KOPP/KOV

2. Gevolgen voor de jeugdige

De gevolgen van opgroeien in een KOPP/KOV-gezin

Nederland telt naar schatting 405.000 ouders met psychische en/of verslavingsproblemen per jaar. Samen hebben deze ouders zo’n 577.000 kinderen. Vaak wordt de problematiek in het gezin zichtbaar via deze jeugdigen.

Gelukkig groeien de meeste jeugdigen op zonder problemen. Dat geldt ook voor jeugdigen met (een) ouder(s) met psychische klachten of verslaving. Het risico op problemen neemt significant toe bij jeugdigen die te maken hebben met een combinatie van meerdere risicofactoren en weinig beschermende factoren. Het is zaak jeugdigen en gezinnen die wél een verhoogd risico lopen vroegtijdig op te sporen en (preventief) te ondersteunen. De ondersteuning kan als beschermingsfactor werken bij een jeugdige. Zo vroeg mogelijk zorgvuldig ondersteunen kan ernstige problemen voorkomen.

Het opgroeien in een’ gezin met psychische en/of verslavingsproblemen bij (één van) de ouders, kan voor jeugdigen ingrijpende gevolgen hebben, zelfs tot in de volwassenheid. In vergelijking met jeugdigen die opgroeien bij ouders zonder vastgestelde psychische en/of verslavingsproblemen lopen jeugdigen in gezinnen met deze problemen bij (één van) de ouders een drie tot dertien keer zo groot risico om zelf ooit een psychische stoornis en/of verslavingsproblematiek te ontwikkelen. Het risico dat jongeren van ouders met verslavingsproblemen zelf ook verslavingsproblematiek ontwikkelen is tot twee keer zo groot. Ook komt vroeg gebruik van middelen vaker voor bij jongeren van ouders met verslavingsproblemen vergeleken met jongeren van ouders zonder verslavingsproblemen.

Het risico op een psychische stoornis bij een jeugdige wordt nog groter als niet alleen de ouders, maar ook de grootouders een psychische stoornis hebben. Jeugdigen met psychische en/of verslavingsproblemen bij (één van) de ouders lopen naast een verhoogd risico op psychische problemen ook een verhoogd risico op fysieke problematiek. Daarnaast doen jeugdigen met psychische en/of verslavingsproblemen bij (één van) de ouders vijf keer vaker een beroep op de geestelijke gezondheidszorg dan jeugdigen van ouders zonder psychopathologie.

Zowel kinderen van ouders met PTSS als kinderen van ouders met andere psychische klachten lopen meer risico op trauma en traumagerelateerde problemen. Zowel ouders als jeugdige kunnen namelijk langdurig in een stressvolle situatie zitten en ingrijpende gebeurtenissen meemaken of daarvan getuige zijn. Jeugdigen met psychische en/of verslavingsproblemen bij (één van) de ouders hebben bijvoorbeeld een twee tot drie keer zo grote kans om thuis mishandeld te worden. Met name bij een ouder met een cluster B-persoonlijkheidsstoornis (in het bijzonder een borderline, narcistische of antisociale peroonlijkheidsstoornis) is er een verhoogde kans op huiselijk geweld en kindermishandeling. Na een ingrijpende gebeurtenis is de kans dat  de jeugdige traumagerelateerde klachten ontwikkelt groter als ouders last hebben van psychische problemen en onvoldoende emotioneel beschikbaar zijn. Zie voor meer informatie de Richtlijn Signaleren van traumagerelateerde problemen voor jeugdhulp en jeugdbescherming (in ontwikkeling) en de JGZ Richtlijn Kindermishandeling (2016).

Wanneer ouders middelen gebruiken in het bijzijn van kinderen, heeft dat risico’s. Kinderen die in dezelfde ruimte zijn als ouders die een joint of een sigaret roken, ademen schadelijke stoffen in die ontstaan bij de verbranding, zoals teer en koolmonoxide. Meerokende kinderen hebben meer kans op luchtwegziekten, wiegendood, astma en oorontsteking. Door meeroken kunnen kinderen mogelijk ook een beetje van de werkzame stoffen van cannabis binnen krijgen, maar deze hoeveelheden zijn te gering om onder invloed te raken. In extreme omstandigheden is dat echter wel mogelijk, zoals wanneer kinderen urenlang in een slecht geventileerde ruimte zijn waar meerdere mensen blowen. Ook kunnen er risicovolle situaties ontstaan wanneer jonge kinderen toegang hebben tot de middelen. Er zijn meerdere case-reports bekend waarbij kinderen acute medische hulp nodig hadden nadat ze drugs hadden ingeslikt, zoals cannabis-producten en benzodiazepinen.

Het opvoedgedrag van de ouders
1. Inleiding
Reageer!