Deze paragraaf geeft een overzicht van interventies ter voorkoming van uithuisplaatsing. De interventies zijn ingedeeld in:
intensieve thuishulpprogramma’s / intensieve pedagogische thuishulp;
overige interventies.
Deze interventies vinden plaats binnen de jeugdhulp. Bij problemen die het hele gezin aangaan (zoals schulden, huisvestingsproblemen, relatieproblemen tussen de ouders en verslavings- of psychische problematiek bij een ouder) is samenwerking met andere instanties essentieel. Dit geldt ook wanneer sprake is van psychiatrische problematiek van een jongere, wat samenwerking vereist met de jeugd-GGZ. Wanneer ouders persoonlijke problemen hebben, kan het nodig zijn om eerst hulp voor hen in te zetten en pas in een later stadium te werken aan het (verder) ontwikkelen van hun opvoedingsvaardigheden.
Maak, op basis van een gedeelde verklarende analyse, een keuze voor evidence based ambulante interventies die aansluiten bij de problematiek van het gezin. Het gaat hierbij niet alleen om interventies waarvan in wetenschappelijk onderzoek is aangetoond dat ze werken; het gaat er ook om dat ze in samenhang met andere (evidence based) werkzame factoren worden ingezet. Denk aan goed getrainde professionals, aansluiting bij de motivatie van ouders en kind en de relatie van de hulpverlener met ouders en kind.
Intensieve pedagogische thuishulp is een verzamelnaam voor verschillende, meer specifieke thuishulpprogramma’s die hieronder aan bod komen. Meestal gaat het om hulpvormen voor gezinnen die op meerdere terreinen tegelijk problemen hebben, zoals het huishouden, de financiën en de opvoeding. Vaak laten de kinderen zelf ook problemen zien, bijvoorbeeld gedrags- of sociaal-emotionele problemen. De interventies kunnen plaatsvinden in combinatie met een kinderbeschermingsmaatregel.
Intensieve thuishulp kan, als het goed wordt uitgevoerd, positieve effecten hebben, bijvoorbeeld doordat de emotionele en gedragsproblemen afnemen en opvoedingsvaardigheden toenemen. Toch bestaan na afsluiting vaak nog aanzienlijke problemen.
De inzet van een intensieve pedagogische interventie is primair bedoeld om de veiligheid van het gezin te vergroten, het probleemgedrag van kinderen te verminderen en opvoedingsvaardigheden bij ouders te verbeteren. Daarnaast biedt het informatie over de veiligheid van de thuissituatie, de beschermende factoren en de mogelijkheden die het gezin heeft om zelf de zorg voor het kind voort te zetten
Hieronder noemen we interventies voor intensieve pedagogische thuishulp die opgenomen zijn in de Databank Effectieve Jeugdinterventies.
Een variant van MST is MST-CAN (Multi Systeem Therapie – Child Abuse and Neglect), dat zich specifiek richt op gezinnen met kinderen tussen de zes en zeventien jaar die worden mishandeld en/of verwaarloosd. Amerikaans onderzoek laat zien dat MST-CAN twee keer zo effectief is in het voorkomen van uithuisplaatsing als de gebruikelijke behandeling.
Meer informatie over Multi Systeem Therapie (MST)
Meer informatie over Multidimensionele Familietherapie (MDFT)
Meer informatie over Families First
Meer informatie over Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling (IAG)
Meer informatie over Ambulante Spoedhulp (ASH)
N.B. De mate waarin een interventie effectief is hangt van veel factoren af. Denk aan: de match van de hulpverlener met het gezin, de mate waarin een interventie wordt geïmplementeerd en uitgevoerd zoals bedoeld of wordt ingepast in een breder interventiepakket. Langdurige ondersteuning van gezinnen vergroot het effect (zie de onderbouwing van deze richtlijn). Het is belangrijk om bij gezinnen op maat te werken.
Onderstaand volgt een overzicht van interventies die de herzieningswerkgroep heeft ingebracht als helpende interventies in de praktijk, gericht op ernstige en/of meervoudige problematiek. Dit overzicht is niet uitputtend. Het zijn interventies die niet pretenderen een uithuisplaatsing te voorkomen, maar zich wel richten op probleemgebieden waardoor de jeugdprofessional een uithuisplaatsing overweegt. Sommige (maar niet alle) interventies zijn opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies (DEI).
