Een deel van de jeugdigen die te maken krijgt met jeugdhulp en jeugdbescherming heeft een licht verstandelijke beperking (LVB). Deze jeugdigen hebben een beperking in zowel hun intelligentie als hun adaptief gedrag.
De WHO definieert een verstandelijke beperking als:
‘a significantly reduced ability to understand new or complex information and to learn and apply new skills (impaired intelligence). This results in a reduced ability to cope independently (impaired social functioning), and begins before adulthood, with a lasting effect on development’.
Bij adaptief gedrag gaat het om het sociale aanpassingsvermogen van een persoon (zie voor de volledige definitie van LVB de onderbouwing van deze richtlijn). Dit vermogen is van invloed op zijn seksuele ontwikkeling. Zo richten jeugdigen met een LVB hun aandacht vaker op minder relevante informatie, op letterlijk gesproken informatie en op negatieve informatie. Dit maakt hen kwetsbaar op seksueel gebied.
De seksuele ontwikkeling van jeugdigen met een LVB komt op een groot aantal punten overeen met die van niet-beperkte leeftijdsgenoten. Ze doorlopen dezelfde lichamelijke ontwikkeling, hebben ook seksuele gevoelens en geven hier ook uiting aan. Er zijn geen aanwijzingen dat er meer of minder vaak sprake is van homo- of biseksualiteit binnen de groep jeugdigen met een LVB en ook transgendergevoelens komen voor bij jeugdigen met een LVB. Wel zijn jeugdigen met een LVB door hun beperking kwetsbaar in hun seksuele ontwikkeling.
Jeugdigen met een LVB:
Aangezien jeugdigen met een LVB grotere seksuele risico’s lopen, ligt de nadruk in de omgeving en opvoeding van deze jeugdigen vaak op ‘bescherming door inperking’ van hun seksuele ontwikkeling. Hierdoor doen jeugdigen met een LVB minder seksuele ervaring op en zijn ze minder goed in staat bepaalde competenties te ontwikkelen.
Voor jeugdprofessionals is het belangrijk om een goede balans te vinden: bevorder beïnvloedbare beschermende factoren en wees alert op risicofactoren. Gebruik hiervoor vereenvoudigd taalgebruik dat goed aansluit op de behoeften en het begripsniveau van de jeugdige (zie Specifieke handvatten voor advies en begeleiding per leeftijdsgroep voor meer concrete tips).
In tabel 4 is de paragraaf LVB uit de onderbouwing samengevat. De tabel volgt inhoudelijk dezelfde thema’s als hoofdstuk De seksuele ontwikkeling van jeugdigen van 0 tot 23 jaar. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de invloed van de beperking op de seksuele ontwikkeling, de beschermende factoren en de risicofactoren. De beschermende factoren correleren niet een op een met de risicofactoren.
Tabel 4. Overzicht Seksuele ontwikkeling en invloed LVB, inclusief risico- en beschermende factoren
Invloed LVB | Beschermende factoren | Risicofactoren |
---|---|---|
Lichaam en zelfbeeld | ||
Persoonlijke factoren | ||
De puberteit start ongeveer op dezelfde leeftijd als bij leeftijdsgenoten. | ||
De kalenderleeftijd (lichamelijke leeftijd) verschilt van de ontwikkelingsleeftijd. | Jeugdigen met een LVB hebben minder zicht op de implicaties van de puberteit. | |
Kennis over voortplanting, anticonceptie en voorbehoedsmiddelen. | ||
Een positief zelf- en lichaamsbeeld. | ||
Zelfvertrouwen. | ||
Seksuele gevoelens | ||
Persoonlijke factoren | ||
Ook jeugdigen met een LVB worden verliefd en kunnen romantische en seksuele gevoelens ervaren. | Jeugdigen met een LVB kunnen (seksueel of relationeel) gedrag van niet-beperkte leeftijdsgenoten imiteren, zonder zicht te hebben op de gevolgen en mogelijke risico’s. | |
Omgevingsfactoren | ||
In gezin of instelling ruimte bieden voor experimenteren met seksualiteit en relaties en deze in een positief kader plaatsen/ bespreken. |
||
In gezin of instelling expliciet aandacht schenken aan positieve relaties (en het onderscheid tussen een goede en een slechte relatie). | ||
Seksueel gedrag | ||
Persoonlijke factoren | ||
Ook jeugdigen met een LVB kunnen positieve ervaringen hebben met seksualiteit. | ||
Jeugdigen met een LVB hebben mogelijk eerder seks (voor veertiende jaar) met een partner, dan leeftijdsgenoten. | Een vroege start kan risico’s met zich meebrengen: minder kennis over seks, soa, anticonceptie, vaker sprake van overhalen. | |
Jeugdigen met een LVB hebben vaker negatieve ervaringen met sexting. | Niet (door-)sturen van naaktfoto’s of -filmpjes van een ander naar iemand, zonder instemming. | |
Mediabeelden (bijvoorbeeld naaktfoto’s, of -video’s) onrealistisch of niet-relevant vinden. | ||
De gevolgen van het eigen handelen kunnen overzien. | ||
