. Zie voor meer informatie Wat werkt voor kinderen van ouders met psychische problemen? (Rooijen et al., 2019).

De risico- en beschermende factoren die van invloed zijn op de zelfredzaamheid en de eigen kracht van het gezin worden door de jeugdprofessional samen met het gezin in kaart gebracht.

Het spreken van eenzelfde taal bevordert een integrale benaderingswijze die nodig is in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet en de Participatiewet. Voor passende hulp volgens de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) wordt de Zelfredzaamheidsschaal voor Jeugdigen gebruikt. Daarnaast gebruikt de jeugdprofessional een speciale versie van deze Zelfredzaamheidsschaal voor het onderzoeken van de risico- en beschermende factoren van de jeugdige.

Door de volgende taken op zich te nemen, kan de jeugdprofessional de invloed van risicofactoren verkleinen en de invloed van beschermende factoren vergroten:

  • met de ouder(s) spreken over de invloed van psychische en/of verslavingsproblemen op de cognities, de gevoelens, het gedrag en de ontwikkeling van jeugdigen
  • een zorgmijdende ouder motiveren om hulp te zoeken voor de eigen psychische en/of verslavingsproblemen, en de ouder naar deze hulp toe leiden
  • stress, angst en depressieve gevoelens tijdens de zwangerschap reduceren
  • afgestemd op de leeftijd van de jeugdige en in overleg met de ouder(s) de jeugdige informeren over de problemen van de ouder(s)
  • het zelfvertrouwen, de copingvaardigheden en de sociale redzaamheid van de jeugdige vergroten
  • de ouder zonder vastgestelde psychische klachten (als die er is) in zijn ouderrol ondersteunen
  • de gezonde kanten van de ouder met psychische en/of verslavingsproblemen versterken
  • de opvoedingsvaardigheden van de ouder(s) versterken
  • aandacht hebben voor de rol van de jeugdige als mantelzorger
  • tijdelijke vervangende zorg (respijtzorg) (preventief) aanbieden, indien nodig
  • alert zijn op de ouder-kindinteractie en deze ondersteunen
  • positief contact aanmoedigen; en positieve emoties bevorderen
  • alert zijn op de gehechtheid van de jeugdige aan zijn ouder(s) en helpen deze gehechtheid te behouden of herstellen. Zie de Richtlijn Problematische gehechtheid voor jeugdhulp en jeugdbescherming
  • traumagerelateerde problemen signaleren. Zie de Richtlijn Signaleren van traumagerelateerde problemen voor jeugdhulp en jeugdbescherming ( in ontwikkeling)
  • ouder(s) en jeugdige helpen een steunend netwerk of een vertrouwenspersoon te vinden en wijzen op de mogelijkheid van cliëntondersteuning (zie het hoofdstuk over interventies).

De jeugdprofessional richt zich samen met de ouder(s) op het versterken van zaken die goed gaan en het verbeteren van zaken die minder goed gaan. Is er sprake van een situatie waarbij hulp voor de jeugdige noodzakelijk is, zoals kindermishandeling huiselijk geweld, complexe scheiding of problematische gehechtheid, of bij zorgen over de jeugdige na de Kindcheck in de ggz? Raadpleeg dan de betreffende richtlijnen voor jeugdhulp en jeugdbescherming, de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2017) en het bijbehorende afwegingskader (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2019). Er zijn ook risicofactoren waarvoor geen richtlijn bestaat en die buiten het werkgebied van de jeugdhulp vallen (zoals financiële problemen en conflicten tussen ouders). Zijn zulke factoren aanwezig, dan is het van belang de ouders te motiveren voor adequate hulp en hen hiernaar toe te leiden. Benut daarnaast indien mogelijk het sociale netwerk van het gezin en andere beschermende factoren.

Binnen een halfjaar dient er duidelijke verandering zichtbaar te zijn bij ernstige problemen in het gezin. Het is niet wenselijk als hulp steeds maar op dezelfde manier doorgaat, terwijl er onvoldoende verandert en de jeugdige in een onveilige situatie verkeert. Bij langdurige onveiligheid ontstaat namelijk schade aan het vermogen van jeugdigen om zich te ontwikkelen. Dit sluit niet uit dat hulp die langer duurt dan een halfjaar soms nodig is. Ook kunnen gezinnen soms zelfs blijvende ondersteuning nodig hebben om een veilige opvoedingssituatie te kunnen bieden.

Aanbevelingen
Cumulatief effect van risicofactoren
Reageer!