Meer informatie over Forensische Ambulante Systeem Therapie (FAST)
Meer informatie over Relationele Gezinstherapie (RGT)
Meer informatie over Gezin Centraal (GC)
Meer informatie over School2Care
Meer informatie over ThuisBest
Voor specifieke interventies gericht op problemen bij kinderen en jongeren verwijzen we naar de daarvoor geldende richtlijnen voor jeugdhulp en jeugd-GGZ.
Problemen in de ouder-kindrelatie en problematische gehechtheidsrelaties komen veel voor in gezinnen waar de jeugdprofessional een uithuisplaatsing overweegt. Kindermishandeling en een onveilige opvoedsituatie spelen hierin geregeld een rol. Zo blijkt ruim driekwart (80 procent) van de kinderen die opgroeien in gezinnen waarin sprake is van mishandeling, verwaarlozing en/of huiselijk geweld een problematische gehechtheidsrelatie met de ouders te hebben. Voor preventieve interventies, die zich richten op het verbeteren van de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie, verwijzen we naar de richtlijn Problematische Gehechtheid. Gezinsopname en gezinsbehandeling zijn ook mogelijkheden om aan de problematiek van het gezin en de ouder-kindinteracties te werken. De herzieningswerkgroep beveelt KINGS (Kind IN Gezond Systeem) als geschikte gezinsbehandeling aan. KINGS is geen erkende interventie en wordt momenteel onderzocht op effectiviteit.
Hier volgt een, niet uitputtend, overzicht van (erkende) interventies gericht op de gehechtheidsrelatie of ouder-kindrelatie:
NIKA (niet erkende interventie, wordt op dit moment onderzoek naar gedaan)
MIG (niet erkende interventie, theoretisch goed onderbouwd)
Jouw Ingebrachte Mentor (JIM)
Een JIM is een vertrouwenspersoon uit het informele netwerk die door een jongere, samen met de ouders, wordt gekozen en de jongere ondersteunt in gesprekken met hulpverleners en instanties. Deze interventie heeft als doel om een uithuisplaatsing te voorkomen en richt zich op jongeren met complexe ondersteuningsbehoeften. JIM is niet opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies. Van Dam et al. (2017) onderzochten of JIMs een alternatief voor uithuisplaatsing zouden kunnen zijn. De studie liet zien dat 83% van de 200 onderzochte jongeren met complexe behoeften een JIM kon aanstellen en dat in 90% van de gevallen ambulante behandeling voldoende was. Uit een meta-analyse van mentor-programma’s komen positieve effecten op onder meer schoolse vaardigheden en psychosociale ontwikkeling van jongeren naar voren.
Ervaringen uit de praktijk, ingebracht door de herzieningswerkgroep, laten zien dat de inzet van een steunend sociaal netwerk gezinnen met forse problemen kan helpen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van
Familienetwerkberaden
Enkele regio’s in Nederland organiseren bij een dreigende uithuisplaatsing altijd een familienetwerkberaad. Dit is een bijeenkomst waar ouders en kinderen samen met familieleden, buren, kennissen en hulpverleners de gezinssituatie in kaart brengen, waarbij de veiligheid van het kind centraal staat. Een internationale studie suggereert echter dat deze aanpak niet duidelijk leidt tot minder meldingen van kindermishandeling, minder uithuisplaatsingen en snellere afsluiting van jeugdhulp-dossiers. Afhankelijk van het soort studie is er soms een gunstig beeld, soms ook niet. Juist bij complexe problematiek blijken jeugdhulpprofessionals het lastig te vinden om een familiegroepsplan te maken. Kanttekening is dat de onderzoeken die gedaan zijn naar de effectiviteit van familienetwerkberaden van magere kwaliteit zijn, waardoor deze geen duidelijk beeld geven over de effectiviteit.
Bij de inzet van het sociale netwerk is het belangrijk om helder te krijgen in hoeverre het sociale netwerk een steunende en positieve uitwerking kan hebben.