Seksueel gedrag | ||
Omgevingsfactoren | ||
In gezin en instelling seksuele vorming/opvoeding vanaf jonge leeftijd stimuleren. | ||
Met daarin specifieke aandacht voor: wensen, seksuele weerbaarheid, sociale groepsdruk, online seksueel gedrag en social media | ||
Genderidentiteit | ||
Persoonlijke factoren | ||
Er zijn geen aanwijzingen dat er meer of minder transgendergevoelens en/of genderdysforie aanwezig is onder jeugdigen met een LVB. | ||
Jeugdigen met een LVB hebben vaker een negatief beeld van transgenders. | Een verhoogd risico op psychosociale problemen onder transgender jeugdigen met een LVB. | |
Omgevingsfactoren | ||
In gezin en instelling gelijkwaardigheid en respect stimuleren. | ||
Hierbij aandacht schenken aan de gevolgen van negatieve uitingen op anderen (transgenders). | ||
Seksuele oriëntatie | ||
Persoonlijke factoren | ||
Er zijn geen aanwijzingen voor meer/minder homo- of biseksualiteit bij jeugdigen met een LVB. | ||
Jeugdigen met een LVB hebben vaker een negatieve houding ten aanzien van homo- en biseksualiteit | Een homo-negatieve omgeving verhoogt het risico op psychosociale problemen bij homo- en/of biseksuele jeugdigen met een LVB. | |
Omgevingsfactoren | ||
In gezin en instelling gelijkwaardigheid en respect stimuleren | ||
In gezin en instelling aandacht schenken aan de gevolgen van negatieve uitingen op anderen (homo-/biseksuelen) | ||
Seksuele risico’s | ||
Persoonlijke factoren | ||
Onbedoelde (tiener-) zwangerschap komt voor | De gevolgen van het eigen handelen kunnen overzien. | Het risico op zwangerschap laag inschatten. |
Jeugdigen met een LVB hebben een grotere kans op soa dan leeftijdsgenoten. | Risico’s op zwangerschap en soa/ hiv kunnen inschatten. | Jeugdigen met een LVB hebben vaak onvoldoende kennis over anticonceptie/ voorbehoedsmiddelen, soa/ hiv |
Vaker een negatieve houding ten aanzien van anticonceptie/ voorbehoedsmiddelen | ||
Zowel onderhandelings- als communicatieve vaardigheden (op gebied van anticonceptie/ condoomgebruik) hebben. | ||
Kunnen een latente kinderwens hebben. | ||
Omgevingsfactoren | ||
In instelling en gezin aandacht besteden aan kinderwens, ouderschap en realistische beeldvorming. | ||
Seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGOG) | ||
Persoonlijke factoren | ||
Jeugdigen met een LVB lopen een hoger risico op het ervaren én het plegen van SGOG (inclusief seksueel misbruik). Jongeren met een mildere vorm van LVB, lopen een nog groter risico. | Jeugdigen met een LVB zijn minder weerbaar, minder assertief, hebben een minder goed beoordelingsvermogen. | |
Een positief zelf- en lichaamsbeeld en zelfvertrouwen. | Jeugdigen met een LVB hebben vaker dan leeftijdsgenoten gevoelens van onzekerheid, naïviteit en een grotere behoefte geaccepteerd te worden. | |
Onderhandelings- en communicatieve vaardigheden. | ||
Risico’s kunnen inschatten. | Jeugdigen met een LVB benoemen ervaringen van misbruik of SGOG vaak niet zo | |
Anderen gelijkwaardig en respectvol benaderen. | ||
Omgevingsfactoren | ||
Jeugdhulpverleners en jeugdbeschermers dienen bekend te zijn met signalen van seksueel misbruik en SGOG. | Professionele hulpverleners zijn soms onbekend met signalen van misbruik. | |
Jeugdigen met een LVB verkeren vaker in een machteloze en/of afhankelijke positie. | ||
Overige aandachtspunten | ||
Persoonlijke factoren | ||
Jeugdigen met een LVB hebben minder kennis over seksualiteit | Jeugdigen met een LVB vinden zelf minder makkelijk informatie over seksualiteit en relaties | |
Jeugdigen met een LVB onthouden gevonden informatie minder goed. | ||
Jeugdigen met een LVB begrijpen nuances of verhullend taalgebruik niet of minder goed. | ||
Mediabeelden (naaktfoto’s of -video’s) onrealistisch of niet- relevant vinden. | Jeugdigen met een LVB pikken andere informatie op van bijvoorbeeld tv en internet. | |
Omgevingsfactoren | ||
De professional en/of ouders verhogen de kennis en vaardigheden over veilige en gewenste seksualiteit van de jeugdigen met een LVB. Let op: hierbij navragen of kennis is begrepen en expliciet en duidelijk taalgebruik hanteren. | De kennis en vaardigheden over veilige en gewenst seks van jeugdigen met een LVB worden vaak overschat door mensen in de directe omgeving (ouders, professionals). | |
De behoefte aan ondersteuning op het gebied van seksualiteit en relaties blijft vaak onzichtbaar bij jongeren met een LVB. | ||
Ondersteuning van ouders (let op: zij kunnen ook LVB hebben!) op het gebied van seksuele opvoeding. | Ook ouders vinden het lastig om expliciet over seksualiteit te praten. |