Elke dag maken zo’n vijf mensen in Nederland een eind aan hun leven. Suïcide komt vaker voor onder volwassenen dan onder jeugdigen. Toch is suïcide een van de hoofdoorzaken van overlijden bij jongeren en adolescenten wereldwijd. Er is een stijging te zien in het aantal suïcides onder kinderen en jongeren. In 2009 ging het om 108 jeugdigen van 10 tot 25 jaar en in 2019 om 159 jeugdigen.
Onder ‘suïcidaliteit’ wordt ‘de suïcidale toestand’ verstaan. Deze toestand omvat suïcidegedachten, suïcidegevoelens en suïcidale handelingen in de recente en ruimere voorgeschiedenis en in het heden. Cruciaal zijn de motieven, intenties, overwegingen en plannen zoals door de jeugdige gerapporteerd. Het gaat er de jeugdige meestal niet om een doodswens te vervullen, maar om van de problemen af te zijn. Meestal voelen deze jongeren zich erg alleen. Er is een kloof ontstaan tussen de jeugdige en zijn omgeving. Dood zijn is dan niet het doel, maar wordt gezien als enige uitweg voor eenzaamheid en depressieve of machteloze gevoelens. De gevoelens van wanhoop en uitzichtloosheid zijn zo groot dat het idee om zo verder te moeten leven ondraaglijk is.